Vakantie naar Engeland en Wales in 2014.
Vrijdag 23 mei vertrek 115197 km naar Limburg. Vandaag 298 km gereden.
Ca. 12 u. vertrokken. Vlotte reis behalve dat de TomTom (TT) ons bij Arnhem weer de verkeerde weg opstuurt (Amersfoort i.p.v. Arnhem).
In Heerlen dacht ik geparkeerd te zijn bij het station, maar het bleek het politiebureau te zijn! Het station was nog een eindje lopen. Omdat er maar 20 cent in de parkeermeter was gedaan, stapte ik flink door, maar bij het GWK-kantoor stond al een rij wachtenden. Voor sommigen hadden de lokettistes veel tijd nodig. Ik was met het ruilen van € 652.94 voor £ 500 snel klaar. Terug bij de auto bleek Sonja toch wat extra geld in de meter gestopt te hebben.
Van Wijlre reden we naar Ransdaal, waar de SVR-camping vlak naast de kerk was. De eigenaar kwam meteen op ons af en vroeg of ik degene was die gebeld had. Dat was ik en ik rekende meteen voor twee dagen af (25 Euro). Ons plekje nr. 7 was op een stukje pas gemaaid weiland met uitzicht over de Limburgse heuvels.
Zondag 25 mei. Vandaag 310 km gereden.
Ca. 10 uur vertrokken, na om 9 uur de klokken van de kerk aangehoord te hebben. De TT leidde ons eerst over een paar zeer smalle 'holle' weggetjes. Omdat er veel wielrenners op de weg waren, moest er langzaam gereden worden. Toen de wegen beter werden en ik een McDonald zag, reed ik eerst daar heen. Buiten verbinding krijgen met internet lukte niet. De manager vertelde dat het waarschijnlijk alleen binnen zou lukken. Dus nam ik de tablet mee en vroeg aan een meisje achter de balie hoe ik verbinding kon krijgen. Toen dat gelukt was begon ik de krant van zaterdag te downloaden. Thuis duurt dat misschien 1 minuut. Hier was na 15 minuten nog niet de helft binnen. Dus nam ik maar een milkshake om de tijd door te komen. Uiteindelijk, na ruim een half uur stond de krant op de tablet.
De TT gaf de route aan en via de snelwegen zaten we al gauw in België. Op een parkeerplaats bij Gent gingen we een broodje eten. We zagen een camper langskomen die erg op de onze leek, maar deze was op een onderstel van Citroën. Toen we even de benen gingen strekken liepen we langs die camper en toen ik zei dat het toch geen Pössl was, hoorden we de eigenaar zeggen dat het echt wel een Pössl was. We raakten aan de praat en hoorden dat ze de camper nog maar een jaar hadden. Wij vertelden over onze goede ervaringen met France Passion. Het leek hun ook wel wat. Ze waren al eens in Wales geweest en vonden het er erg mooi. Na elkaar wederzijds een goede vakantie gewenst te hebben, vertrokken we. De grens België/Frankrijk passeerden we bijna ongemerkt. In Duinkerken gingen we op zoek naar een benzinepomp. Toen we er een gevonden hadden bij een supermarkt, bleek onze creditcard niet geaccepteerd te worden. Een Duitser naast ons had met hetzelfde probleem te kampen. Na lang verder zoeken, mede doordat een aantal wegen in de stad waren afgesloten vanwege een wielerwedstrijd, vonden we er een. De diesel kostte € 1,279 per liter. In België was dat € 1,44. Daarna op zoek naar de camping La Licorne. Onze naam bleek nog in het systeem te zitten. Voor € 13,16 konden we een nacht staan op plek 161 met stroom. Precies dezelfde plaats als vorig jaar. En even later zaten we lekker in 't zonnetje met een glas bier.
Maandag 26 mei. Vandaag 245 km gereden.
Om 7 uur opgestaan en om 8.35 u. vertrokken we naar de boot. Bijna ging het goed, maar we namen een afslag te vroeg en moesten, om weer op de goede weg te komen, een flink stuk omrijden. Omdat we volgens de papieren een uur voor vertrek aanwezig moesten zijn, zagen we op de klok dat we dat niet haalden. Uiteindelijk reden we het haventerrein op en werd er door de douane gecontroleerd of we echt met z'n tweeën waren. Ook in het toilet en onder het bed werd gekeken. Even verderop werd door de Engelse douane alleen onze paspoorten gecontroleerd en kregen we een papier waarop stond in welke rij we ons moesten opstellen. We stonden ongeveer een half uur te laat op onze plaats, maar achter ons kwamen nog veel meer laatkomers. Om 9.45 u. was de boot leeg en konden de eersten zich inschepen. Wij kwamen redelijk vooraan in een rij op dek 4. Bij het zelfbedieningsrestaurant zochten we twee stoelen aan het raam. Die waren trouwens erg vies. De meeste stoelen en banken waren snel bezet, mede omdat sommige mensen languit op de bank gingen slapen. Op de bank achter ons lag iemand die al heel snel luid lag te snurken. Om 10.25 u. vertrok de boot. Eerst heel langzaam de haven uit en toen wat sneller. Onderweg zagen we op Het Kanaal maar een baar boten, waaronder twee zeilboten. Toen de stoelen naast ons tafeltje vrijkwamen gingen we daar zitten en hadden iets minder last van het snurken.
Om wat te drinken haalde ik twee bekers warme chocolademelk. Ze waren groot maar ook erg duur. Met twee koeken erbij was ik € 11.02 kwijt. Na een flinke tijd varen kwamen de krijtrotsen van Dover in zicht. Niet mooi wit maar een beetje goor en veel donkere plekken. Daarna kwam het kasteel van Dover in zicht en even later meerden we om ca. half 1 aan. Het opzoeken van onze camper kostte moeite. Dek 4 stond vol met vrachtwagens en die stonden zo krap naast elkaar, dat we moeite hadden er langs te komen. Eerst weer terug de trap op, maar toen stonden we op dek 5. Dus terug naar 4 en naar voren gelopen. Sommige vrachtwagens hadden de motor al aan, wat een wat onveilig gevoel gaf. We waren net op tijd bij de camper om van de boot af te rijden. Eerst reden we naar Canterbury. Het links rijden wende snel, vooral als je achter iemand aan kon rijden. We zagen de kathedraal die ik wilde bekijken maar konden geen parkeerplaats vinden. Toen we die uiteindelijk wel gevonden hadden begon het te regenen en omdat alleen al het parkeren £ 15 (€ 19.50 ) zou kosten, maakte ik alleen gebruik van het openbaar toilet en vertrokken we richting Maidstone. We kwamen onderweg verschillende keren een 'oasthouse' tegen. Meestal verbouwd tot woonhuis. Een oasthouse was een gebouw met een karakteristieke schoorsteen, waar vroeger de hop gedroogd werd. Maar een plek om te stoppen voor een foto zag ik niet. Ook kwamen we verschillende keren weilanden vol auto's tegen, meestal was er dan een festival in de buurt gaande. De wegen waarover we reden waren vaak in niet al te beste staat, met regelmatig flinke gaten aan de kant en omdat ik met de brede camper zo veel mogelijk links hield, reden we elke keer door zo'n gat. Dat zou gedurende de hele reis op de binnenwegen zo blijven! Er mocht 30, 40 of 50 m/h gereden worden, dus omgerekend 48, 64 of 80 km/uur. Op snelwegen is dit 112 km/uur, maar daar houdt bijna niemand zich aan. We zagen regelmatig stalletjes waar kersen te koop waren, maar daar hadden we geen zin in. Ook zagen we gedurende de reis opvallend veel dode dassen langs de kant van de weg liggen.
