Vakantie 1996. Reis door 11 staten van de U.S.A. 3 personen
Vertrek donderdag 27 juni. Terug op 25 juli. Totaal 29 dagen.
De vorige reis naar en door Amerika was georganiseerd door reisbureau Doets. Omdat we nog eens deze kant van de VS wilden bezoeken (met Yellowstone extra), organiseerden we het zelf en namen dus goedkopere hotels (meestal Motel 6 of Motel 8). Daarmee kon voor hetzelfde geldbedrag als de vorige reis 5 dagen langer gereisd worden.
donderdag 27 juni ‘s Morgens vroeg, taxi ± 5:50 (trein van 6:05 uur 2e klas) naar Schiphol, overstappen Sloterdijk trein 6:43. Vertrekhal 3. Inchecken ± 7:10. Vertrek 09.10 uur (flight UA 929) naar Londen (±600 km)(zonder overstappen) en verder naar Chicago O’Hare (Illinois)(±6000 km). Aankomst 13.45 uur. Overstappen en door de douane (met bagage). Dan vertrek (15.30 uur) naar San Francisco flight UA 953 (±2100 km)(aankomst 17.44 uur). Auto ophalen op Airport, busje van Alamo.
Overnachten in Holiday Inn Civic Center, 50 Eight St& Market. Afrekenen met voucher.
donderdag 27 juni Vroeg (4:15) op.
Met de taxi naar het station. Met opzet de vroege trein van 6:05 naar Sloterdijk. Vlak voor Sloterdijk komt Waldo tot de ontdekking dat hij in de haast zijn paspoort vergeten is. Hij gaat dan weer met de trein naar huis, terwijl Sonja en ik doorgaan naar Schiphol met het idee om alvast in te checken vanwege de mogelijkheid een raamplaats te krijgen. Maar nadat alle bagage gecontroleerd is, horen we dat we alleen alle drie tegelijk kunnen inchecken.
Sonja gaat dan terug naar het NS-perron om Waldo op te vangen en ik ga met de bagage in een hoekje zitten. Er lopen veiligheidsmensen rond met automatische geweren en iedereen die naar Amerika vliegt moet een interview afgeven met antwoorden op vragen zoals:
-
wat gaat u doen in Amerika
-
bent u al eens eerder in Amerika geweest
-
is dit al uw eigen bagage
-
heeft u de bagage zelf ingepakt en is niemand daarna aan geweest
-
heeft u pakjes van andere mensen gekregen om mee te nemen
-
als een van de veiligheidsmensen aan mij komt vragen wat ik daar in dat hoekje doe, hoor ik dat dit soort ondervragingen alleen voor reizigers naar Amerika gelden.
De tijd verstrijkt en Sonja en ik beginnen ongerust te worden.
Gelukkig komt Waldo aan om half 9 (we moeten om 10 over 9 de lucht in). Na een kort interview gaan we samen met nog twee laatkomers en een grondstewardes hard hollend de hal en de douane door. We mogen onder een touw door en gaan even later het vliegtuig (een Boeing 777) in. Sonja kan aan het raam zitten. Maar als we om 9:35 (25 minuten vertraging) de lucht in gaan, is door de bewolking niets op de grond te zien. In Londen-Heathrow (aankomst 10:40) moeten we overstappen (het reisbureau had gezegd dat we konden blijven zitten). Dus weer met de bagage sjouwen, paspoorten laten zien en veiligheidsonderzoeken. Bij het inchecken wordt ons gevraagd of we niet een nacht in Londen willen blijven want het vliegtuig is vol (overboekt !). Ik leg uit dat in Amerika alles geboekt is en dat we meewillen. Enkele andere mensen blijven in Londen achter.
In het nieuwe vliegtuig (een Boeing 767 met hetzelfde vluchtnummer als van de vorige) krijgen we geen raamplaats maar zitten met z’n drieën naast elkaar in het midden. Omdat het toch bewolkt is, is het niet zo erg. We vertrekken om 12:30 richting Chicago-O’Hare (een vlucht van iets meer dan 8 uur). We krijgen onderweg enkele keren wat te drinken aangeboden. Sonja en ik nemen 2x wijn en Waldo zelfs 1x champagne. We eten een middagmaal met kip.
Om 20:30 komen we in Chicago aan (plaatselijke tijd half 2). Eerst door de douane en daarna met een treintje dat ons met een razende vaart naar een ander gedeelte van het vliegveld brengt. Onderweg zien we nog dat er ergens filmopnamen gemaakt worden. Bij de 3e en laatste halte remde de machinist zo hard dat iedereen met bagage ondersteboven viel. Daarna moest de trein een stukje terug omdat anders de deuren niet open wilden. We moesten weer flinke stukken lopen (soms over rolvoetpaden).
Vlak na het inchecken werd bekend gemaakt dat het vliegtuig stuk was (er zat ergens een lek) en dat er vertraging zou zijn. We gingen maar zitten. Ongeveer elk half uur werd er gezegd dat de reparatie niet goed verliep en er dus meer vertraging zou zijn. Nadat we even naar het toilet waren geweest waren er geen zitplaatsen meer. Dus stonden we en hingen we tegen de muur. Door het raam was te zien dat de neus en een deur van het vliegtuig gerepareerd werden. Er stond op een wagentje al een nieuwe neus klaar. Zo nu en dan ging er wat bemanning naar binnen die dan even later weer naar buiten kwamen. Omdat het zo lang duurde werd het duidelijk dat we niet op tijd in het hotel zouden zijn. Ondanks dat het hotel gereserveerd was, bestond toch de kans dat de kamer aan iemand anders gegeven zou worden. Dus ik moest bellen. Bij een rij telefooncellen probeerde ik te bellen. Maar dat lukte niet. Ik vroeg aan iemand naast me hoe het moest en hij zei even te wachten (hij was zelf aan het bellen). Daarna vroeg hij waar naar toe. Toen ik SF noemde zei hij dat het flink wat dollars zou kosten (meer dan de kwartdollars die ik in de hand had). Hij zou wel even helpen. Hij stopte een telefoonkaart in het apparaat en draaide het nummer. Daarna kreeg ik de telefoonhoorn en liep hij weg. Ik probeerde de hotelreceptionist duidelijk te maken wat ik wilde. Hij zei even te wachten en ik kreeg muziek te horen. Even daarna kon ik toch doorgeven dat we laat zouden aankomen en dat ze de kamer moesten vasthouden. Het zal wel een flinke rekening geweest zijn voor de vriendelijke mijnheer.
Eindelijk konden we instappen en vlogen met 5 uur vertraging weg. Het toestel had aan beide zijden 3 krappe zitplaatsen en 4 krappe in het midden. Er werd bekend gemaakt dat door de vertraging er 7 bemanningsleden tekort waren. Dus op de 400 passagiers waren er 8 mensen om te bedienen. Dat bleek onderweg te weinig. Ze hadden geen tijd genoeg om hun werk goed te doen. Na een drankje werd meteen het “diner” geserveerd. Een cheeseburger of een kipburger. De kaas was behoorlijk verbrand.
De man naast mij zei dat hij liever met Delta vloog omdat United Airlines meestal vertraging had. Een kwartier lang was er een akelig geluid te horen dat kennelijk moeilijk te verhelpen was. De film die vertoond zou worden, werd 5x opnieuw gestart voordat het goed liep.
Uiteindelijk kwamen we om ca. half 9 op het vliegveld aan (lokale tijd). Vanaf Chicago scheelt het ook nog eens 3 uur. We hoeven niet meer door de douane en nadat we de koffers van de band hadden gepakt konden we naar de Alamo-desk. Daar worden wat papieren in orde gemaakt. Dan nemen we plaats in het Alamo-busje dat ons naar het verhuurstation brengt. Daar wordt gezegd dat er alleen een grotere auto beschikbaar is dan besteld. Ik kan hem meekrijgen voor dezelfde prijs. Even later rijden we weg in een grote witte Toyota Camry (3RCM098) met nog maar 8 mile op de teller. Een gloednieuwe dus!
Vlak daarna staan we in een file. Er was kennelijk wat verderop iets ernstigs gebeurd want er stond politie en brandweer. Na ca. 15 minuten kunnen we doorrijden. Eerst naar de snelweg 101 die ons tot in SF brengt. Het is ondanks het late uur toch nog flink druk. Dan nemen we een afslag en na 1x draaien (te ver gereden) staan we voor het hotel. Bij de balie krijgen we de toegangskaarten voor de kamer en de garage waarvoor we $ 8 per nacht moeten betalen.
Om 8:18 (onze tijd) of 23:18 lokale tijd gaan we moe naar bed.
vrijdag 28 juni
Per ongeluk staan we om kwart over 7 op. Na een douche gaan we op zoek naar ons ontbijt (niet bij de hotelprijs inbegrepen). In het hotel zou het Europese ontbijt $ 6,50 en het Amerikaanse ontbijt $ 9,50 pp gekost hebben.
Bij Tony’s café op de hoek (een Chinees eethuisje) nemen we een gezamenlijk ontbijt met gebakken eieren en bacon, koffie en sinaasappelsap voor $ 12 (incl. tip).
Daarna gaan we terug naar het hotel om tante Betty telefonisch te feliciteren. Met de Visa-card en scope code lukt het niet. Op de kamer uiteindelijk wel. Dan rijden we de stad in. Eerst op zoek naar de AAA (een soort ANWB). Na het gevraagd te hebben aan een agent die net zijn paard had uitgeladen, vinden we het. We krijgen een kaart mee waar de Scenic Drive op staat (een toeristische route door SF). We volgen de route en komen langs allerlei leuke en mooie gebouwen en huizen.
We parkeren bij de Fisherman’s Wharf, het toeristische centrum van SF. We bekijken de vele winkeltjes, eettentjes waar veel verse krab en vis verkocht wordt. In de voormalige chocolade-fabriek van Chiradelli is nu een groot winkelcentrum met veel leuke winkeltjes. We kopen er een flesje Heineken dat in Nederland niet te koop is en wat flesjes Amerikaans bier. Vlak voordat we weer naar huis gaan wil ik er nog wat flesjes kopen. Dan vervolgen we de route en komen door een groot golfterrein, vanwaar de GG-bridge mooi te zien is. Iets verder is een mooi uitzichtpunt naar de Oceaan. Onderweg kopen we bij een supermarkt wat sandwiches en iets te drinken. Dan komen we bij Twin Peaks. Een punt dat 900 meter boven de stad uitsteekt en vanwaar te zien is dat van de grote stad SF maar een klein gedeelte bebouwd is met wolkenkrabbers. We rijden terug naar het hotel om het bier koud te zetten (op elke etage zijn ijsmachines) en doen een dutje. De plannen om daarna nog wat te gaan rijden met de auto gaan niet door (te moe). We besluiten om in ons eigen hotel wat te eten en daarna te gaan slapen. Het eten smaakt redelijk maar is duur ($ 50). Op de kaart heb ik enkele plaatsen aangekruist die we de volgende dag moeten bezoeken.
zaterdag 29 juni
# Bezoek aan Sausalito via de Golden Gate Bridge en verder naar Larkspur (Marin brewery) en verder naar Novato (Moylan’s Brewery and Restaurant). Terug naar San Francisco.
# Bezoek aan Bank of America 52e verdieping. Restaurant met uitzicht.
# Coit Tower.
# Twin Peaks (in de schemering).
# Stadhuis (City Hall) bezoeken. Kruising Van Ness Av en Mc.Allister Street (ingang Polk Street).
# Bezoek aan “Brew City”, 2198 Wilbert Street San Francisco CA 94123 Een Brew-on-Premises.
-
# Bezoek aan Ferrari showroom (v. Ness Av.)
# Scenic Drive rijden (79 km). Start bij Civic Center, dan Japan Town, China Town, North Beach, Fisherman’s Wharf, Golden Gate Bridge, Sausolito (terug toll $2), lunchen Alejandro’s in Richmond, 1840 Clement Str., Golden Gate Park, Twin Peaks, Mission Dolores, Ferry Building. Onderweg Cliff House bezichtigen met zeehonden op de rotsen.