Bij Funtington zette ik de postcode in de TT en even later reden we het erf op van Adsdean Farm Shop. De eerste plek voor Brit Stops-leden. Toen we stopten stond er een dame in de deuropening naar ons te zwaaien. We kregen een plattegrondje mee om de plek te vinden waar we mochten staan. De Farm Shop was nog niet geopend, dus konden we niets kopen. We kwamen op een parkeerplaats bij een schuur terecht en waren de enige gasten. De regen bleef maar vallen en dat ging de hele nacht door.
Dinsdag 27 mei. Vandaag 170 km gereden.
Om 8 uur opgestaan en om 9.30 u. vertrokken we, na de eigenaar nog even bedankt te hebben. Vandaar naar Southampton, Bournemouth naar Dorchester. In Bournemouth was het erg druk en geen parkeerplaats of supermarkt te vinden. Dus reden we door naar Bridport. Ook een drukke plaats, maar we vonden een parkeerplaats. Het kostte £ 1,75 (€ 2.25) voor 3 uur. Omdat ik geen kleingeld had, vroeg ik in een wijnwinkeltje of ik kon wisselen. Dat kon en de eigenaar zei ook dat de meeste mensen zijn winkeltje uitgingen met een fles wijn. Maar ik kon geen keus maken (ze waren behoorlijk prijzig) en ging dus zonder wijn de deur uit. Na eerst wat inkopen gedaan te hebben bij de (dure) supermarkt Waitrose (veel was bijna 2 x zo duur als in Nederland) maakten we nog een wandelingetje door de hoofdstraat. Daarna reden we naar ons overnachtingsadres de Shave Cross inn. In het gidsje stond niet dat het een 5-sterren inn was. De eigenaar zei dat overnachten op de parkeerplaats mogelijk was, maar hij verwachtte wel dat we wat zouden gebruiken (wat niet volgens de regels van Brit Stops is. Dit later doorgegeven aan Brit Stops). We mochten een paar bieren proberen en ik koos er een uit. Sonja nam liever een glas wijn. Weliswaar een flink glas, maar dat kostte dan ook £ 4,50 (€ 5,85). Mijn bier, een halve pint, kostte £ 1,90 (€ 2,50). We konden vanwege het weer buiten in de tuin zitten. Na het bekijken van de menukaart (2 gangen voor £ 28,50 en 3 gangen 30,50 (€ 37,50 en 39,50) besloten we zelf eten te gaan klaarmaken. Na een korte wandeling (het dreigde te gaan regenen), gingen we in de camper maar wat lezen en schrijven. Het aanzetten van de koelkast op gas mislukte. Maar de aanhouder wint en een uur later brandde het vlammetje van de koelkast.
Woensdag 28 mei. Vandaag 65 km gereden.
Om 8.30 u. opgestaan. De eigenaar was niet te vinden, dus deed ik zelf het hek maar open. Toen ik het weer dicht wilde doen, zei de kok die kwam helpen, dat dat niet hoefde. We reden weer een zeer smal weggetje, je kon de takken van de struiken langs de weg aan beide kanten langs de auto horen schuren. We zagen vandaag weer een mooie grijze eekhoorn en wat fazanten. Konijnen hadden we al wat vaker gezien. Een keer kregen we een tegenligger, maar die wist kennelijk goed de weg, want hij reed snel een stukje achteruit. Daarna via een wat bredere weg naar Charmouth. Daar wilden we fossielen gaan zoeken, maar ik zag geen bordje naar de kust en even later reden we Lyme Regis binnen. We parkeerden voor £ 2,00 (€ 2,60) met een dagkaart. Bij de VVV zeiden ze dat we toch beter naar Charmouth konden gaan. Maar met de laarzen en de regenpakken aan gingen we het strand op. Dat bestond in het begin uit grof grind en rotsblokken. Alles onder het zeewier, wat het wat glibberig maakte. We liepen eerst naar de leisteenrotsen, waar mogelijk fossielen in zouden kunnen zitten. Maar al gauw kwam er een man op mij af die zei dat het daar te gevaarlijk was, omdat er zo maar een wand zou kunnen instorten. Daarom liepen we wat verder, maar daar leek de leisteen wel een vuilnisbelt. Flessen en andere troep zat er tussen. Omdat het nog steeds een beetje regende liepen we maar terug naar de parkeerplaats. Onderweg kochten we fish and chips (gefrituurde kabeljauw en frites £ 6,20 (€ 8,10). Het duurde wel 15 minuten voordat het klaar was. Dat konden we in de camper lekker opeten. Gelukkig had ik gezegd dat er geen azijn op moest (bij andere bestellingen ging steeds een scheutje azijn). De frites waren op z'n Engels, een beetje slap.
Daarna reden we naar Whiteball waar we zouden overnachten bij een brewpub. Na oversteken van een weg, altijd even nadenken dat verkeer van rechts er het eerst aankomt, reden we een modderige weg in die eindigde in een zandgroeve. Verkeerd, dus terug. Gelukkig kwam er net iemand aanrijden aan wie we de weg konden vragen. Even later stonden we voor de brouwerij op een industrieterrein. Hij was helaas gesloten. Kennelijk gaat er wel eens iets mis in de brouwerij.
Een uur later zag ik toch iemand naar binnen gaan en ik er op af. Hij zei dat we met de camper beter op een andere plaats konden gaan staan, omdat het, waar we stonden, 's morgens al vroeg lawaaiig zou zijn. Hij liet me wel de pub zien met wel 8 bierpompen voor het eigen bier. En de brouwerij zelf bleek niet al te groot. Er werd 2x per dag 400 liter gebrouwen. Omdat er 's avonds een privé feestje gehouden werd was er geen tijd om nog wat meer te laten zien. De info in het Brit Stops boekje dat er van ma-do en vrijdag rondleidingen gegeven werden klopte volgens hem niet (doorgegeven aan Brit Stops). We verplaatsten de camper en hadden nu i.p.v. een beetje uitzicht op het landschap, alleen uitzicht op wat bedrijfshallen.
Donderdag 29 mei. Vandaag 118 km gereden.
Ondanks (of dankzij) dat de plek op de parkeerplaats onaantrekkelijk was, bleven we toch tot ± 9 uur in bed. Daarna vertrek naar Tiverton, om daarna de mooie route (volgens onze atlas) te nemen. Ergens ging het fout en moesten we omkeren. Maar opeens gaf TT de geest. Geen aanwijzingen meer en het ding was ook niet uit te zetten. Een paar flinke klappen hielpen ook niet. Op een parkeerplaats kon het ding met een naald worden gereset. Een hele opluchting! De mooie route viel wat tegen ondanks dat we weer wat fazanten zagen lopen. Het regende flink, de wegen waren bochtig en smal en de heggen erlangs zo hoog dat je er niet overheen kon kijken. In Moretonhamstead stopten we op de (betaalde) parkeerplaats en gingen een broodje spiegelei eten. Verder door Dartmoor was wel een leuke rit. Onderweg zagen we schapen rustig aan de kant van de weg lopen en liggen. Borden waarschuwden dat ze ook wel op de weg lagen. Het landschap was soms wat kaal. Op sommige stukken was de weg weer erg bochtig en ging flink op en neer (wel 20 %). We gingen over een stenen brug waar we nog net op pasten. Eén keer kregen we een tegenligger die we na verschillende pogingen niet konden passeren. Die moest dus achteruit wat ook niet zo gemakkelijk ging. Maar uiteindelijk konden we elkaar op een wat breder stuk passeren. Wat later reden we het erf op van Churchill farm op. Een soort SVR-camping. Voor £ 15 (€19.50) konden we een nacht staan, met elektra. We konden meteen ons toilet legen en even later douchen. Na het eten maakten we een wandelingetje over het nabijgelegen kerkhof. Er was gedeeltelijk gemaaid tussen de zerken, maar ook stukken waar het gras wel 30 cm hoog stond. Bijna aan het eind van het kerkhof stond een kerkje. Althans de resten ervan, het was in 1998 verbrand. Het verkeersbord aan het begin van het kerkhof deed wat vreemd aan: werk in uitvoering. En de kruiwagen die er tegen een muur stond had ook zijn beste tijd gehad. Op de terugweg via de openbare weg moesten we aan de kant, omdat er een kudde schapen aan kwam. De campingeigenaar had twee soorten schapen: Charollais en Dorper. De laatsten waren de mooiste met hun zwarte koppen. En, zo werd verteld, met erg lekker vlees. Na de afwas nog even gelezen en geschreven. Om een uur of 9 gingen we naar bed, omdat de volgende dag een flinke rit gemaakt zou worden. Vanwege het slechte weer hadden we besloten Cornwall over te slaan. Daar hadden we dingen willen zien die we 30 jaar geleden misten door het slechte weer!
Vrijdag 30 juni. Vandaag 198 km gereden.
Om half 9 opgestaan. Het koffiezetapparaat vertoont kuren. De helft van het water wordt niet gebruikt. Na het inpakken vroeg ik aan de eigenaar of we onze watervoorraad mochten bijvullen. In eerste instantie werd gezegd dat de camper met minder water wel minder zou wegen. Maar uiteindelijk konden we de watertank toch vullen. Daarna op weg naar het volgende overnachtingsadres. In Bridgewater verlieten we de snelweg en tankten bij het eerste benzinestation dat we zagen. 64.7 liter voor £ 85.93 (€111.70). Langs de snelweg is de diesel vaak £ 1.45 (€ 1.88). Gewone benzine is meestal zo'n 5 pence per liter goedkoper! Om de hoek was een supermarkt van Morrison waar we wat inkopen deden en op de parkeerplaats ons broodje konden eten. Daarna naar Cheddar. Dit bleek een zeer toeristisch plaatsje te zijn, mede vanwege de oorsprong van de gelijknamige kaas. Voor de parkeerplaats moest £ 5 (€ 6.50) betaald worden. De nabij gelegen gorge werd druk bezocht door mensen die lopend naar boven gingen. Ook waren er een paar bergbeklimmers bezig. Op verschillende plaatsen waren berggeiten te zien. Na in het dorpje verschillende souvenirswinkeltjes bekeken te hebben, gingen we terug naar de camper. Verschillende keren passeerde ons een dubbeldekkerbus die met toeristen een tochtje door de gorge maakten. Vervolgens reden we naar Wells. Het schijnt het kleinste stadje van Engeland te zijn. Maar er was niet veel te zien, dus reden we naar onze eindbestemming Hartley Farm Shop vlakbij Winsley, nog net in het graafschap Wiltshire. Eerst kwamen we langs allemaal volkstuintjes. Daarna stopten we op de grote parkeerplaats en bezochten de (grote) winkel. De prijzen waren fors en lang niet alles kwam van het eigen bedrijf. We kochten wat vlees en twee flesjes bier die hier gebrouwen waren (samen € 11.41). Vanwege een verbouwing kon de brouwerij niet bekeken worden. Ze wisten dat ik de dag tevoren gebeld had en hadden mij kennelijk verteld waar ik kon staan. Maar ik zei dat ik dat niet verstaan had. We mochten op de grote parkeerplaats gaan staan. Er moest nog wel een formulier ingevuld worden, wat mij verbaasde (doorgegeven aan Brit Stops). Later op de avond arriveerden nog twee campers. Verder was het een komen en gaan van mensen met paarden. Die konden ze hier kennelijk stallen.
Zaterdag 31 mei. Vandaag 301 km gereden.