# Bezoek Exploratorium (interessant wetenschappelijk museum).
-
# Bezoek Ghirardelli’s square (winkelcentrum).
# Bezoek financiële wijk (tussen Washington Street met antiekwinkeltjes en Market Street).
# Bezoek Crissy Field en Lookout Point bij Palace of the Legion of Honor.
# Victoriaanse huizen: Cottage Row (tussen Sutter en Bush Street) ten Oosten van Fillmore Street Alamo Square
Vanmorgen zijn we in een ander eetcafé gaan eten. Het is iets duurder, maar het eten smaakt goed en er is veel. Ook grotere koppen koffie (maar wel slap). Daarna gaan we met de auto naar het eerste adres. Het is een brouwerijtje (Twenty Tank Brewery) op de 316 11th street. Binnen zegt iemand tegen ons dat ze nog niet open zijn en door de werkzaamheden niet in de gelegenheid iets te laten zien.
We rijden verder op zoek naar een Ferrari-dealer die Waldo in de Gouden Gids had gevonden. Het adres is op nr.1 Mc. Coppin, maar vreemd genoeg begint de straat bij 36 en aan de andere kant bij 41.
We rijden verder op zoek naar Brewcity. Een lokaal waar mensen tegen betaling hun eigen bier kunnen brouwen. Het ligt aan een straat die over een aantal heuvels loopt die aardig steil zijn. Iemand in het lokaal vraagt me of hij mij kan helpen. Ik leg hem mijn interesse uit en hij verteld wat over de gang van zaken.
Ik kijk bij een aantal mensen die bezig zijn met brouwen en mij wat uitleggen. Er staan 10 brouwketels en ik hoor dat er elke dag toch wel zo’n 8 mensen brouwen.
Dan rijden we verder en gaan de Golden Gate bridge over. Drie rijen naast elkaar en erg druk. Aan de andere kant rijden we eerst naar Larkspur. Na wat zoeken vinden we in een winkelcentrum in een restaurant een brouwerijtje. Het ziet er niet zo geweldig uit en we zijn zo weer weg. Dan rijden we een zeer bochtige weg eerst steil omhoog en dan steil naar beneden richting Pacific Ocean. Zeer bosrijk en van bovenaf is het uitzicht op SF erg mooi. Beneden rijden we nog een stukje evenwijdig aan de oceaan en zien in een binnenmeertje witte reigers en grote groepen robben. Zo nu en dan kun je er eentje horen hoesten of boeren. Dan nemen we de weg terug naar SF, bezoeken nog even Sausolito een mondain badplaatsje en rijden weer de GG bridge over. In tegenstelling tot de heenweg moeten we nu wel tol betalen ($ 3). Dan rijden we weer de stad in en bezoeken een wijk waar veel mooie Victoriaanse huizen staan. Op weg naar het hotel raken we weer in een verkeersopstopping. Er zitten allemaal mensen op de stoep ergens op te wachten. Gezien hun uiterlijk moet het iets met punk of iets dergelijks te maken hebben (we lezen later in de krant dat het een homo/lesbiennes optocht is geweest (SF staat hier om bekend).
Terug in de hotelgarage waar al staat aangegeven dat de rest van de plaatsen alleen voor gasten van het hotel is, moeten we flink zoeken naar het laatst overgebleven plaatsje.
Na wat opgefrist te zijn vragen we aan de portier hoe we met de bus naar de Fishersman’s Wharf kunnen komen. Hij legt het uit, maar nadat we 20 minuten te vergeefs hebben staan wachten, lopen we terug naar het hotel, trekken wat warmers aan en gaan dan op weg naar de kabeltramhalte. De wijk waar we doorlopen ziet er niet zo veilig uit, met allerlei zwervers, bedelaars, verslaafden en ander vreemd volk. We komen dan toch veilig bij de halte en zien hoe een tram met de hand op een draaischijf wordt gedraaid. We stappen in en maken voor $ 6 een leuke rit. Op de drukke FW bekijken we weer wat winkeltjes en eten een soort kaasbroodje. Waldo koopt een sweatshirt en we vragen iemand hoe we met de bus naar ons hotel komen. Even later zitten we er in ($ 3) en worden tot 3 blokken van ons hotel gebracht. In het hotel drinken we nog wat op de kamer en gaan dan slapen.
zondag 30 juni ca. 300 km naar Reno
-
's Morgens vertrek (80) richting Sacramento.
Verder via de (80) langs voormalige goudzoekerstadjes tot Auburn, dan de (49) tot Grass Valley en de (20) verder naar de (80). Verder op de (80) tot Reno (NV) .
Overnachten: Motel 6 Central, 866 N.Wells Ave., NV 89512 .
# Betalen cash $ 27.24
Bezoek Reno Arch, Virginia st., automuseum, Harold’s Club Gun Collection.
Bezoek (‘s avonds) Bally’s Grand -Reno casino/hotel, Harrah’s, Caesar’s, Hilton, John Ascuaga’s Nugget.
Restaurants: Club Cal-Neva, 2nd and Virginia St.(steaks), El Borracho, 1601 S.Virginia St.(mexicaans).
-
The Brew Brothers (Brewpub).
Na een mooie rit door bosrijke heuvels met enkele besneeuwde bergtoppen reden we Reno binnen. Een soort klein Las Vegas. De Motel 6 is een stuk eenvoudiger dan we gewend waren, maar het voldoet. Na wat opfrissen rijden we de stad in. We parkeren in een buitenwijk en lopen de rest. Het is te zien dat het ‘s avonds een kleurrijk geheel zal zijn. We lopen wat casino’s enz. in en verspelen wat ¼ dollars. In Eldorado vinden we een klein brouwerijtje en proeven wat van de 7 verschillende bieren.
Dan terug naar het hotel. Sonja en ik gaan wat poedelen in het zwembadje. Na wat uitrusten gaan we weer de stad in en eten wat in één van de casino-hotels. Het is al aardig donker als we weer buiten komen en nu is de kleurrijke verlichting goed te zien.
We zijn te moe om nog veel te bekijken en rijden terug naar het motel. Dat gaat een paar keer verkeerd, maar door 2x de weg te vragen komen we er. We gaan snel slapen (± 23.30).
maandag 1 juli ca. 510 km naar Elko
‘s morgens vertrek voor een tocht door de woestijn via de (80) naar Elko.
Overnachten in: Motel 6, 3021 Idaho St. Elko, NV 89801 .
# Betalen cash $ 39.99 + 8.25 % tax = $ 43.29
Na een minder goede nacht (het motel lag vlak aan de snelweg), namen we ‘s morgens een ontbijt dat we gekocht hadden in een winkel.
Het smaakte niet goed, dus zoiets kopen we nooit meer. We hebben onze eigen koffie (oploskoffie en heet water uit de Hot Pot). Smaakt beter dan de (slappe) Amerikaanse koffie. Als ik ijsblokjes ga halen voor onderweg zie ik dat we ook koffie hadden kunnen krijgen. We rijden eerst naar het politiebureau van Reno. Ik ga alleen naar binnen. Eerst moet het geldbuideltje door een Röntgenapparaat. Dan moet ik door een veiligheidspoortje. Eén stap verder vraagt de agent die deze apparatuur bedient wat ik zoek. Ik vertel hem dat ik als souvenir van deze reis van elke staat waar we komen een gebruikte autokentekenplaat wil hebben. En ik vraag dan of het legaal is om deze platen mee naar huis te nemen. We hebben in SF in souvenirshops al stapels van deze platen uit allerlei verschillende staten al te koop gezien. Ze kosten dan ca. $6,50 per stuk (± F 11.50).
De agent zei dat het wel legaal was om kentekenplaten van autowrakken mee te nemen en hij adviseerde te gaan kijken bij een autosloperij. Dat had ikzelf ook al bedacht.
Dan rijden we Reno uit, de highway 80 naar Elko. We rijden door de woestijn met alleen lage en soms geen begroeiing. Onderweg zien we weer een dood hert langs de kant van de weg liggen. De vijfde tot nu toe al.
Waldo mag ook een stukje rijden, maar hij heeft er al snel genoeg van. Ik vind het rijden (vooral over deze rustige weg) net alsof ik in een luie stoel zit in de trein. De auto rijdt dan uit zichzelf (cruise control) op een vaste snelheid en ik hoef alleen wat te sturen. Op sommige stukken mag maximaal 75 mph (120 km per uur) gereden worden. Meestal is het 65 mph (104 km per uur). We stoppen in een klein plaatsje en kopen wat broodjes met beleg en boter.
De Motel 6 kamer is precies hetzelfde als de vorige. 1 stoel, 2 2-persoons bedden, TV en douche/toilet. Wel een gouden gids maar nu geen Holy Bible. We zitten vlak naast het zwembadje. Het motel is ca. $10 duurder, maar ligt gelukkig wel rustig. We eten een paar broodjes met frisdrank en gaan met de auto naar de VVV. We horen dat er in Elko een museum en eetgelegenheden zijn. Veel meer is er niet te beleven. Maar we krijgen een routebeschrijving mee, naar een park ca. 24 mile verwijderd. Het is een mooie route die door een canyon loopt en uiteindelijk op een rotonde eindigt. Daar zitten we vlak bij een bergtop waarop nog sneeuw ligt. Door de warmte smelt de sneeuw snel en vormt verschillende snelstromende beekjes.
Op de terugweg stoppen we bij een autosloperij en vragen of we een nummerplaat kunnen krijgen. De eigenaar geeft ons twee schroevedraaiers mee en zegt dat we maar moeten zoeken. De eerste krijg ik niet los omdat er een sleutel voor nodig is. De volgende (één van Nevada) gaat wel los. Ik zie verderop nog een mooie van Wyoming, een staat waar we ook nog komen. Die is wat verbogen maar gaat ook mee. Waldo zegt dat de man staat te kijken, dus we gaan weer terug. Hij neemt de schroevedraaiers aan en als we vragen wat het moet kosten zegt hij dat de platen niets kosten. Ik geef hem toch $2 om iets te drinken. In SF kosten de platen ca. $6.50 per stuk.
In het hotel trekken Sonja en ik gauw onze zwemspullen aan en gaan het badje in. Het water is dieper en warmer dan de vorige keer. Als we daarna een film op TV bekeken hebben gaan we wat eten in het plaatsje. Volgens de folder die we gekregen hebben, zijn er naast vele andere ook 3 restaurants die door Basken zijn opgericht.
Bij de 1e zit maar 1 persoon binnen dus we rijden verder. De volgende lijkt voller dus we gaan naar binnen. We moeten bij de deur blijven wachten totdat we naar onze plaats worden gebracht (gebruikelijk in Amerika).
We bestellen het Family Diner dat door de kok wordt samengesteld uit allerlei gerechten. Sonja zegt dat ze liever geen vis heeft. Dat geeft niet zegt het meisje, er zijn genoeg andere dingen. We eten eerst een lekkere koolsoep met brood en boter. Dan worden er schaaltjes met bruine bonen in saus, doperwten, worteltjes en spaghetti neergezet. Het lijkt nu al genoeg, maar dan komen er nog: een schaal met steaks, een schaal met plakken draadjesvlees, een schaal met grote stukken vis en een schaal met patat. Erg veel dus. Als we op een gegeven moment niets meer op kunnen vraagt het meisje of we een zakje willen hebben om de rest mee te nemen. Dat doen we niet. We krijgen nog ijs toe en verlaten het restaurant helemaal rond.
Na even TV gekeken te hebben gaan we naar bed.
dinsdag 2 juli ca. 330 km naar Twin Falls
‘s morgens vertrek via de (80) tot de afslag bij Wells (93) richting Jackpot. Dan de staatsgrens over naar Idaho. Ca. 50 km vóór Twin Falls door het plaatsje Amsterdam (kaarten ?).
Overnachten in Twin Falls: Motel 6 1472 Blue Lakes Blvd N, ID 83301 Twin Falls
# Betalen cash $ 37.44
We nemen ons eigen ontbijt en rijden om ca. kwart over 9 naar Twin Falls. De weg door de woestijn is grotendeels pas vernieuwd. We glijden dus bijna. Eerst is het nog bergachtig met mooie kleuren, dan wordt het wat vlakker maar nog steeds weinig begroeiing.
We stoppen onderweg weer bij een autosloperij. Eerst wordt op de deurbel geen antwoord gegeven. Maar als we achterom lopen zien we een auto bij het hek aankomen. Het is de eigenaar en als we vragen of we als souvenir kentekenplaten mogen uitzoeken, zegt hij dat alle auto’s die er staan nog een eigenaar hebben. We mogen alleen zoeken tussen de rommel die onder de trap van zijn kantoortje ligt. Daar vinden we toch nog twee platen waarvoor we $2 moeten betalen. We mogen ook een hond meenemen, maar dat doen we dus niet.