Niet al te vroeg opgestaan en even in de stal gekeken. Daar werd net een paard uit de box gehaald. Eerst was ie wat wild, maar toen ie wat hooi kreeg werd ie rustig. Ik vroeg of het paard eigendom of gehuurd was en hoorde dat het eigendom was. Ze konden hier tegen betaling gestald worden. Dit paard bleek in Nederland gefokt te zijn, niet duidelijk waar. Na in de winkel nog 6 boerderijeieren gekocht te hebben en bedankt voor de overnachtings-mogelijkheid vertrokken we. Het grootste deel ging via de snelweg. De Severn-brug kostte precies wat op het internet stond £ 6.40 (€ 8.32). En dan waren we in Wales. We stopten in Newport bij een Lidl om wat te kopen en wat te eten. Daarna naar Caerphilly om het kasteel te bekijken. Het bleek erg groot en erg vervallen te zijn. De toegangsprijs vonden we te hoog. Je kon om het kasteel heen lopen, maar dan moest je wel oppassen voor de ganzenpoep op het gras. Daarna nog even een paar winkels afgeweest in de hoofdstraat om handdoekhaakjes te zoeken. Maar die vonden we niet. Daarna op weg naar ons volgende overnachtingsadres de Watermill pub in Ogmore-by-sea. Voor we er erg in hadden waren we er al voorbij gereden. En keren is in Engeland lastig, dus doorrijden naar een rotonde. Nou die zijn er genoeg, eigenlijk teveel. Soms moet je op een paar kilometer wel drie of vier rotondes nemen. En dat is in het Engelse verkeer soms lastig, want net anders als in Nederland. Bij de pub aangekomen vroeg ik of we als lid van BS er konden overnachten. De dame die mij te woord stond keek eerst vreemd en zei toen dat het alleen kon als we een lunch of diner bestelden. Weer tegen de regels van BS in (en ook weer gemeld aan BS). Dus besloten we door te rijden naar de volgende overnachtingsplaats, vlakbij Brecon. Langs de kust was het bewolkt en kregen we een buitje. Daarna veranderde het landschap en werd heuvelachtig met soms kale hellingen en het weer werd wat beter. Langs en soms op de weg steeds schapen met lammeren. In Brecon zagen we geen bordje naar een camping en ook een pompbediende wist er geen. Wat verder vroeg ik het aan iemand die kennelijk zelf ook op zoek was naar een camping. Op de kaart die hij had stond de boerencamping die we zochten inderdaad vermeld. Maar we reden waarschijnlijk weer verkeerd, want we vonden niets. Toen gestopt bij een golfbaan. En daar was iemand die ons aanwijzingen gaf hoe er te komen. Dus weer door het plaatsje Brecon heen en nu via de juiste afslag. Even later reden we de camping op. De vriendelijke boerin wist ons over te halen om twee i.p.v. een nacht te blijven voor £ 34 (€ 44), met electra. Dat kon omdat we toch al voor op schema lagen.
Zondag 1 juni. Hans is jarig.
's Nachts al de felicitatie van Sonja gehad en 's morgens een SMS-je van Waldo. Het is in Nederland mooi weer met 20 °C, maar ook hier is het mooi. Na het ontbijt (±10.30 u.) ga ik even kijken hoe de schapen van de (grote) lammeren worden gescheiden. De lammeren gaan naar de supermarkt Waitrose en de schapen zullen deze maand worden geschoren. Het is vandaag ook Pinksteren. Onze directe buren vertrekken om 11.30 u. Op ons stukje staan er dan niet zo veel kampeerders meer. Maar op de andere stukken staan er toch nog wel zo'n 25. Na het middagbroodje, waarvan de schaapshond ook een paar stukjes kreeg maken we een kort wandelingetje. Vlakbij de kampeerboerderij is een brug over een riviertje waar ook een andere beek in stroomt. Maar vissen hebben we niet gezien. Terug op de camping besloot ik een douche te nemen. Eenmaal uitgekleed bleek er geen water te komen. Dus weer aangekleed en gevraagd aan de moeder van de boerin. Die liep met me mee en onderweg vertelde ik dat ik jarig was. Ze kreeg ook geen water en even later zei de boer dat er een schakelaar verkeerd stond en kwam er wel water. Het douchewater was voor £ 1 (€ 1.30) toch wel wat aan de koude kant. Tijdens het drinken van een flesje bier en wijn, kwam de moeder van de boerin langs met een paar zelfgebakken, typisch Welshe, koekjes voor mijn verjaardag. Een soort spritzen met krenten en rozijnen. Heel leuk. Later ging ik nog eens naar de woning om extra te bedanken. Ik mocht er nog een paar hebben, maar dat sloeg ik af. De avondmaaltijd was lekker met aardappels, bloemkool en lekkere stukjes vlees.
Maandag 2 juni. Vandaag 88 km gereden.
Niet vroeg opgestaan. Het was door de regen en (volgens Sonja) mijn snurken, een onrustige nacht geweest. En we hoefden niet ver te rijden. Na een hartelijk afscheid van de boerin reden we naar het stadje Hay-on-Wye. Volgens het internet een boekenstadje. Op de grote parkeerplaats konden we 2 uur staan voor £ 1 (€ 1.30). Er waren veel winkeltjes en inderdaad ook veel met boeken. Het kasteel was grotendeels een ruïne. Bij de bibliotheek stond dat er vrije toegang was tot het internet. Ik vroeg en kreeg toestemming, maar omdat het bijna middagsluitingstijd was gingen we buiten zitten. Verbinding maken lukte mij niet. Daarom gingen we eerst terug naar de camper om wat te eten en dan weer naar de bibliotheek waar het binnen wel lukte verbinding te maken. Dus konden we de laatste kranten binnenhalen. Bij de email stond een berichtje van Ab+Lida dat tante Wies op 24 mei overleden was. Net toen we in Limburg zaten dus. Een antwoord geven kostte nogal wat moeite, maar lukte toch. Toen weer terug naar de camper, waarbij we onderweg bij de Spar-winkel nog wat inkopen deden. Daarna naar ons volgende overnachtingsadres bij Built Wells. Eerst naar Newbridge-on-Wye en dan op de B4358 bij het rose huis afslaan. We ontdekten het huis, maar ik wist niet welke kant we moesten afslaan. Dat werd uitgelegd door een jongetje. Toen weer een zeer smal weggetje met soms wat schapen. Toen we ter plekke waren kwam een dame ons tegemoet, vertelde ons waar we mochten staan en had een leuk gesprek met ons over Welshman en Englishman, de red kite (rode wouw) de schapen en de omgeving. Ze vertelde ook dat het woord Fawr wat ik vaak was tegengekomen, groot betekende. Ons plekje was een stukje verhardde grond achter de koestal.
Dinsdag 3 juni. Vandaag 111 km gereden.
Weer laat opgestaan, want vandaag weer weinig km. De boerin was wel al druk bezig met het verweiden van de schapen. De koe en het stiertje, die ons gisteren vanachter het hek zo nieuwsgierig aanstaarden, waren weg. Tijdens het koffiezetten zag ik twee kraaien die bezig waren hun jong te voeren. Van de boerin kochten we nog 6 eieren en ons lege doosje wilde ze graag hebben. We reden eerst richting Llandeilo. Toen we borden zagen die naar de oude goudmijn in Dolacothi verwezen, sloegen we af en reden daarheen. Toegang tot de mijn was £ 7 (€ 9.10) pp. Dat vonden we teveel. Aan de andere kant van de weg begonnen allerlei wandelpaden. We kozen er een en wandelden door het bos, klommen over hekjes met opstap (typisch Engels) en liepen door de weilanden. Op een gegeven moment stond er een tractor dwars over het pad met nog wat touwtjes. Kennelijk mochten we niet verder, en liepen we dus dezelfde route terug. Weer kwamen we langs het stukgemaakte kunstwerk. Het bestond uit ijzeren stangen in de grond, waaromheen porceleinen ringen waren gemaakt. Een aantal van die ringen waren stuk en er ontbraken er veel. Na wat eten reden we verder naar Llandeilo. Daar wezen de borden naar de bekende Aberglasney Gardens. Voor £ 7.27 (€ 9.45) pp mochten we naar binnen. In het bijbehorende grote huis was een verkoop-tentoonstelling van schilderijtjes met bloemen en planten. Aardig maar niet spectaculair. In de tuin zelf zagen we wel wat mooie planten. Ook leuk was dat in een muurtje met poort een soort kleine stalactietjes hingen.