Vlak voor Twin Falls doen we nog wat boodschappen en even later zien we weer een autokerkhof. We vragen weer of we kentekenplaten mogen meenemen. Dat mag en we krijgen een schroevedraaier en een tang mee. In de hitte lopen we wel tussen 500 autowrakken door die in rijen staan opgesteld. Ze zijn al grotendeels gesloopt, waarbij de bruikbare onderdeken zijn verwijderd. We kunnen toch weer twee platen meenemen en Waldo neemt nog een naamplaatje van een speciale Fiat mee. We hoeven niets te betalen en bedanken de eigenaar. We rijden verder en komen het plaatsje Amsterdam niet tegen.
Bij het Motel 6 aangekomen horen we dat de stad een paar uur zonder stroom zit. Dat verklaart meteen waarom op een aantal kruispunten de politie het verkeer stond te regelen.
De receptionist zegt dat de kamer wel warm zal zijn omdat de airco niet werkt, maar dat valt erg mee. Sonja en ik gaan weer wat zwemmen/poedelen. Daarna gaan we naar de VVV om te vragen wat er in de omgeving allemaal te doen is. Twee oudere vriendelijke dames zijn ons zeer behulpzaam en we mogen gratis koele chocolademelk pakken. Erg lekker.
We gaan eerst naar de Shoshone waterval. We moeten $2 entree betalen en bewonderen de grote mooie waterval. Dan rijden we naar de plaats aan de rivier die Twin Falls heet. Dat valt een beetje tegen dus we rijden richting thousend springs. Onderweg doen we nog wat boodschappen. We rijden op een gegeven moment door een canyon en zien drie of vier watervalletjes. Na een flink stuk verder gereden te hebben beginnen we te twijfelen of de “springs” nog wel komen. We nemen een afslag naar een viskwekerij. Als we vlak bij een paar huisjes zijn zien we een bever een zijweggetje oversteken op weg naar een sloot. Bij het huisje hoor ik dat de paar watervalletjes die we gezien hebben de enige zijn die van de duizend zijn overgebleven. De electriciteitsmaatschappij neemt zoveel water weg voor energieopwekking dat ze allemaal opgedroogd zijn. We rijden terug en eten bij Burgerking een hamburger met patat.
Terug op de kamer lezen en schrijven we nog wat en gaan om kwart voor 11 naar bed.
woensdag 3 juli ca. 480 km naar Yellowstone Park (werd 578 km)
Vroeg op en vertrek via de (75) naar Shoshane, Magic City, rechtsaf naar Picabo, Carey, bezoek aan de Craters of the Moon Nat’l Mon., Arco, Butte City, de (33) naar Howe, dan door het gebied van Idaho Nat. Engineering lab., Mud Lake, Rexburg, dan de (20) naar Ashton en West Yellowstone en naar Yellowstone Park.
Overnachten in: Mammoth Hot Springs Hotel, Grand Loop Rd. Budget Cabin. Yellowstone NP, WY 82190 # Betalen cash 2x $44.52 = $89.04
Scenic Drives: Canyon Rim Scenic Road (10 km), Mount Washburn Trail
We reden ‘s morgens vroeg weg omdat het een flinke rit zou worden met onderweg nog het een en ander te zien. Op een gegeven moment zagen we langs de kant van de weg een bord met “Mammoth Cave”. We dachten even aan een grot waarin mammoeten gevonden waren, maar dat bleek het niet. Op het grindpad zagen we steeds beestjes met opgeheven staart wegrennen. Waldo en Sonja dachten even dat het schorpioenen waren. Maar het bleken kleine grondeekhoorntjes. Ook zagen we allerlei vogeltjes. Bij het museum en de grot aangekomen betaalden we $ 10,50 en kregen twee gaslampen mee. Eerst liepen we door het museum met oude voorwerpen en veel opgezette dieren. Dan gingen we naar buiten en volgden het pad dat op een gegeven moment de grot inging. Vlak boven de ingang zat een zwaluwnestje waarin 4 jonkies over de rand gluurden. We liepen verder over een smal pad tussen twee touwen. Het was er koud/koel (± 6°C). Het pad was soms wat glibberig. Zo nu en dan stond er een bord met wat informatie er op. Sonja’s lamp lekte wat gas zodat ze nu en dan met flink veel vuur stond. Ik nam de lamp over en draaide hem wat steviger vast zodat er geen gas meer kon lekken. We moesten dezelfde route terug. In het gastenboek zag ik dat er naast Amerikanen nog een aantal Duitsers geweest waren maar dat wij in lange tijd de enige Nederlanders geweest waren. Buiten op het erf waar nog wat oude troep lag liepen ook wat wilde zwijnen met jongen. Dan gingen we weer op weg.
De volgende stop was het National Monument Craters of the Moon. Buiten het park was de omgeving soms al zwart geweest van de lava. We betaalden $25 voor een Golden Eagle Pass waarmee we dan ook toegang hebben tot alle andere nationale parken.
De weg door het park liep langs allerlei lava formaties. Bij één kraterpijp zagen we binnenin nog allemaal ijs liggen.
Na een paar uur verlieten we het park weer en reden naar het plaatsje Rexburg, waar we inkopen deden. Dan tot Ashton waar we afsloegen om de toeristische route te nemen. Zodoende konden we de Lower en even verder de Upper Mesa Falls zien. De laatste was spectaculair groot en mooi. We vervolgden de weg verder naar West Yellowstone een plaatsje met alles voor de toerist. Iets verder stonden we voor de ingang van Yellowstone Park. We lieten onze pas zien en kregen wat informatie mee. Vanaf de ingang tot bijna bij het hotel (ca. 60 km) was alles verbrand. Naar later bleek ook de rest van het park. In 1988 waren er in het park door bliksem verschillende branden ontstaan. Om de natuur zijn gang te laten gaan was men niet gaan blussen. Toen het steeds maar erger werd was men niet meer in staat om te blussen. Slechts gebouwen en een nabij liggend dorpje konden worden gered. De nieuwe boompjes die er waren ontstaan waren nog maar 30 cm hoog. Het zou dus wel een eeuw duren voordat alles hersteld was.
De weg door het park was maar gedeeltelijk gerepareerd vanwege geldgebrek. Er zaten enorme gaten in het wegdek. De auto’s voor ons remden zo nu en dan plotseling omdat er één of meer herten te zien waren. En we zagen één alleenstaande bizon. We kregen bij de hotelbalie onze sleutels voor de budgetcabin. Het bleek zéér eenvoudig te zijn. Twee tweepersoons bedden en een tafeltje met een stoel. Géén douche en géén toilet en géén airco. Er liepen buiten wat grondeekhoorntjes en toen Sonja wat begon uit te delen uit een pak muesli zaten er opeens wel twintig om haar heen. Eén brutaaltje liep zelfs de kamer in. Als je het voedsel niet snel genoeg los liet of een lege hand voor hield beten ze.
We aten een hamburger in het grillrestaurant. Voor het andere restaurant moest je reserveren en we waren al laat.
We liepen nog even naar één van de terraswatervallen. Het warme water komt ergens uit de grond en vormt een terras omdat de kalk neerslaat. Morgen zien we er waarschijnlijk meer. Ze stinken een beetje omdat er zwavelhoudend water uitkomt en er zaten veel steekmuggen in de buurt. Terug in de kamer ging Sonja wat kleren wassen in het gootsteentje, Waldo wat lezen en ik wat schrijven.
donderdag 4 juli Bezoek Yellowstone Park.
Vandaag is het de nationale feestdag in Amerika. We stonden wat laat op en misten daardoor de optocht die langs ons huisje kwam. Net als bij luilakken werd er iets geroepen omdat de gordijnen nog dicht waren. Wat later stonden we op en ging Sonja water koken in het toilet voor de koffie. Pas de derde dag ontdekte ik dat er boven een lamp toch een stopkontakt was in ons huisje.
Na het ontbijt reden we naar de Norris-geyser. De parkeerplaats stond al aardig vol. Via een plankier liepen we tussen de borrelende moddergaten, vijvers met kennelijk heet en helder water en kleine fonteintjes.
Het stonk op sommige plaatsen flink naar rotte eieren. Bij de grote geiser zaten al heel wat mensen op de banken te wachten. Het was niet precies bekend wanneer hij zou gaan spuiten. Het kon 15 tot 75 minuten duren. Na zo’n 20 minuten wachten begon hij opeens te spuiten. Eerst niet zo hoog, maar zo nu en dan toch wel zo’n 10 meter. Eén keer stond de wind waarschijnlijk iets gedraaid en kregen de mensen die op de voorste rij zaten wat regen over zich heen. Die waren zo vertrokken. Toen de geiser wat begon af te nemen liepen wij ook weg.
We reden weg en zagen even later vlak langs de weg een bizonstier staan. Trouwens alle dagen was het zo dat als er een paar auto’s langs de kant van de weg stonden er iets te zien was. En als er veel auto’s stonden was er veel te zien of iets bijzonders. Op den duur stopten we niet meer voor herten.
We stopten 20 km verder om een waterval te bekijken. Eerst een stukje lopen en dan kon je hem van bovenaf zien. Het was weer een mooie. Daarna liepen we steil ± 800 meter naar beneden en bekeken weer de waterval. Heel anders en ook mooi. Er waaide een frisse wind (door het vallende water), terwijl we vlak bij ook de fijne druppeltjes konden voelen van het opspattende water.
De terugweg duurde wat langer door de steilheid en de hitte.
Vlak bij de parkeerplaats zat aan een klei tafeltje een vrouw met info over een goudmijn die iets buiten het park zou komen. Men was bang dat het park er door beïnvloed zou worden. Ik had er ook over gelezen in de krant die we bij de ingang van het park hadden gekregen. We werden overtuigd en plaatsten onze handtekeningen onder de petitie. De vrouw was blij en vertelde al een paar uur in de hete zon te zitten. Toen ik zie dat ze dan beter in de schaduw van het toiletgebouw kon gaan zitten zei ze dat dat niet mocht. Ze zei ook nog dat het plaatsje Cooke City vlak bij lag, aardig om te zien en je kon er goed eten. Over een slechte weg reden we er naar toe. Onderweg was weinig wild te zien. Even buiten het park lag het plaatsje. We bekeken wat winkeltjes en aten een lekkere maaltijd in een mooi oud hotel/restaurant. Op de terugweg zag ik een kantoortje van de mijn waartegen we de petitie hadden getekend. Ik ging naar binnen om een folder te vragen, maar de oudere man die er zat was waarschijnlijk blij iemand te zien en begon alles te vertellen en uit te leggen. Volgens hem zou het Yellowstone Park geen enkele schade ondervinden van de goudmijn wat hij op foto’s en maquettes liet zien. Hij vertelde ook nog dat er bij dit plaatsje de laatste winter 8-10 met sneeuw was gevallen. Vandaar dat er op sommige plaatsen nog steeds sneeuw lag. Toen ik wegging schudde hij me de hand en wenste mij een goede reis verder. We reden terug het park in en stopten bij de Soda Butte die we op de heenweg voorbij waren gereden omdat deze niet zo interessant leek. Het was een soort geiser die al 100 jaar niet meer werkte. Ik liep er om heen en zag aan de achterkant wel 50 zwaluwnesten, waar de zwaluwen af en aan vlogen. We legden het weer vast en reden verder. We zagen weer wat auto’s staan en er stond zelfs een Ranger (parkwachter) bij. Op enige afstand waren twee coyotes te zien. Op de weg lag een plat gereden slang en toen ik de ranger vroeg wat voor soort slang dat geweest was, zei hij dat het de Amerikaanse zéér platte slang was. Waarmee hij dus aangaf het ook niet meer te kunnen zien.
Wat verder op dezelfde weg stonden mensen met verrekijkers en telelenzen naar iets te kijken. We stopten en vroegen wat er te zien was. Men zag 2 beren op grote afstand. Met onze verrekijker zagen we niets. We mochten door hun kijkers kijken en uiteindelijk zag ik twee donkere vlekken maar ik kon niet duidelijk beren herkennen. Nog weer wat verder zag ik in de verte een paar grote vogels staan. We waren er al voorbij gereden maar ik ging terug. We zagen eerst 4 kraanvogels, maar toen we beter keken zagen we dat ze beslopen werden door 3 coyotes. Die hadden geen succes en liepen uiteindelijk weg. En wij gingen ook verder. We zagen dat een auto die ons tegemoet kwam plotseling hard moest remmen omdat twee enorm grote herten overstaken. Zij en wij stopten en we maakten foto’s en filmopnamen.
Vlak bij het hotel zagen we een enorme kudde herten die daar kennelijk gewend waren gevoerd te worden.
Sonja en Waldo gingen ijs halen in het hotel om de medicijnen en de boter koel te houden gedurende de nacht. Ze moesten naar de 4e verdieping omdat op de andere verdiepingen het ijs al op was. Sommige mensen vullen een complete koelbox met ijs in plaats van het bakje dat op de kamers aanwezig is. Ze zagen dat de hotelkamers ook geen toilet hadden en kennelijk erg warm waren.
vrijdag 5 juli Bezoek Yellowstone Park.
‘s Morgens zouden we eerst de hete terrassen vlak bij het hotel gaan bekijken. Nog voordat we op de parkeerplaats bij de terrassen stonden zagen we een hert mooi liggen tegen een oud (niet meer werkend) terras. We liepen er heen en zagen dat ze met z’n tweeën lagen. Daarna liepen we de route (weer over een houten plankier) tussen de verschillende wel en niet werkende terrassen. Bij de wel werkende terrassen stroomde het warme water over de rand naar beneden en vormde zo verschillende mooie terrassen. De niet werkende waren wit of al grijs gekleurd. Omdat het wat waaide was de warmte wel te dragen.
Daarna reden we richting Norris Junction. Onderweg zagen we mensen bezig iets uit te graven en te zeven. We dachten even aan goudzoekers en liepen er heen. Ze keken wat schichtig om en we dachten dat ze illegaal bezig waren. Maar dat leek niet logisch zo vlak aan de weg. Toen we vroegen wat ze aan het doen waren, bleken het twee archeologen te zijn die een gat van 1x1 meter en 1 meter diep aan het graven waren en het zand zeefden. Eén van de mannen vroeg waar we vandaan kwamen en toen we Amsterdam en Hoorn noemden zei hij dat hij dat wel kende. Zijn vrouw kwam uit Schijndel (tussen Den Bosch en Eindhoven) en ze woonden nu in Canada. Ze werden door de Amerikaanse regering betaald om onderzoek te doen. Wat ze zochten waren schilfers obsidiaan die overgebleven waren bij het maken van pijlpunten enz. De weg zou veranderd worden en nu moest er onderzocht worden hoeveel van deze historische vindplaatsen daardoor verloren zouden gaan. We gingen weer weg en zeiden “good bye” en kregen als antwoord “tot ziens”.
Daarna reden we langs de mooie Virginia waterval naar Canyon Village en richting het Yellowstone meer. Onderweg zagen we een enkele keer een “losse” bizonstier waar we niet meer voor stopten. Later zagen we ook een kudde van wel 36 bizons waar we wel wat langer naar bleven kijken.
Bij de Grand Canyon van Yellowstone stopten we twee keer om van het schitterende uitzicht te genieten. Onderweg zagen we ook nog een pelikaan die met de stroom van een riviertje meezwom en dus snel uit het zicht was. Daarna stopten we nog een keer bij de Mud Vulcano and Sulfur Caldron. Dit waren stinkende modderige poelen met borrelende blubber en soms gele randen van de zwavel. Wel interessant maar het stonk erg!
De volgende stop was vlak voor een mooi hotel aan het meer. Erg mooi met de besneeuwde bergen op de achtergrond.
Vervolgens reden we richting de geisers. We stopten bij de bekende Old Faithfull. Het was er redelijk druk. We konden eerst een film bekijken en daarna was er genoeg tijd om een plaatsje te zoeken. Toen we uit de filmzaal kwamen, zagen we dat er al massa’s mensen op de houten banken zaten te wachten. Op een seismograaf konden we zien dat er op 2 juli een flinke aardbeving was geweest in het park.
We gingen ook zitten. Uit de geiser kwam zo nu en dan een beetje stoom. Net als uit de andere gaten in de buurt. Na zo’n 20 minuten wachten (er zaten toen al honderden mensen te wachten) kwam er zo nu en dan ook wat water omhoog. Eén van de andere geisers stond toen al een beetje te spuiten, zo’n 2 meter hoog. Na zo’n 30 minuten gewacht te hebben begon uit "onze” geiser meer stoom en water te komen en toen spoot hij. Wel 15 meter hoog. Erg mooi om te zien. Toen zakte het water weg en kwam er alleen weer wat stoom uit. Iedereen stond op en ging weg.
We reden verder en zagen aan de kant van de weg kleine geisertjes. Op een gegeven moment stonden er weer mensen met verrekijkers en telelenzen. Ze vertelden weer beren gezien te hebben, maar wij zagen ze niet. Ondertussen stonden er wel 50 auto’s langs de kant. Even verderop stond weer een file. Er bleek een bizonstier vlak aan de kant van de weg te staan. Vanaf de andere kant reed er een bus vlak langs waardoor het beest schrok en plotseling een flinke sprong maakte. Onvoorstelbaar voor een beest van zo’n 900 kg. Hij kan trouwens ook wel 45 km/uur lopen waarvoor telkens in het park gewaarschuwd werd. Onderweg naar het hotel zagen we een hert oversteken. Het bleek de laatste van een grote kudde te zijn.
Bij het hotel aangekomen besloten we een stukje door te rijden en in een restaurant te gaan eten in een plaatsje net buiten het park. Het was een klein plaatsje, maar we vonden een leuk restaurant met lekker eten en een mooi uitzicht. We hebben deze dag 254 km gereden.
zaterdag 6 juli ca. 150 km naar Jackson
via de (89) langs Yellowstone Lake naar Jackson door het Teton NP.
Overnachting in Jackson (een cowboy stadje): Motel 6, 1370 W.Broadway, Jackson, WY 83001 # Betalen cash 54.99 + 6 % = $ 58.29
Bezoek aan het plaatsje Wilson (10 km W. van Jackson); brouwerijtje van Charlie Otto (Otto Brothers’ Brewing Co).
In Jackson bezoek aan de Million Dollar Cowboy Bar, 25 N.Cache St. en Jackson Hole Pub and Brewery (265 S Milward St.).
Goedkoop eten: Bubba’s Bar-B-Que, 515 W Broadway
Lejay’s Sportmen’s Café, Glenwood St./ Pearl Ave
We verlieten het Yellowstone Park via dezelfde weg die we de dag ervoor hadden gereden. De benzinemeter stond wat laag dus ik ging nog tanken in het park voor $1,54/gallon (F 0,70 per liter dus veel goedkoper dan in Nederland). We zagen onderweg nog een kudde van zo’n 100 bisons maar we stopten er niet meer voor.
Volgens de kaart zouden we uit Yellowstone Park direct Teton National Park binnenrijden. Maar er zat nog een strook tussen en na het bordje Teton NP zagen we ook geen ingang. De tocht er door heen was dus gratis. De omgeving was net Zwitserland. Een brede groene vlakte en een rivier tussen twee bergketens met besneeuwde toppen. We stopten bij een restaurant aan een groot meer waar veel boten lagen. Maar het was er te duur. In Jackson Hole Park was een winkel waar we sandwiches en wat te drinken kochten. Enige tijd later reden we Jackson binnen. Een echt Amerikaans stadje. In het visitor-center kregen we een kaart en wat informatie. Er stond een mooi gerestaureerde postkoets en er hingen van alle voorkomende dieren schedels aan de wand. Er stond een opgezette wolf naast een coyote zodat het verschil in bouw goed te zien was. We bekeken weer wat winkeltjes. Eén verkocht naast souvenirs ook antieke en nieuwe revolvers en geweren. Ik kon er geen een kopen omdat ik geen ingezetene van Wyoming was.
Daarna reden we naar het kleine plaatsje Wilson. Ik wist dat er een brouwerijtje was en we reden er zo op af. Het meisje dat de winkelverkoop deed zei dat we wel even in de brouwerij mochten kijken en daarna wat proeven. De brouwerij was klein, maar er werd bijna elke dag gebrouwen om aan de vraag te kunnen voldoen. Het meisje en nog meer klanten kwamen erbij staan en we kregen wat uitleg. Terug in het proeflokaal proefden we in kleine glaasjes verschillende bieren. Old Teton ongefiltreerd, Huckleberry Wheat Ale en Moose Juice Stout. Wel lekker. Ik kocht een fles, glas en een kaart waarop alle brouwerijen stonden in de wijde omtrek. Vooral in Colorado zijn er veel.
Waldo had een gesprek met iemand aangeknoopt die wel 10 Ferrari’s bleek te bezitten. Hij vertelde een vriend in Aerdenhout te hebben met ook een Ferrari. Waldo moest hem maar eens opzoeken. Hij vertelde ook in Utrecht geweest te zijn als “best man” bij een bruiloft.
Daarna reden we verder naar Teton Village. Een gehucht met een skilift. ‘s Winters is het een groot wintersportgebied. Er was een autoveiling aan de gang. De potentiële kopers zaten onder een grote tent en de auto’s werden één voor één binnen gereden. We zagen een grote Amerikaanse slee verkocht worden voor $475. Buiten stonden nog veel meer auto’s te koop. Ik dacht een Ferrari gevonden te hebben, maar Waldo zag met zijn kennersoog dat het geen echte was, maar dat er allerlei dingen van een echte Ferrari op gemonteerd waren.
We reden weer terug naar het hotel en gingen niet zwemmen omdat het er veel te druk was. Na wat opgefrist te zijn reden we het stadje weer in. We stopten eerst bij een supermarkt. Weer een hele grote met erg veel artikelen. Ze gaan pas om ca. 10 uur dicht.
Daarna gingen we naar het restaurant aan de overkant en aten er lekker voor $ 30,71 (inclusief tip). Vervolgens bekeken we weer wat souvenirswinkeltjes en reden terug naar het hotel. Om een uur of 11 gingen we naar bed.
zondag 7 juli ca. 400 km naar Vernal
via de (191) richting Daniel, Boulder, Farson, Rock Springs (191) en verder naar Vernal (UT).
Overnachten in: Econo Lodge, 311 E Main St. Vernal, UT 84078
# Betalen cash 2x $ 52 + 9 % = $ 113.36
Bezoek Dinosaur Nat’l Monument en Dinosaur Nat. Hist. Museum (+ aan de (40) net in Utah Dinosaur?).
De rit ging eerst door een landschap als Zwitserland, alleen groter en wijder. Aan beide zijden bergen met besneeuwde toppen. Later leek het meer Zuid-Frankrijk.
We stopten onderweg om te tanken ($1,39/gallon) omdat het goedkoop leek. Ik kon meteen de ramen insectenvrij maken. Later kwamen we een pomp tegen waar het maar $1,19 kostte.
Onderweg zagen we vaak herten langs de kant grazen. In Yellowstone Park had iedereen er voor geremd, nu reed iedereen door. Er staken regelmatig grondeekhoorns over. Zodra we de grens met Utah waren overgestoken veranderde het landschap. Veel mooi rood gekleurd gesteente nu.
We stopten bij de Fleming Gorge Dam. Een ± 150 m hoge dam. We konden met de lift naar beneden en zagen in het water wat uit de electriciteitscentrale liep tientallen grote forellen zwemmen.
Onderweg stonden telkens borden waarop stond dat er dinosauriers gevonden waren en dat sommige delen vroeger zeebodem waren geweest.
Het hotel was wat luxer met naast de twee tweepersoonsbedden een tafel en twee stoelen, bad-douche-toilet, twee schemerlampen en airco. Vlak naast het hotel was het plaatselijke museum. Binnen zei men dat we ook nog in de groeve konden gaan kijken omdat deze om 7 uur sloot terwijl het museum pas om 9 uur dicht ging. Dus reden we eerst naar de groeve. We konden onze Golden Eagle Pass weer gebruiken ($5 bespaard). Vanaf het informatiecentrum konden we met een open autobus naar de groeve. Die was geheel overdekt. Eén wand zat vol met botten en schedels van dinosauriers. Overal stond informatie en er waren wat nieuwe vondsten te zien. Allemaal erg indrukwekkend en interessant. We werden met de bus weer teruggebracht en reden vervolgens naar het museum. Daar waren ook veel vondsten te zien van dinosauriers en veel andere fossielen. Verder was er een afdeling mineralen, informatie over indianen en de huidige flora en fauna. Allemaal erg leuk.