In Llandeilo deden we boodschappen bij de Aldi en tankten aan de overkant bij Esso weer vol. Gelukkig kon met VISA betaald worden, want ons Engelse geld ging er snel doorheen. Het weggetje naar de camping was weer smal. Gelukkig kon ik uitwijken toen ons 3 auto's achter elkaar tegemoet kwamen. Ik had de postcode van de camping kennelijk verwisseld met een andere, want de eigenaresse van de camping keek wat moeilijk toen we zeiden geen lid te zijn van de Engelse camping en camperclub. Maar voor £ 15 (€ 19.50) mochten we toch een nachtje staan. Op het grote campingterrein stonden 2 bewoonde en 1 onbewoonde caravans en een tent. We hadden dus keus genoeg en keken even later uit over het stadje en een stuk zee. Als we 's avonds zitten te eten zitten er wel zo'n 6 konijnen om ons heen ook te eten.
Woensdag 4 juni. Vandaag 133 km gereden.
De hele nacht heeft het geregend. Sonja kan niet in slaap komen en ik slaap ook niet goed. Dus maar wat laat opgestaan. Als ik na het ontbijt gebruik maak van het toilet van de camping, zie ik op de terugweg dat een paar konijntjes een droog plekje onder de camper hebben gevonden. Ik besluit maar weer een camping over te slaan. Die bij Maloes ligt aan zee en dat is met dit weer geen pré. Om half 12 vertrekken we in de regen naar Haverfordwest. In het begin een smal weggetje, later wat betere wegen. De eerste supermarkt die we tegenkomen is een Aldi, maar even later kunnen we inkopen doen bij een Lidl. De jongen bij de kassa weet dat het in het Nederlands hallo is, veel verder gaat zijn kennis van de Nederlandse taal niet. Daarna door naar St. Davids. In het kleine plaatsje staat een grote kathedraal. Er naast staan de resten van het bisschoppelijk paleis. In de kathedraal zijn allerlei verschillende ruimtes voor diensten. En er liggen verschillende bekende mensen begraven. Het kasteel (de ruïne) slaan we over. Na een broodje op de parkeerplaats rijden we naar onze eindbestemming van de dag de Gwaun Valley brouwerij. Net tegenover de bijbehorende camping staat een schuur. Als ik daar naar binnen kijk komt er een man op mij af die vraagt wat ik wil. Ik zeg dat ik de brouwerij zoek en hij wijst me naar de volgende boerderij. Daar mogen we op de parkeerplaats blijven staan (het weiland van de camping is wat drassig). De dame die mij wat verteld over de brouwerij is ook de brouwmeester. Haar vader startte de brouwerij in 2005, na jaren als hobbybrouwer bier te hebben gemaakt. Daarna deed hij een 3-daagse cursus bij Brewlab en startte de brouwerij.
In de RVS-ketels wordt zomers 2x per week 650 liter bebrouwen en 's winters wat minder vaak. De jaarproductie is zo'n 250 hl. Er worden 10 verschillende bieren gebrouwen. De mout komt van Malvern in Worcestershire. Dezelfde firma levert ook de hop die in Herefordshire verbouwd wordt. Gebruikt worden, Willamette, Celier, Goldings en Cascade. Bij het maischen wordt water van 70 °C voorgelegd, waarna de temperatuur zakt door storten van de mout, tot 60 °C. Daarna wordt in stappen opgewarmd tot 76 °C. Na filteren wordt het wort zo'n 60 minuten gekookt en na koelen vergist met Nottingham korrelgist. Dit om het risico van besmetting, door gebruik van gist van het vorige brouwsel, te vermijden. Het afvullen gaat in vaatjes en flessen en de kroonkurken en de etiketten worden er met de hand opgedaan. Het filteren duurt zo'n 1,5-2 uur. Aldus de brouwmeester Sarah Dorothy Davies. Volgens aanplakbiljetten wordt er op zaterdagavond akoestische muziek ten gehore gebracht. Om een uur of 7 kwamen er verschillende auto's aanrijden waaruit mensen met muziekinstrumenten kwamen. Even later kwam iemand naar onze camper en vertelde dat er een band ging oefenen in het proeflokaal en dat we mochten komen kijken en luisteren en een biertje drinken. Om 8 uur ging ik er heen, Sonja wilde liever blijven lezen. De band bestond uit 2 gitaristen, een basgitaar en een drummer. Eén van de gitaristen was ook de zanger. Toen ik binnenkwam stelden ze zich netjes voor en de leider vertelde dat ze nog niet zo lang bij elkaar waren, geen naam hadden en nog niet publiekelijk optraden. Toen ik zei dat ik uit Nederland kwam, zei hij dat als ze eenmaal waren doorgebroken en in Nederland kwamen optreden wij op de ereplaatsen mochten zitten, omdat wij het eerste internationale publiek waren geweest! Verschillende keren liet ik weten dat het erg leuk klonk.
Donderdag 5 juni. Vandaag 154 km gereden.
De volgende morgen is het om 8 uur lekker warm in het zonnetje. De haan kraait en komt zo te horen dichterbij. Als ik koffie wil zetten, blijkt het gas op te zijn. Het verwisselen van de gasflessen en ze weer vastzetten kost de nodige moeite. Het bed afhalen en gedeeltelijk naar buiten laten steken, geeft wat ruimte. Gelukkig regent het niet. Tijdens de koffie loopt de haan met twee kippen om de camper heen. Ze krijgen wat havemoutkoekjes. De haan bedankt met flink gekraai. Net als we aanstalten maken om te vertrekken (de brouwerij is nog dicht) zie ik een man bij zijn auto staan. Het blijkt een Duitser die hier in het huisje overnacht hebben. En even later komt de vader van de brouwmeester aanlopen en opent de brouwerij. Ik kan hem nog wat vragen stellen en daarna vertrekken we. Via de kustweg met zo nu en dan mooi uitzicht op zee rijden we naar Ceredigion, waar we vlak aan zee kunnen stoppen om een broodje te eten. Daarna richting Llanidloes. Via een afslag kwamen we bij Devel's Bridge. We betaalden £ 6.50 (€ 8.45) en konden door het draaihek. Eerst een klein stukje naar beneden om de brug te bekijken. Die bestond eigenlijk uit 3 boven elkaar gebouwde bruggen, telkens een grotere. Het verhaal van de eerste brug was dat een vrouw haar koe kwijtraakte aan de overkant van het riviertje. De duivel bood aan om een brug te bouwen, als hij het eerste levende wezen wat over de brug ging mocht houden (met de verwachting dat het de vrouw zou zijn). De vrouw ging akkoord en zag de volgende dag de brug. Ze gooide een homp brood de brug over en haar oude hond rende er overheen. De duivel liep kwaad weg en de vrouw had haar koe en de hond.