Daarna gingen we op zoek naar een restaurant. Langs de lange hoofdweg stonden: Mac Donald, Kentucky Fried Chicken, Taco Bells en nog vele andere van dit soort fastfood restaurants. Uiteindelijk reden we helemaal terug naar ons hotel en liepen naar het restaurant van het ernaast gelegen Best Western Hotel. Het eten was redelijk. De T-bone steak was wat duur ($10,95). Ook nu werd er weer een in de schil gekookte aardappel in zilverpapier bijgeleverd. Met de saus erbij smaakt het redelijk.
maandag 8 juli
We sliepen uit en terwijl we ons nog aankleedden werd er al op de deur geklopt om de bedden op te maken en de handdoeken te verschonen. Toen we geen reactie gaven werd er geprobeerd de deur te openen wat niet lukte. Na ons eigen ontbijt met onze eigen koffie gingen we op weg naar het Dinosaur National Park. Onderweg passeerden we een autosloperij waar we stopten. We mochten van één auto de plaat afhalen, maar toen ik terugging omdat de schroevedraaier niet paste werd gezegd dat er geen tijd was om te helpen en dat we ‘s middags maar terug moesten komen. In het volgende plaatsje Naples kregen we bij de autosloperij een paar platen van Utah en werd gezegd dat we wel mochten zoeken op de “Yard”. We zagen toch nog wel een paar platen die we wilden hebben. Waldo zag een paar auto-emblemen die hij ook wel wilde hebben. We kwamen iemand tegen die de banden van een auto aan het demonteren was. Ze waren nog redelijk goed zei hij. Hij vertelde ook dat de gewone kentekenplaten voor een nieuwe auto $20 kostten voor een Amerikaan en als hij een speciale plaat wilde met zijn naam of een zelf verzonnen naam moest hij $50 betalen. Toen we terug kwamen in het kantoortje met een stapeltje platen en de emblemen begonnen ze moeilijk te kijken en na wat overleg moesten we $30 betalen. Het was wel een hoop geld, maar we hadden de lol gehad en kregen een officiële aankoopbon dus we betaalden maar. Dan reden we door naar het park waar we de dag tevoren ook geweest waren. Waldo wilde nog wat filmopnamen maken. Op de terugweg kochten we wat sandwiches in een wegrestaurantje en reden naar een ander gedeelte van het Dinosaur Park. Bij het begin van de autoroute stond al dat er geen fossielen te vinden zouden zijn. We kochten voor $ 0,50 een routekaart en gingen op weg. Op verschillende plaatsen waren tekeningen van indianen te zien en mooie vergezichten.
De route was nogal eentonig en we besloten eerder terug te gaan. We namen een onverharde weg en reden constant bergafwaarts. Achter ons was één grote stofwolk. Op een gegeven moment zag ik midden op de weg een slang liggen. Ik was er al overheen gereden voordat ik kon stoppen, maar gelukkig bleef de slang ongedeerd. Toen ik voorzichtig terugreed kon Waldo de slang filmen totdat hij in de struikjes verdween. Sonja was net te laat om een foto te maken. Het was een groene slang van ongeveer een meter lengte en witte ringen. Iemand in het museum zei later dat het waarschijnlijk de niet-giftige Blow-snake was geweest. Deze kwam vaak voor in de woestijn.
Op de terugweg zei men in de garage waar we om kentekenplaten hadden gevraagd dat ze nog geen tijd hadden gehad en dat we de volgende morgen maar moesten komen. Dat hebben we niet gedaan. We kochten in een supermarkt een paar schroevedraaiers en een tang om niet steeds afhankelijk te moeten zijn.
We reden verder, tankten goedkoop ($1,219/gallon) en kochten bij de volgende grote supermarkt melk, een gebraden kip en een pizza die eerst nog klaargemaakt moest worden. Toen we de pizza kregen bleek deze koud te zijn en moest eigenlijk eerst in een magnetronoven heet gemaakt worden. Dat kon gelukkig bij de receptie van ons hotel.
dinsdag 9 juli ca. 440 km naar Boulder
woensdag 10 juli
donderdag 11 juli
Vroeg op en via de (40) naar Colorado, Craig, Steamboat Springs, Kremmling, Hot Sulphur Springs, Silver Creek, tot aan de (70) en verder naar Denver / Boulder.
Overnachten in: Boulder (3 overnachtingen)
Best Western Boulder Inn, 770 28th St. 80303 CO # Betalen cash ± $ 100 x 3 =
$ 300
Ontbijt 7-9 uur bij Mother Café, 1333 Broadway of Brillig Works Café and Bakery. 1322 College Ave.
-
Bezoek Rocky Mountain NP
Chinees eten J’s China, Food Court, 1310 College Ave of Chautauqua Dining Hall, 900 Baseline Rd., end 9th St.
Rit van Boulder, Denver, Golden aan de (6) met Coors Brewery (misschien mogelijkheid voor rondleiding 10-16 uur, duurt 30 min), Central City (119), Rollinsville, Nederland !
( Kaarten kopen ), Boulder. Bezoek Zymurgy in Boulder.
Bezoek brouwerijen ? : Avery Brewing Co., 5763 Arapoe Rd
Twisted Pine Brewing Co., 3280 Valmont Rd
Mountain Sun Pub and Brewery, 1535 Pearl Str.
Oasis Brewery and Restaurant, 3201 Walnut
Walnut Brewery, 1123 Walnut
Rockies Brewing Co., 2880 Wlderness Pl.
De weg naar Boulder was grotendeels de 40. Nadat ik even gereden had nam Waldo het stuur over. Het was een mooie en rustige weg. We passeerden verschillende kleine plaatsjes, die steeds meer op dorpjes in Zwitserland gingen lijken naar mate we hoger in de bergen kwamen. We stopten onderweg bij Taco Bells om wat te eten.
Onderweg zagen we weer veel kleine diertjes die de weg overstaken. Niet altijd met succes zoals ook goed te zien was.
Vlak voor Denver reden we naar Golden. Een mooie weg door een canyon met een snelstromende rivier. In Golden bezochten we de brouwerij. Deze is onder één dak met het café en het restaurant. Het is de eerste brouwerij die ik zie met de biljarttafels vlak naast de gistingstanks! Daarna aten we wat in een family-restaurant vlakbij. Slordige bediening!
woensdag 10 juli
‘s Morgens namen we het gratis ontbijt van het hotel. De koffie was redelijk (iets slap), twee helften van een bolletje dat in een toaster werd opgewarmd (niet meer dan twee!). Er is koude melk (staat in ijs) en een soort muesli. Ook is er een automaat voor sinaasappelsap. Er is te weinig ruimte om het ter plekke op te eten dus nemen we het mee naar de kamer.
Daarna gaan we op zoek naar een postkantoor, een drogisterij en een brouwerij. Het postkantoor is niet te vinden. We vragen het verschillende keren, maar het lukt niet. Uiteindelijk kopen we kaarten en postzegels in een supermarkt. De drogisterij en de apotheek is een onderdeel van de supermarkt. Bij de apotheek vraag ik advies voor een geneesmiddel tegen een flinke hoest.
We bezoeken nog de Kamer van Kophandel die vaak de functie van VVV heeft. We kopen er een kaart van Boulder. Iets verder lopen we bij de AAA (ANWB) binnen en krijgen daar gratis kaarten.
De brouwerij is redelijk makkelijk gevonden en ik koop er 6 verschillende flesjes bier en mag vrij door de brouwerij lopen om foto’s te maken.
Daarna gaan we terug naar het hotel om wat koelers aan te trekken. Het begint weer aardig warm te worden. Daarna op weg naar het Rocky Mountain NP. Een mooie weg er naar toe. We besparen bij de ingang weer $5.
De weg door het park leidt ons door Zwitserland en Zuid-Frankrijk. Het is wel druk. We wandelen om een meer heen en zien naast veel grondeekhoorns een Stella Jay (een donker gekleurde gaai met een mooie kuif). Dan nemen we een andere route terug. Op de plaats waar langhoornschapen voorkomen zien we ze niet. Verder is het park vooral een wandelpark. In Lyons tanken we bij Onoco voor $1,209/gallon. Goedkoop dus. We rijden zonder omwegen terug naar het hotel. Dat was vanmorgen een stuk lastiger!
donderdag 11 juli
Na het ontbijt gaan we eerst naar “Nederland”. Via een mooie weg komen we het bordje Nederland tegen. Het is een oud mijnstadje opgericht door Nederlanders. In het VVV-kantoortje kopen we voor Waldo een T-shirt en een ansichtkaart. In het vlakbij gelegen postkantoortje kopen we wat zegels en krijgen een stempel op onze kaart. We bekijken nog wat winkeltjes en rijden verder. Even verder rijden we een dorpje binnen dat bijna alleen uit casino’s en parkeerplaatsen bestaat. We kunnen gratis parkeren als we de parkeerkaart elk uur in een klok stoppen in het casino. Het is buiten erg stoffig, dus we eten wat verspelen $1 en rijden verder.
Vlak voor Golden zien we langs een riviertje een mogelijkheid om goud te “pannen”.
Een paar kinderen zijn in een paar modderpoeltjes aan het goudzoeken. Het lijkt teveel nep. Even verderop langs het riviertje zitten een paar volwassenen met een goudpan. Ik blijf een tijdje kijken en praten met iemand. Hij verteld dat eerst het gewone zand en de steentjes uitgespoeld moeten worden. In het overgebleven zwarte zand kan dan wat goud zitten. Na een minuut of 10 spoelen blijft er inderdaad alleen zwart zand over, maar er zit geen goud in! Hij verteld dat hij enige tijd geleden wat dieper had gegraven en enkele goudnuggets (korreltjes goud) had gevonden. We rijden verder en ik zie al in de verte de brouwerij van Coors. Het is de op 2 na grootste brouwerij van Amerika. In de ontvangsthal staan al tientallen mensen en er komen steeds meer bij. Er worden groepen van zo’n 12 mensen gevormd.
Onze gids, (een lerares die vakantie heeft) leidt ons rond en vertelt het een en ander. De brouwzaal is de grootste van Amerika en spectaculair. Een groot aantal koperen ketels die in Duitsland gemaakt zijn. Uiteindelijk komen we in de lounge waar het bier gratis geproefd kan worden. We proberen wat, maar het valt tegen.
Dan rijden we weer naar Boulder. Eerst de snelweg naar Denver. Het is een drukke weg dwars door de enorm grote stad. We rijden per ongeluk te ver door en moeten terug. Dan gaat het nog een keer fout, maar uiteindelijk zitten we op de goede weg. We rijden vlak langs ons hotel en gaan op zoek naar het kantoor waar het tijdschrift wordt gemaakt waar ik op geabonneerd ben. Ik had een uitnodiging gekregen om als ik in de buurt was langs te komen. De receptioniste leidt me rond en stelt me aan verschillende mensen voor. Ik krijg nog wat stickers en koop een bierboekje dat ik anders per post besteld zou hebben. Daarna rijden we naar het winkeltje met bierbrouwartikelen dat ‘s morgens nog gesloten was. Ik koop er een boekje over het zelf opkweken van gist en wat hop.
Dan kopen we nog een quick-meal en eten dat op de hotelkamer op. Ik neem mijn drankje tegen het hoesten (het wordt niet veel beter) en een aspirine tegen de koorts en ga vroeg naar bed.
vrijdag 12 juli ca. 350 km naar Gunnison
Vroeg op en via de (70) naar de afslag (91) Leadville, tot Poncha Springs (W. van Salida), dan de (50) naar Gunnison.
Overnachten in: Gunnison Super 8, 411 E.Tomichi Ave., Gunnison, CO 81230 (aankomst 16:00 uur)
# Betalen cash $ 74.88 + 8.9 % = $ 81.55 (op kamerdeur staat $125/day).
-
Ontbijt en diner: Cattleman Inn, 301 W. Tomichi
9 mile W. van Gunnison: Curecanti Nat. Recreation Area, Morrow Point (met dubbele Arch).
We rijden Boulder uit via de toeristische route (via Nederland) omdat de snelweg ons gisteren wat afschrok. De weg langs mijnplaatsjes zoals Leadville is mooi en rustig. Soms steil bergop- en neerwaarts, soms door hoog vlak land met overal om ons heen besneeuwde bergtoppen.
Het hoogste punt vandaag was ruim 11000 feet (3,4 km). We eten onderweg wat in een wegrestaurant als het begint te waaien. Even later giet het met hagel en onweer. Ik moet rennen om de auto nog een beetje droog te kunnen ophalen. We bezoeken onderweg weer twee auto-sloperijen en vinden een paar mooie platen. Bij de één gratis en bij de ander $1 per stuk. Als ik over de yard loop en aan het eind wat omhoog klim is er weer een yard. Er komt een man op mij af die vraagt wat ik kom doen. Ik vertel hem dat ik toestemming heb om te zoeken, maar hij legt uit dat de yard waar ik nu ben van hem is. Hij verkoopt alleen oude kentekenplaten, maar die zijn duur en daar ben ik niet in geïnteresseerd. Als ik zo met hem sta te praten zie ik een klein zandhoosje op ons af komen. Het zand draait razendsnel in een trechtervormig slurfje de lucht in. De man zegt dat ze dat een “sand-devil” noemen en vraagt hoe we dat in Nederland noemen. Ik leg hem uit dat we dat in Nederland bijna nooit zien.
zaterdag 13 juli ca. 200 km naar Grand Junction
via de (50) naar Montrose, onderweg bezoek Black Canyon of the Gunnison Nat’l Mon. (Royal Gorge), Delta, Grand Junction.
Overnachten in: Motel 6, 776 Horizon Dr., Grand Junction, CO 81506 # Betalen ± $ 45
Bezoek Colorado Nat’l Mon. Vanaf Grand Junction borden (340) volgen: de Rim Rock Drive (23 mile) geeft mooie uitzichten.
Snowy Mountain Brewing Co.
We rijden eerst weer dezelfde weg als gisteren langs het stuwmeer. Dan buigt de weg af en rijden we door de heuvels. Wat later gaan we het park Black Canyon of the Gunnison in. Entree zou $4 geweest zijn. Het is een mooie weg die regelmatig uitzicht geeft op de canyon. Aan het eind draaien we om en rijden dezelfde weg terug.
Een uurtje later rijden we Grand Junction binnen. Een leuk stadje, erg ruim opgezet. Het Motel 6 is weer precies hetzelfde als de voorgaande. Alleen het zwembadje is kleiner en het water is nogal koud.
Na een opfrisser rijden we eerst naar de VVV en vervolgens naar de 15 mile verder gelegen ingang van het Colorado National Monument. De entree van $4 hoeven we niet te betalen. De Golden Eagle Pass betaald zich goed terug. Ik moet wel een paspoort laten zien om de handtekeningen te laten vergelijken. We krijgen dan een reçuutje dat op de binnenkant van het raam geplakt moet worden. Het is voor de eerste keer dat zo streng gecontroleerd wordt.
De weg langs en door de canyon is schitterend. Vele mooie vergezichten, mooie kleuren en een interessante dia-show in het visitor-center. Bij één van de parkeerplaatsen lopen weer grond-eekhoorns en de kleinere skipmunks. Ze eten de zonnebloempitten zo uit de hand. Wat verder zien we drie arenden door de lucht zweven. Met de kijker zijn ze goed te herkennen. Op sommige plaatsen zijn grote groepen cactussen te zien, maar zonder bloemen. Na het park rijden we het stadje weer in. In de gouden gids bij een telefooncel vind ik een restaurant/brouwerij. We proeven wat van hun bier (redelijk) en gaan terug naar het hotel. Tegen de avond gaan Sonja en ik wat eten en blijft Waldo met wat chips op de kamer TV kijken. In de kamers naast ons zitten jongelui die nogal luidruchtig zijn.
zondag 14 juli ca. 300 km naar Blanding
maandag 15 juli
dinsdag 16 juli
via de (70) naar de stategrens met Utah, dan tot Cisco, de (128) naar Moab, onderweg bezoek Arches NP, en verder naar Blanding.
Overnachten in: Best Western Gateway Motel, 88 E Center St. 84511 UT # Betalen cash $ 65 x 3 + 9 % = $ 212.55
Bezoek Canyonland NP.
Bezoek Natural Bridges Nat’l Mon. en ev. Monument Valley en/of vanaf Monument Valley via Bluff (191) tot de (160), dan de (160) door 4-staten knooppunt tot de (166), dan de (166) door Yucca House Nat’l Mon. tot Cortez, bezoek Mesa Verde NP, Cortez, langs rivier Mc.Elmo, langs Hovenweep Nat. Mon. naar Blanding (± 312 km).
Na ons eigen ontbijt rijden we richting Utah. Na een paar kilometer neemt Waldo het stuur over en rijdt verder de hele dag. Het eerste stuk is een mooie weg waar 75 mph gereden mag worden. Dan moeten we afbuigen om de Scenic Byway (toeristische route) te nemen. De weg is niet zo mooi maar de omgeving des te meer. Eerst nog wat vlak land (bergen in de verte). Soms zien we woestijnhondjes zitten bij hun holen. Ze zitten mooi rechtop te kijken wie er nu weer langs komt.
Dan rijden we een canyon in. De weg volgt de rivier en de rood gekleurde rotsen zien er soms spectaculair uit. We zien ook mensen op een vlot de rivier afzakken. Het water is daar nog kalm maar even verderop wordt het wat wilder.
Wat later rijden we Arches NP binnen (entree zou $4 geweest zijn). We bezoeken verschillende uitzichtpunten. Allemaal even spectaculair door de mooi gevormde roodgekleurde rotsen. Op een plaats staat aangegeven dat we 2,5 km moeten lopen om de Delicate Arch te zien. We nemen onze flessen met ijswater mee en gaan op weg. Het is heet, de zon staat bijna recht boven ons, het is bijna 1 uur en de weg gaat vaak steil naar boven. Een enkele keer komen we een boompje tegen dat groot genoeg is om schaduw te geven, maar vaak zitten er dan al mensen onder. Dan lopen we over een steile gladde rotswand waar het pad is aangegeven met stapeltjes stenen. Het is heet! We zien nog een hagedis die ook met opgetrokken pootjes zit vanwege de hitte. Zo nu en dan een slokje water en dan weer verder. Als ik bijna op het hoogste punt een rotswand zie, zeg ik dat ik niet verder dan daar ga. Onderweg zit een vrouw in de zon tegen een rotsblok wat uit te rusten. Er staan een paar mensen naast die vragen of het wel gaat. Ze zegt van ja en neemt een slokje water. Wij gaan verder.
Tegen een steile rotswand die flink schaduw geeft rusten we wat uit. En we zijn niet de enige. Vlak om de bocht van de rots is de Arch. Het is een hele mooie en we kunnen er nog twee zien. Het was dus wel de moeite waard! De terugweg is gemakkelijker omdat het voornamerlijk berg-afwaarts gaat. Maar de zon brandt en we zitten even later toch zonder water. Op zo’n moment komen indianen- en cowboyfilms in gedachten op.
We redden het tot de parkeerplaats en dan is er weer wat te drinken. Als ik dit ‘s avonds zit te schrijven lees ik in de folder die we gekregen hebben over deze tocht: afstand 4,8 km. Stijging 146 meter, geen schaduw, neem tenminste per persoon ¼ liter water mee, het beste bij zonsondergang te doen!
We bezoeken nog wat andere uitzichtpunten (zonder te klimmen) en verlaten het park.
We rijden via Moab naar Monticello waar we (broodnodige) benzine inslaan. Het hotel is aardig, met een mooie kamer en een klein maar diep zwembad waar het water niet al te koud is.
Bij de balie staan al wat mensen in te checken. Het blijken Nederlanders te zijn. En bij het zwembadje komen we nog een paar landgenoten tegen. Het is de grootste concentratie Nederlanders sinds het begin van de reis.
Na wat rusten gaan Sonja en ik op zoek naar een restaurant. We willen voor Waldo een hamburger meenemen. We rijden het hele plaatsje bijna door (is zo gebeurt) en ontdekken uiteindelijk 1 geopend restaurant. Het is er dan ook behoorlijk druk. Alle andere Nederlanders komen we ook weer tegen. We eten er lekker en nemen voor Waldo een hamburger en friet mee. Alles bij elkaar voor $20,50 en $2 op tafel als tip. Na het TV kijken gaan we slapen.
maandag 15 juli
We staan vroeg op (half 7) en na het hotelontbijt van zoete koffiekoeken en zoete cakejes gaan we op weg. Onderweg zien we ongeveer dezelfde rotsformaties als bij Monument Valley, dus daar hoeven we niet meer heen. Het zijn hardstenen blokken van wel 30 meter hoog die eerst onder het zand gezeten hebben, waarna het zand verdwenen is. Omdat ze vaak alleen in het kale landschap staan zijn ze zeer fotogeniek. We rijden zelfs even terug om een stukje weg met een mooi vergezicht goed te kunnen filmen. Wat later is het landschap een kale saaie woestenij. Het is het reservaat van de Navajo indianen in Utah en Arizona en als we New Mexico binnen rijden van de Ute indianen. De wegen zijn minder goed onderhouden en er ligt veel rommel langs de kant van de weg. Vlak na het plaatsje Cortez rijden we het Mesa Verde NP binnen. Weer $4 bespaard door de Golden Eagle Pass. We rijden eerst naar het visitor-center en horen daar dat we moeten kiezen uit 3 als we een tocht met begeleiding van een ranger willen. We kiezen voor de Long-house tour en krijgen te horen dat we om 5 uur kunnen vertrekken. Het is één uur, dus we eten eerst wat in het restaurant en gaan dan op eigen houtje wat indianenwoningen bekijken. Ook op afstand zijn ze leuk om te zien. Ze zijn tegen rotswanden aangebouwd en soms flink groot.
Uiteindelijk is het tijd voor onze excursie, dus we rijden naar het vertrekpunt. Eerst rijden we een stuk met een tram op autobanden. Dan volgen we de ranger Carla een steil paadje af. Van te voren zijn we gewaarschuwd “wat naar beneden gaat moet ook weer naar boven”. We mogen geen etenswaren meenemen, alleen water. Er gaan ook veel kinderen mee dus het zal wel meevallen. Even later staan we onder een reusachtige overhangende rotswand tussen de indianenwoningen. Het zijn ruines maar nog goed herkenbaar. Ze zijn opgebouwd van brokken steen met modder als cement en hout als versteviging of hout om verdiepingen te creeeeren.
Er wordt van alles uitgelegd. Zo’n 160 Anasazie-indianen hebben hier gewoond van ± 1200 voor Christus. Het waren landbouwers.
We moeten twee houten ladders opklimmen en zien de plaatsen waar vuur gemaakt is, de voedselopslagplaatsen, de drinkwatervoorziening, een plaats waar rituelen uitgevoerd werden en waar gefeest werd. Dan moeten we het steile pad weer op en met de tram-bus terug.
Vlak voordat we het park uitrijden zien we nog een hert met jongen lopen. We eten onderweg bij een Taco Bell en rijden verder. Het wordt slecht weer rondom ons en als het wat begint te schemeren zien we op een aantal plaatsen rondom ons onweer. Het wordt snel donker en we moeten nog een flink stuk rijden. We zien een ja-knikker langs de weg en even later nog veel meer. Op twee plaatsen branden grote fakkels van ontwijkend gas. Het is een wat onheilspellend en tegelijk fascinerend landschap. Het is donker als we bij het hotel terugkomen, maar we zijn niet de enigen die laat terug komen. We hebben vandaag 574 km gereden! Wel veel, maar het was de moeite waard.
woensdag 17 juli ca. 380 km naar Bryce Canyon
donderdag 18 juli
via de (95) naar Hanksville, (24) Torrey (vlak voor Torrey bezoek Capitol Reef Nat’l Park), Grover, Boulder, Escalante (petrified forest), na Escalante rechtsaf richting Antimony.
Overnachten in: Rockin’R Ranch,7775 N.Main,HWY 22, Antimony Bryce Canyon NP. UT 84717 # Betaling via voucher ARKE
Bezoek Bryce Canyon NP. Bezoek Grosvenor Arch.
We bezochten onderweg het Capitol Reef NP. Weer erg mooi. In het visitor-center zagen we een mooie dia-show.