Daarna de afdaling tot bijna onderaan de waterval. Heeeeeel veeeeel treden (± 600) en niet allemaal gelijk en vaak glad. Gelukkig was bijna overal een leuning en veel plekjes om te rusten en naar de waterval te kijken. Daarna weer naar boven (nog moeilijker) en uiteindelijk door het draaihek waar je alleen maar er uit kon. We spraken onderweg een Nederlander die een paar mooie campings wist, maar ik zei dat we ons aan ons eigen schema hielden. Toen we op de parkeerplaats nog een ijsje aten kwam er een straaljager over. Zo laag dat het zeer aan de oren deed. Daarna reden we via Llanidloes naar het Clywedog reservaat. Op de eerste parkeerplaats stopten we en konden de stuwdam bekijken. Ik had op het internet in een reisverslag gelezen over een grote parkeerplaats waar overnacht kon worden. Maar die vonden we niet. Eerst wilde ik gewoon aan de kant van de weg blijven overnachten, omdat er al een aantal campers stonden. De eigenaren waren waarschijnlijk aan het vissen in het meer. We besloten nog wat verder te rijden en vonden een kleine parkeer/picknickplaats, die door de bomen en struiken wat van de weg gescheiden was. Daar bleven we staan en konden even later op een bankje aan tafel vlak naast een beekje wat eten. Wat later kwamen er twee mannen met een hond aan die een tent gingen opzetten. Om een uur of 8 kwam er een auto van een park-ranger aan en de chauffeur stond wat te praten met de twee mannen. Toen hij wegging, hoor ik van de mannen dat we wel mochten blijven staan. En even later werd ik aangevallen door midges. Dezelfde kleine, gemene steekmugjes als in Schotland. Dus gauw naar binnen.
Om een uur of 9 werd er op onze camper geklopt. Er stond een politieman voor de deur en we kregen de angst toch weg te moeten. Maar hij stelde wat vragen, maar praatte zo snel en onduidelijk dat ik alleen maar zei van niets te weten. Hij wil ook nog weten waar we vandaan komen en waar we naar toe gaan. Gelukkig mogen we wel blijven staan.
Vrijdag 6 juni. Vandaag 158 km gereden.
Als we vertrekken zijn de twee mannen met de hond ook aan het inpakken. We rijden weer via een mooie, erg heuvelachtige, bochtige weg. Het weer is redelijk, we hebben onderweg maar 1 buitje. In de buurt van Machynlleth kunnen we in een ASDA-supermarkt inkopen doen en gelukkig weer met VISA betalen. Als we wat verder even aan de kant stoppen om wat van het landschap te zien, zien we ook dat er onder uit de camper water stroomt. Geen grote straal, maar wel vreemd. Als we een stuk verder op een precies horizontaal stukje staan, zien we er geen water uitlopen. Als we van Dolgellau naar Barmouth willen rijden roept TT dat er een stuk tolweg tussen zit. Dat willen we niet en dus rijden we via een andere en ook mooie weg via Maentwrog naar onze eindbestemming: de camping Penisarlon bij Nefyn. Het blijkt een met gras begroeide schuine wand te zijn die tot in zee doorloopt. Sommige stukken zijn redelijk horizontaal en op een daarvan gaan we staan. Een stukje verder staan nog twee caravans. In de buurt van de caravan waarin de beheerder woont lopen kippen, eenden en ganzen. En binnen de omheining wat schapen, lammetjes en paarden en een ezel. Over zee heen kunnen we een deel van Anglesey zien, met mooi weer schijnt er iets van Ierland te zien te zijn. De camping kost £ 13 (€ 16.90) per nacht incl. e;ektra en douche. Dat is niet zo duur. Om 5 uur ga ik de douche uitproberen. De ruimte is wat klein en het duurt even voordat het water de goede temperatuur heeft. Maar het frist wel op. Als ik in de camper wat later de radio aanzet, komt er een Welsh zender. De taal (niet te verstaan) lijkt op een mengelmoes van Deens, Israelisch en Italiaans. Als Sonja gaat douchen kan ik iemand helpen met de vlieger op te laten. Het gaat een paar keer mis, maar het waait dan ook flink.
Zaterdag 7 juni. Vandaag 210 km gereden.
s'Nachts regende het en toen we opstonden regende het nog steeds. Het zicht over het water is minimaal. Dat deed ons besluiten om de rest van Wales te laten voor wat het was en de terugreis aan te vangen. We reden nog een stukje door Snowdonia, maar ook daarvan was door het weer niet veel te zien. We konden ons broodje nog in Wales eten, maar reden even later Shropshire binnen.
Onderweg kwamen we in een file terecht. Die ontstond doordat er honderden hardlopers langs en op de weg liepen. En Engelsen rijden voetgangers en fietsers altijd heel voorzichtig voorbij. Hele stukken reden we net zo snel als de lopers. Soms konden er een paar gepasseerd worden. De lopers hadden het ook moeilijk, omdat door de regen er ook door plassen gelopen moest worden. Op een gegeven moment moesten wij rechtsaf en zij rechtdoor. Via Powys dat weer in Wales lag reden we via Shrewbury naar Ludlow en iets verder kon iemand ons vertellen waar de Bilbury Farm was. De eigenaar beaamde dat we op de goede plek waren en wees ons waar we konden staan. Zelf onder het dak van een schuur was mogelijk. Zijn vrouw en kinderen waren naar een festival in het nabijgelegen dorp. En de verkoop van vlees werd gedaan door zijn broer die in de boerderij verderop woonde. We gingen eerst naar het festival, omdat zijn broer pas na vijf uur terug van de markt zou zijn. Het festival was eigenlijk al afgelopen en de meeste standhouders hadden al ingepakt of waren daar mee bezig. Bij 1 stand konden we nog kijken naar insecten, slangen, schildpadden en gekko's die net leken of ze opgezet waren. Daarna gingen we een stukje rijden en zagen het bordje Croft Castle. Daar aangekomen bleek de toegang niet meer geopend, maar we kregen een plattegrondje met een aantal wandelingen. We namen de kortste route die we niet helemaal uitliepen, omdat ik nodig naar de wc moest. Daarna reden we naar de boerderij met de winkel. Het bleek meer een ruimte te zijn waar vlees verwerkt en verpakt werd. We kochten voor £ 3 (€ 3.90) twee hamburgers uit de koelcel. De eigenaar vertelde dat hij 's morgens om een uur of 6 vertrok naar de markt in stromende regen en onweer. Gelukkig voor hem klaarde het wel wat op. Daarna reden we naar ons overnachtingsadres waar de eigenaar nog een praatje met ons maakte . Hij vertelde dat er de volgende dag op zijn tennisbaan een toernooi gehouden zou worden.