Na Escalante bezochten we het Petrified Forest. We moeten $3 betalen omdat de Golden Eagle pass niet geldig was. Het bleek een camping, vanwaar een pad steil de berg opging. Na een flink stuk lopen kwamen we de eerste stukken versteend hout tegen. Wel mooi, maar na Petrified Forest in Arizona waar we 3 jaar geleden waren, viel het tegen. We zagen ook nog een koppeltje patrijzen lopen. Het was al laat geworden dus we moesten nu naar ons hotel. De kortste route namen we niet omdat dat via een onverharde weg bleek te gaan. Vlak voor de ingang van Bryce Canyon vroeg ik de weg. We moesten toch naar het plaatsje Antimony gaan. Het was een mooie stille maar erg lange weg. Er leek geen eind aan te komen. Soms liepen er wat koeien los langs de weg of een grote stier midden op de weg. Op een gegeven moment liepen er wel 10 herten langs de weg en waren er nog 5 bezig over te steken.
Vlak daarna werden we gepasseerd door een auto die veel harder reed dan wij. Waldo gaf wat meer gas en we volgden de auto. Opeens ging het asfalt over in grind en verdween de auto voor ons in een stofwolk. Achter ons reed ook nog een auto die in onze stofwolk verdween. Zo reden we vele kilometers. Tenslotte begon het asfalt weer en reden we het dorpje binnen. Vlak voordat we dachten er weer uit te rijden zag ik langs de kant van de weg een bord van het hotel. Het bleek een toeristische ranch te zijn. We konden na iets terugrijden het erf oprijden. De andere auto’s reden door maar kwamen even later weer terug. Het bleken Portugezen te zijn. De ranch bestond uit een groot houten gebouw met allemaal kamers. Via een aantal trappen binnendoor werd mij onze kamer gewezen. Het overnachten is al betaald. Voor het eten en andere zaken moet ik mijn rekeningnummer opgeven. Na wat opfrissen gaan we naar de eetzaal. We kunnen gaan zitten waar we willen en krijgen na enige tijd een karaf ijswater. Nog wat later krijgen we bordjes om wat uit de saladebar te pakken. Het meeste is al (bijna) op, alleen van de sla en een salade met mandarijnen kunnen we genoeg pakken. Op de tafeltjes waar de Portugezen zitten worden zo nu en dan zonder commentaar borden neergezet. Ik kan zo in de keuken kijken en zie dat er maar 1 menu is. Een stuk gegrilde kip, rijst en wat doperwten/worteltjes. Voor iedereen hetzelfde. Als toetje komt er nog een stukje cake met slagroom. Als drinken moeten we het doen met het ijswater. Na afloop kan er nog koffie ingeschonken worden, maar dat doen we niet.
De airco van de kamer schijnt centraal geregeld te worden, dus daar hebben we geen lawaai van. De kamer is wel zeer gehorig. Van de naastgelegen kamer kunnen we van alles horen en we zitten boven een zaal waar poolbiljarts staan waar we ook alles van horen. De douche gaat zo nu en dan van heet naar koud. Het licht brand ook niet regelmatig. De electrische installatie deugt blijkbaar niet helemaal.
De ranch blijkt gerund te worden door mormonen. Alles ziet er nog redelijk nieuw uit en er zijn veel gasten. Overdag kan meegedaan worden met allerlei cowboy-activiteiten.
Als we vertrekken blijkt dat het eten $12,95 gekost heeft per persoon. Zo duur hebben we nog niet één keer gegeten. Het ontbijt zou $ 5,95 gekost hebben. Maar dat hebben we gelukkig zelf klaargemaakt.
vrijdag 19 juli ca. 385 km naar Ely
via de (12), de (89) tot Long Valley Junction en de (14) tot bijna bij Cedar City, de (148) naar Cedar Breaks Nat’l Monument, terug naar (14) naar Cedar City, de (56) naar Modena, de stategrens over naar Nevada, Panaca, de (93) naar Ely
Overnachten in: Motel 6, 7 th Ave O 89301 Ely # Betalen cash ± $ 40 (werd $38,87)
Bezoek Grand Basin NP. Great Basin NP Lehman Caves. The Millard Museum (minerals).
We rijden dezelfde route tot de afslag naar Bryce Canyon en gaan dan rechtdoor. Na een flink stuk rijden en een vergeefse poging bij een autosloperij, komen we er achter dat we te ver zijn doorgereden. Dus maar weer terug. We stoppen dan wel bij een winkeltje waar mooie stenen en fossielen verkocht worden en wat dinosaurus-eieren te zien zijn. Vooral het grote stuk van $350 met drie enorm grote trilobieten maakt indruk.
Daarna nemen we wel de goede afslag en bezoeken even later het Cedar Breaks Nat’l Mon. Het park lijkt iets op Bryce Canyon maar is veel kleiner. We krijgen met nog wat andere mensen een soort opvoedkundig verhaaltje van ranger Tricia die dit voor de eerste keer doet en haar verhaal op papier bij zich heeft. In het park zien we twee herten en veel moie bloemen.
In het stadje Cedar City doen we wat inkopen en rijden dan via het gehucht Modena (in Italie een stad) en het gehucht New Castle de grens over naar Nevada. We rijden al in een soort woestijn. We mogen weer 70 mph rijden maar worden toch nog ingehaald door een vrachtwagen die kennelijk haast heeft.
Er vliegen drie straaljagers vlak over ons heen die tegen de bergen verderop te pletter lijken te vliegen maar er vlak over heen scheren. Borden langs de weg zeggen dat we geen lifters mogen meenemen omdat vlakbij een gevangenis is.
We bezoeken niet het Grand Basin NP, omdat dat net te ver van het motel ligt.
We gingen het stadje Ely in om te eten. Er waren weer flink wat casino-hotel-restaurants. Voor het eten vergokten we $ 1,50. Net toen we besloten hadden om weg te gaan, kwam een man van security aan Waldo vragen of hij ouder was dan 21. Toen Waldo nee zei, zei de man dat Waldo dan alleen in het restaurant of de toiletten mocht komen. Waldo vertelde de man dat het geld toch op was en we van plan waren weg te gaan.
Na het (lekkere) eten speelden we met $ 1 quitte. We zagen een leuke film op TV met de Nederlander Rutger Hauer en gingen om 11 uur slapen.
zaterdag 20 juli ca. 550 km naar South Lake Tahoe
Vroeg op en via de (50) naar Austin, dan de (722 en de 844) naar Ione en bezoek Berlin-Ichthyosaur State Park, terug Ione, dan de (844) naar Gabbs en de (361) naar de (50) en verder naar Fallon, Carson City, South Lake Tahoe.
Overnachten in: Motel 6, 2375 Lake Tahoe Blvd, South Lake Tahoe, CA 96150
# Betalen cash $ ± 50 ‘s Avonds terugvlucht bevestigen United Airlines (toll-free) 800-241-6522
Departure 08.20 uur (flight UA 964) to Washington Dulles and (flight UA 946) to Amsterdam.
We rijden weer echt door Nevada. Woestijn, zo nu en dan een dorpje of een stadje. Om het Berlin-Ichthyosaur State Park te bezoeken rijden we de 722. Bij de 50 stonden al bordjes “de eenzaamste weg van Amerika” maar deze weg is nog veel rustiger. We komen niemand tegen en langzamerhand begint de benzinemeter naar leeg te gaan. Uiteindelijk zien we afslag naar Ione. Het is een onverharde weg die even later in drieeen splitst. We kunnen kiezen. Eén gaat het weiland in en valt dus af. Een ander blijkt na enige tijd op een vuilnisbelt uit te komen. De derde weg wordt na enige tijd steeds slechter, zodat we besluiten om terug te gaan en de 722 te vervolgen. Als we weer een flink stuk hebben gereden komen we een cafeetje met een benzinepomp tegen. We tanken vol ondanks de prijs van $ 1,56/gallon. Als ik afreken krijg ik een envelop mee met een kaart van Nevada, een brochure van het park waar we op weg naar toe zijn en een toeristische overlevingsfolder. We besluiten toch maar naar het park te rijden ondanks de afstand van 2x 50 mile die we dan moeten rijden. Als we bij het park aankomen moeten we $3 betalen om binnen te komen. Er staat een ranger die ons verteld dat er een rondleiding bij de oude huisjes is om 4 uur en om 2 uur de rondleiding bij de fossielen. Als hij hoort dat we uit Nederland komen, zegt hij dat hij ook een paar woorden Nederlands kent. Zo lijkt het, maar het is Zuid-Afrikaans. Zijn vrouw komt uit Zuid-Afrika en hij gaat haar vragen of ze nu meteen de rondleiding bij de huisjes wil geven. We kunnen eerst het voormalige hoofdkantoor bekijken van de goud/zilvermijn die er rond de eeuwwisseling geweest is. Er staan veel oude voorwerpen, een krant uit 1905, oude jaarboeken enz. Leuk om te zien. Even later komt zijn vrouw en zegt, nadat we ons voorgesteld hebben, dat wij in het Nederlands en zij in het Zuid-Afrikaans zal praten. Het gaat goed op een paar woordjes na. Ze laat ons een paar houten huisjes zien waar mensen hebben gewoond toen de mijn nog werkte. Er staan weer veel leuke oude voorwerpen in. Op het hoogtepunt bestond het dorpje uit 250 inwoners. De meeste huisjes zijn later ingestort. De mijn leverde veel goud en zilver en sloot in 1908. Telkens als ze de deur van een huisje van het slot heeft gedaan stampt ze even met de voet op de vloer en luistert dan of ze geen (ratel)slangen hoort. Haar man had de dag tevoren nog een ratelslang moeten doodslaan. In het kantoor van de mijn staat nog een oventje waar het goud en zilver gesmolten werd. Er was ook een laboratorium waarvan de chemicalienkast was overgebleven. In de fabriek van de mijn werden de rotsblokken stuk gehamerd wat doofheid veroorzaakte bij de mensen die er moesten werken.
We gaan ook nog een woninkje binnen waarvan de bewoner in 1972 is overleden. Hij was ergens op bezoek gegaan en overleden en het huisje was precies in de staat waarin hij het had verlaten. Zijn sokken hingen nog op het waslijntje, de voorraadkast was nog gevuld en de boekenkast was flink gevuld. De man maakte houten ski’s die hij dan verkocht. Een hele stapel brieven en andere persoonlijke zaken waren nog onaangeroerd.
Als we teruggaan is het net tijd voor de andere excursie. We bedanken het vrouwtje en nodigen haar en haar man uit om eens in Nederland te komen. Het blijkt dat ze wel vaker in Europa komen als ze op weg zijn naar Zuid-Afrika om de reis wat te breken.
We moeten eerst een stukje achter de ranger aanrijden en gaan dan een overdekte groeve binnen. We moeten $2 per persoon betalen. Het blijkt dat er zo’n 7 Ichtyosauriers (een soort grote dolfijnen) gevonden zijn op deze plaats. Verderop in het park zijn er nog meer gevonden. De ranger verteld een heel verhaal en wijst van alles aan. Het is jammer dat er een paar kleine kinderen bij zijn die stierlijk vervelend doen.
Dan rijden we weer verder richting Carson City (het blijkt een grote stad te zijn) en South Lake Tahoe. Tot aan de staatsgrens met Californie zie je overal casino’s. Vlak op de grens staan de grote casino’s en als er geen casino’s meer staan zijn we in Californie. We rijden al die tijd langs het enorm grote Lake Tahoe. Het is ongelooflijk druk. Overal zijn hotels, motels en campings. Als we bij Motel 6 aankomen is het volgeboekt. Gelukkig hebben wij gereserveerd. We zien op de TV wat van de Olympische spelen.
We reden weg met de auto om een restaurant te zoeken, maar toen we een stuk gereden hadden besloten we toch het restaurant te nemen dat vlak naast het motel lag. Het bleek een goede keus. Terug in het motel belde ik United Airlines om de terugvlucht te bevestigen.
zondag 21 juli ca. 390 km naar San Francisco
maandag 22 juli
dinsdag 23 juli
via de (50) en de Luther Pass naar Woodfords, dan de (12) tot splitsing, dan de (4) via Angels Camp naar Stockton, de (south 5) naar Banta, de (205 en dan de 580) naar Dublin (bezoek Lyon’s brewery, San Ramon Rd. 7294 ), naar Hayward, de (92) naar Foster City en San Mateo. Dan de (101) richting SF en dan de afslag Burlingame.
Overnachten in: Park Plaza SFO Airport, 1177 Airport BLVD, Burlingame, San Francisco
# Betaling via voucher ARKE
# Bier inkopen in winkeltje bij Fisherman’s Wharf.
# Bezoek winkel Brewcraft, 1555 Clement St. CA 94118
# Bezoek Brew City ? 2198 Wilbert Street San Francisco CA 94123. Een Brew-on-Premises.
# Bezoek Sir Francis Drake Hotel vóór zonsondergang om op de 21e etage “Starlite Roof” de zonsondergang te zien.
# Bezoek San Francisco. Dinsdagavond 23 juli auto inleveren. Dan gebruik te maken van de shuttle services van ALAMO.
Vandaag een beetje een pechdag. Vanaf het motel was het een mooie weg door de bergen, maar de afslag naar de toeristische route misten we. In Dublin moesten we een tijd zoeken voordat we de Lyons brouwerij hadden gevonden en toen ik naar binnen ging zag ik alleen een groot cafe. Van de brouwerij was niets te zien. Dus reden we verder naar SF. De wegen werden steeds breder en drukker. De San Mateo brug kostte $1. Daarna moesten we weer flink zoeken naar het hotel. Het was een groot hotel van 9 verdiepingen op ca. 2 mile afstand van het vliegveld. Volgens de folder op de deur kost de kamer $ 340 per nacht. Veel te duur. Eerst kregen we kamer 412. Maar deze stonk nog naar de rook, terwijl we rookvrije kamers hadden gevraagd. Dus bij de receptie een andere kamer gevraagd. Het werd 308. Er ontbraken 2 glazen en een set handdoeken. We wilden het op weg naar de stad bij de receptie vragen, maar kwamen op de gang een kamermeisje tegen. Dus vroegen we het aan haar. Toen we laat op de avond op de kamer terugkwamen was er niets gebracht. Dus belde ik de receptie en een kwartier later werd er op de deur geklopt en kregen we de gevraagde spullen.
Nadat we ons ‘s middags opgefrist hadden, gingen we eerst een broodje eten aan de waterkant. We hadden een mooi gezicht op de luchthaven van SF. Telkens zagen we vliegtuigen landen en opstijgen. Het landen gaat over water en een stuk van de landingsbaan steekt ook in het water uit. Het opstijgen staat hier haaks op, zodat landen en starten niet tegelijk kan. Omdat de wind onze kant op was konden we alles ook goed ruiken. Daarna reden we naar SF. Het was nog een flinke rit met erg veel verkeer. We reden SF nu binnen via een kant die we nog niet eerder hadden gehad. En dus zag alles er weer anders uit.
We parkeerden in een parkeergarage bij Union Squaire. De financiele wijk met de wolkenkrabbers. We bekeken verschillende winkels. Ze zijn op zondag toch open. We zagen bij een groot hotel dat de liften aan de buitenkant omhoog gingen. Dus wij naar binnen en in de lift naar de 35e verdieping. Eerst konden we niet naar buiten kijken, maar na 1 verdieping kon dat wel. Het was een schitterend uitzicht over de stad. Alleen ging de lift zo snel dat we er niet zo lang van konden genieten. Voor de ramen van de bovenste verdieping konden we toch goed naar buiten kijken. Later gingen we bij het Mariot-hotel naar binnen. Door een enorm grote hal direkt naar de liften en naar de 39e verdieping. Daar was het restaurant en de bar. We gebruikten niets, maar konden door de ramen toch een groot deel van SF bewonderen. Er stond trouwens een bord waarop bezoekers werden uitgenodigd om van het uitzicht te genieten.
We bezochten ook een groot warenhuis waar de roltrappen een halve cirkel maakten. Tot aan de 9e verdieping toe. Een mooi gezicht als je op de roltrap stond en naar beneden of naar boven keek.
Terug in de parkeergarage bleek dat we iets meer dan 2 uur hadden gestaan en moesten we 3x $2 betalen. Daarna reden we terug naar het hotel. Eerst even verkeerd , maar al gauw de goede kant op. Even later zaten we in een enorme file, die wel een uur vertraging zou geven. De exacte oorzaak was onduidelijk. We zagen wel grote wolken van de kust afkomen. Het leek de bekende mist van SF, maar toen we de ramen opendeden kwam er een brandlucht binnen. ‘s Avonds op TV zagen we dat er bij SF grasland of bos in de brand had gestaan.
Toen we eenmaal op de snelweg zaten ging het vlotter. We wisten niet precies welke afslag we moesten nemen en sloegen te vroeg af. Dat ging van kwaad tot erger zodat we uiteindelijk totaal verdwaald waren. Gelukkig kon ik iemand vinden om de weg te vragen. Daarna was er nog onduidelijkheid of we op de Airport Blvd of de S. Airport Blvd moesten zijn. We reden bijna het vliegveld op. Uiteindelijk kwamen we op de goede weg, aten wat in een restaurant en reden wat later de parkeerplaats van het hotel op.
maandag 22 juli
Vandaag gingen we weer SF bekijken. We reden eerst naar het Alamo-verhuurstation om te zien waar het precies lag.
Daarna zochten we in de stad de “Waldo alley” die Waldo op de kaart had gevonden. Het bleek een klein straatje te zijn. Om er te komen moesten we over een weg die steil naar beneden ging. Telkens als we een zijstraat gepasseerd waren, doken we naar beneden waarbij in eerste instantie niet te zien was wat voor ons was. Dit soort wegen komen ook voor in achtervolgingsfilms die in SF spelen, waarbij de auto’s (omdat ze zo hard rijden) soms een stuk door de lucht vliegen.
Daarna zochten we een winkel op waar zelfbrouwartikelen verkocht werden. Ik praatte gezeliig een tijdje met de eigenaar en kocht wat hop en gist.
Vervolgens reden we naar Fisherman’s Wharf waar we weer winkeltjes gingen bekijken. Ook ruilden we drie van onze kentekenplaten voor drie andere, die anders $ 7 gekost zouden hebben. Tussen de rondlopende toeristen zijn mensen te vinden die sieraden verkopen, mime-spelers en we zagen twee punkers die om geld vroegen. Er zat weer een man met een paar takken voor zich die mensen aan het schrikken maakte (dezelfde als 3 jaar geleden?). Veel mensen die hij aan het schrikken had genmaakt stonden even verderop te kijken hoe hij anderen weer te pakken nam. En gaven hem dan soms wat geld. Er zaten ook gewone bedelaars met een hond of een kat die geld vroegen voor hun huisdier. En er zaten bedelaars die gewoon geld vroegen voor bier.
Daarna reden we weer de stad in om op een wolkenkrabber van het uitzicht te genieten. We parkeerden vlakbij de Pyramide voor $ 2,50 per 20 minuten en liepen de Pyramide in. Het bleek dat er voor toeristen geen toegang was. Daarna liepen we naar een wolkenkrabberbank en gingen met de lift naar de bovenste (39e verdieping). Daar bleken alleen kantoren te zijn en er stond een bordje dat toeristen zich op de 32e verdieping moesten melden. Daar vroegen en kregen we toestemming om door de ramen van het uitzicht te genieten. Intussen waren de 1e 20 minuten al om en konden we rustig de garage zoeken omdat we toch voor 40 minuten moesten betalen.
Vervolgens gingen we op zoek naar de bekende Anchor Steam brouwerij. Ik vroeg de weg bij een luxe restaurant en even later stonden we voor de deur van de brouwerij. Een rondleiding was deze dag niet meer mogelijk maar ik kon ons opgeven voor 11 uur de volgende morgen. Daarna reden we naar de v.Ness Blvd en bezochten de winkel waar 3 jaar geleden de Ferrari-dealer in zat. Het was nu een Saab-dealer en er werden veel automodellen en literatuur verkocht. Waldo kocht een boek en een mooie Ferrari-stropdas. Dan reden we weer naar de FW waar we gratis parkeerden en rondliepen tot we moe waren. Daarna eerst naar het hotel om de inkopen terug te brengen en daarna eten bij Sizzler. Een restaurant waar je bij de ingang je keus moet maken en betalen. Daarna wordt alles bij je tafeltje gebracht.
dinsdag 23 juli
De laatste hele dag in de U.S.A. Ergens zijn we daarom wel blij omdat we vol raken met indrukken. Eerst reden we naar de brouwerij. We kwamen iets te laat aan omdat we verkeerd reden en toen geen parkeerplaats konden vinden. Maar de rondleiding was nog niet begonnen en na ons kwamen nog andere mensen binnen. Het meisje dat ons zou rondleiden vertelde eerst het een en ander over de brouwerij, het brouwproces en het bier. Daarna bekeken we het brouwhuis, de gistingsruimtes, de lagerruimte en de vullerij. Vervolgens weer naar het proeflokaal waar we de bieren konden proeven en wat artikelen konden kopen. Ik kocht een T-shirt, van alle bieren twee flesjes (minder kon niet) en een glas. Buiten deden we eerst onze inkopen in de auto en bezochten dan de tegenover de brouwerij gelegen “Bear factory”. Hier werden speelgoed beren gemaakt. Er was net een excursie aan de gang met een grote groep kinderen die mochten helpen hun eigen lege beertje op te vullen.
Daarna gingen we op weg naar Mill-City. Het lag ten Noorden van SF dus we moesten de Golden Gate Bridge weer over. Deze lag nu gedeeltelijk in de mist waar ik weer een foto van maakte. Daarna reden we 1x fout. We konden gelukkig de weg vragen aan een sheriff die toevallig net langs reed.
Even later stonden we voor de Ferrari-dealer die 3 jaar geleden in de stad was gevestigd. We vroegen en kregen toestemming om te kijken, fotograferen en te filmen. Er stond voor enkele miljoenen aan oude en nieuwe auto’s. Waldo vroeg wat tijdschriften, maar kreeg wat folders waar hij wel blij mee was. In de garage stonden ook een flink aantal auto’s die klaargemaakt werden voor verkoop. Waldo kon geen kapotte onderdelen krijgen, maar kreeg een lege verpakkings-doos mee.
Daarna reden we terug de brug over ($3) en reden langs de kust. Het leek soms net Zandvoort, alleen is de kust steiler.
Via een omweg reden we naar het autoverhuurbedrijf en kregen te horen dat de auto eventueel pas de volgende morgen teruggebracht hoefde te worden. Dus we konden er ‘s avonds nog mee uit eten gaan. In het hotel gingen we de koffers nauwkeurig inpakken om alles netjes te kunnen meenemen en telden ons laatste geld. Daarna gingen we weer eten bij Sizzler en brachten daarna de auto weg. Vlak daarvoor hadden we de auto volgetankt. Bij de inspectie van de auto keek men wel verbaasd over de kilometerstand (we hadden 9887 kilometer gereden!, 3800 km meer dan ik geschat had).
Drie jaar geleden had ik $ 8,67 teveel betaald en schriftelijk bericht gekregen dat ik dat nog te goed hield. Ik wilde proberen dat nu terug te krijgen. De manager moest wel lachen, maar zei na veel computerwerk dat het op mijn rekening overgemaakt zou worden. Ik ben benieuwd. Daarna belde hij ons hotel om te vragen of ze ons op kwamen halen. Even later stond het hotelbusje er.
woensdag 24 juli ‘s morgens vroeg op en naar vliegveld.
Aanwezig 6:00 uur. Vertrek 08.00 uur (flight UA 964).
-
Aankomst 15:49 Washington Dulles (Washington DC).
Vertrek 17.40 (flight UA 946).
donderdag 25 juli Aankomst in Amsterdam 07.10 Opgehaald??
11 Staten van Amerika die we bezochten
- Illinois, alleen vliegveld van Chicago (O'Hare)
- 2. California, San Francisco
-
3. Nevada, Reno, Elko, Ely
-
4. Idaho, Twin Falls
-
5. Montana, klein puntje
-
6. Wyoming, Yellowstone NP
-
7. Utah, Arches, Bryce
-
8. Colorado, Rocky Mountain NP, Boulder
-
9. Arizona, Monument Valley
-
10.New Mexico, klein puntje
-
11.Washington DC, alleen vliegveld Washington Dulles
Maak jouw eigen website met JouwWeb