De koelkast wilde 's avonds op gas niet meer aan. Hopenlijk gaat hij morgen tijdens het rijden wel weer koelen.
Zondag 8 juni. Vandaag 233 km gereden.
Sonja is jarig en krijgt haar kadootje: een doosje speldjes, die dicht blijft totdat we weer thuis zijn. Hopenlijk zitten er weer nieuwe bij.
Na afscheid genomen te hebben van de eigenaar gaan we naar het kleine plaatsje Orcop ten Z. van Hereford. In een TV-uitzending van "de grote verbouwing" die in Engeland "Grand Designs" heet, hadden we een paar maanden geleden gezien dat hier iemand zelf een huis bouwde met afvalhout. De presentatot Kevin McCloud laat dan het verloop van de bouw zien en interviewt de bewoners. Ed Waghorn was eerst opzichter bij een landhuis, maar werd ontslagen, mogelijk omdat hij teveel tijd stak in het bouwen van zijn huis. Hij en zijn vrouw Rowena hadden plannen voor de woning, maar raakten flink achter op schema. Daar konden ze zelf kennelijk goed mee leven. Per email had ik al contact met Ed gehad en hij had ons uitgenodigd langs te komen. Alleen niet gezegd waar ze woonden. Maar na veel speurwerk op het internet vond ik een website over diervoeding waarin het plaatsje Orcop genoemd werd. Het huis stond boven op een heuvel met uitrzicht over een deel van Wales. Onze TT vond Orcop gemakkelijk en daar eerst de weg gevraagd aan een hardlopende dame. Daarna nog een keer aan een man, en die zei dat het zijn buurman was en vertelde hoe we er konden komen. Gelukkig konden we de camper ergens langs de weg kwijt en liepen we een pad omhoog. Het huis kwam goed in beeld en leek nog steeds in de steigers te staan. Sonja wilde niet verder, maar ik vond dat als we zo ver gekomen waren ook het laatste stukje genomen moest worden. Eerst kwam ik twee jongens tegen met windbuksen. Ik zei dat ik de eigenaar zocht en ze brachten me naar boven. Daar kwam Rowena me al tegemoet en ook Ed die op het dak bezig was, kwam naar beneden. Ik vertelde hoe ik hier zo gekomen was en ze nodigden me uit om ook binnen te kijken. Daar was het nogal rommelig omdat net de laatste spullen uit het tijdelijk onderkomen verhuisd waren naar dit huis. Het plafond was ook nog niet klaar, maar het uitzicht door het grote raam was fantastisch. Ed vertelde dat de Engelse TV al voor een vervolguitzending aan het filmen was. Die uitzending zien we misschien in 2016 in Nederland. Na een hartelijk afscheid liep ik weer terug naar de camper.
Daarna was ik van plan om via Oxford te reizen, maar omdat we zo ver voor op schema zaten, besloten we wat noordelijker te reizen. Via Worcester en Bromsgrove naar Coventry en Rugby. Vlakbij Rugby ligt Willey en daar is de Wood Farm brewery gevestigd, ook een BS. Onderweg stopten we nog bij een McDonald. Om Sonja's verjaardag te vieren namen we een hamburger en wat frietjes en ieder een milkshake. Toen konden we via de gratis WiFi de kranten van de laatste dagen binnenhalen op de tablet. Soms ging het redelijk snel, maar soms ook vreselijk traag. Toen de kranten binnen waren probeerde ik nog wat email te lezen. Ook dat ging moeizaam, maar gelukkig kon ik ook nog een mail van Waldo beantwoorden.
Vervolgens via een aantal snelwegen en binnenwegen naar de brouwerij. Het bier wat ik voor Sonja kocht was niet lekker (te zoet) en bleek later een cider geweest te zijn. Mijn bier, een bitter, smaakte goed. Een glas wordt zo vol getapt dat er voor schuim geen plaats meer is. Omdat Sonja jarig was kocht ik ook nog een Grolsch pilsener. En ook die werd tot de rand van het glas volgetapt. Ik vroeg en kreeg toestemming de brouwer te spreken die in de brouwerij bezig was.
Deze brouwerij werd geopend in 2011 door Dean Richards. Op de parkeerplaats achter het gebouw staan wat RVS-ketels, waardoor ik denk dat er al een opschaling heeft plaatsgevonden. Er worden 6 reguliere en 10 speciaalbieren gebrouwen: Best Bitter (Best Bitter), Scrum (Bitter), Webb Ellis (Bitter), Victorious (Bitter), Union (Premium Ale), 1823 (Mild), No.8 (Ale), Twickers (Bitter), Grand Slam (Bitter), Rucking Santa (Bitter), Winter Warmer (Bitter), Play On (Bitter), Pride (Bitter), Tank (Bitter), Hops & Dreams (Bitter), Flaming Glory (Bitter). Ik kreeg uitleg door de brouwmeester Chris Pickard die met een brouwsel bezig was. De kookketel was net gevuld en het wort aan het opwarmen. De hopbellen stonden nog in een bak op de weegschaal. Volgens de brouwmeester werd meestal Cascade-hop gebruikt. Maar even later zag ik een stelling met dozen hop. Er stond Mount Hood, Cascade, First Gold, Northdown, Pilgrim, Goldings, Fuggles, Phoenix, Green Bullet, Pacific Gem en Challenger. Er stond ook nog een zak calciumchloride (E 509), waarschijnlijk om het brouwwater wat harder te maken. De mout komt van Thomas Fawcet.
De maischketel kon gekanteld worden om zo gemakkelijk de bostel er uit te kunnen scheppen. Opvallend was de dunne laag bostel (10-15 cm). De bieren hebben dan ook maar een alcoholgehalte van 3,5-6,2 vol% (gemiddeld 4,0 %). Wat later zaten we op het buitenterras aan een Bitter, in vlagen hopgeur (kennelijk was de hop aan het kokende wort toegevoegd). En na het koelen zou ook hier Nottingham korrelgist worden toegevoegd.
Op deze BS plek was inname van water en lozen van afvalwater mogelijk, wat we ook deden.
Maandag 9 juni. Vandaag 134 km gereden.
Toch nog redelijk vroeg opgestaan vanwege het zonnetje. Er was gezegd dat het café om 12 uur zou open gaan en dat we zelf het hek maar moesten openen en sluiten. Maar om half 10 zag ik al twee auto's staan. En toen ik ging vragen of ik van het toilet gebruik mocht maken kon dat. Iets comfortabeler dan het toilet in de camper. Om half 11 vertrokken we en waren via de snelweg al snel in Oxford. Erg druk in de stad met veel herkenbare (uniform) studenten. Er wordt aangeraden om de auto buiten de stad te laten staan en met de bus de stad in. Maar omdat we ook wat boodschappen wilden doen reden we de stad in. Dat werd een grote file en uiteindelijk konden we een parkeerplek vinden voor £ 4 (€ 5.20) per twee uur. Bij een Tesco-supermarkt deden we wat inkopen en vanwege het gewicht en de warmte gingen we weer terug naar de camper. En vanwege de tijd bleven we daar een broodje eten. Daarna wat voorbijgangers bekijken en een stel dat zich verdacht ophield bij een auto (bleek later toch niet zo verdacht te zijn). Daarna reden we de stad uit naar ons overnachtingsadres de Rectory Farm. Er werd gewezen waar we mochten staan en daarna gingen we aardbeien plukken (en proeven tussendoor). Het bakje werd naderhand gewogen en moest dan betaald worden. Er waren verschillende soorten aardbeien. Ons bakje was snel gevuld met mooie grote. Later kwamen we tot de ontdekking dat de kleinere nog lekkerder smaakten. Er waren kennelijk ook mensen geweest die ze niet lekker genoeg vonden en niet wilden betalen en dus alles maar in de vuilnisbak gegooid hadden. Er kwamen twee dames langs lopen die naast aardbeien ook kruisbessen in bakjes hadden. Die leken mij ook lekker en ik zocht de struiken op. Na veel moeite had ik ze gevonden, maar de bessen waren nog veel te hard en eigenlijk alleen maar geschikt om er jam van te maken.
Na nog een ijsje te hebben gegeten en Sonja haar mond bijna brandde aan gepeperde tomatensap konden we in het zonnetje zitten lezen en schrijven. De camper moest nog wel een keer verplaatst worden vanwege werkzaamheden op het terrein.
Het eten bestond uit een broodje worst en een broodje aardbei.
Dinsdag 10 juni. Vandaag 193 km gereden.
Niet al te laat opgestaan en dit keer ook een aardbei bij het ontbijt. Daarna even dankzeggen in het winkeltje en we gaan weer op weg. Eerst door een buitenwijk van Oxford en dan via grotendeels snelwegen via Reading, Farnham, Midhurst, Chichester naar Worthing waar vlakbij ons overnachtingsadres is, bij een wijnboer. Onderweg nog even boodschappen gedaan bij de Tesco in Chichester en getankt. Daarna via hoofd- en binnenwegen naar High Down Vineyard. Die bleek eigenlijk gesloten, maar we mochten er gelukkig toch blijven staan. De volgende morgen zouden we dan in het winkeltje wat kunnen kopen. Helaas voor Sonja was onze wijn op en konden we dus geen nieuwe kopen. Toch wel lekker in het zonnetje zitten lezen en schrijven.
Morgen gaan we naar het noorden van Kent en daarna moeten we in Dover maar eens vragen of we eerder dan gepland met de boot terug kunnen.
Als Sonja het eten klaarmaakt lopen er vlakbij wel 9 konijnen en wat later ook nog een fazant. 's Avonds als we een spelletje spelen zien we twee jagers langslopen met camouflagepakken. Ze leggen aan maar we horen geen schot vallen.
Woensdag 11 juni. Vandaag 122 km gereden.
Tijdens het koffiezetten waren er maar 2 konijnen te zien. Om 5 voor 10 liep ik naar het winkeltje en kocht een (dure) fles wijn, een potje jam en een flesje bier. Alles werd netjes in papier verpakt en dan in een plastic tas. De eigenaresse vertelde dat de hoogstamdruiven wel 7 jaar nodig hebben voordat er druiven aan komen. De wat lagere soorten hebben 4 jaar nodig. Daarna reden we door oost-Sussex naar de eindbestemming bij Rochester en Chatham. TT leidde ons meestal over doorgaande wegen zodat we van het platteland niet veel zagen. We stopten bij een hopfarm, maar dat bleek de naam van een restaurant en de nabijgelegen camping. Er stond een bordje dat we voor parkeren £ 1 (€ 1.30) moesten betalen. Maar omdat we niet zagen waar, reden we na de broodmaaltijd zonder te betalen weg. Het overnachtingsadres is lastig te vinden. De eerste keer rijden we er langs en pas na vragen komen we bij de boerderij waar we in het winkeltje wat kopen. We mochten op de binnenplaats blijven staan of in het weiland. We kozen voor de laatste. Het uitzicht viel wat tegen: het weiland, een veld met doperwten en een deel van het dorpje.
Als Sonja het eten klaarmaakt zien we eerst een soort lijster die zo nu en dan zijn jong voert. Dan een mannetjes fazant met twee hennen. Dan rent er opeens een grote vos dwars over het weiland. Een tijdje later zien we in de verte een nog wat kleinere vos lopen. Dat maakt de uitgekozen plek uniek.
Donderdag 12 juni. Vandaag eerst 86 km gereden, dan ± 70 km gevaren en dan 510 km gereden.
Vroeg vertrokken met de hoop dat we vandaag nog kunnen varen. De boer wenste ons goede reis. Eerst reden we naar Gaversham waar ik bij de brouwerij Shepherd Neame naar etiketten vraag. Die zijn er op dat moment niet maar als ik een adres achterlaat zullen ze opgestuurd worden (klopt inderdaad). Daarna naar Dover. De terminal is snel gevonden, het kantoor van DFDS duurt wat langer. Volgens de dame aan de balie kunnen we vandaag terug, maar kost dat £ 73.44 (€ 95). En onze geboekte heen EN terugreis kostte € 105!! Volgens haar is het per telefoon goedkoper. Maar mijn telefoon werkt niet meer (alleen voor noodgevallen) en ze biedt niet aan haar telefoon te gebruiken. Dus betaal ik maar en kunnen we met de boot van 12 uur mee.
Om 11.45 reden we de boot op en om 12.05 voeren we de haven uit. Er liggen nu geen snurkers achter ons, maar de TV vlak bij ons staat behoorlijk hard.
In Duinkerken zijn we zo van de boot af. Het is dan 14 uur, maar we moeten de klok een uur naar voren zetten. 15 uur dus. Door België heen ging vlot tot we bij Antwerpen komen. De file daar kost ons zeker een uur extra. In Nederland ging het vlot tot de kleine file bij Zwolle. We wilden onderweg nog een keer bij McDonalds eten, maar als we er een zagen waren we er al voorbij. Dat werd dus de McDonald in Meppel. Hij lijkt gesloten, maar we kunnen kopen wat we willen. Wat later staan we voor onze deur. Eerst de buurman vragen zijn auto van de oprit af te halen (stond daar om de schijn te geven dat het huis bewoond was). Een deel uitpakken en de rest komt wel.
Maak jouw eigen website met JouwWeb