'

Vakantie 2000. Rondreis door Florida (U.S.A.).  Planning (17 dagen):

Voorbereiding: (schatting totaal ca. 2500 km).

Te bezoeken (uit boekje Florida Lonely Planet):

Westkust:

Ichetucknee Springs, mooie bronnen.

Busch Gardens: bij Clearwater, Tampa: grootste (engste) achtbaan in een pretpark op Afrika gebaseerd.

Venice Beach: (Z.van Sarasota): beste plaats om haaietanden te vinden op 't strand.

Sanibel & Captiva Islands: mooie stranden waar ('s morgens erg vroeg) mooie schelpen te vinden zijn. Beste Turner Beach.

The Everglades: moerassen en wildlife.

Miccosukee Indian Village and Airboat Rides (35 km W. van US 41) Tamiami Trail.

Key West: Zuidelijkste puntje van Amerika, ca. 90 mijl van Cuba.

Oostkust:

St. Augustine, oudste stadje van Amerika

Blue Springs State Park: (bij Orange City), beste plek om manatees te zien (lamantijn, zeeleeuw).

Kennedy Space Center (N. van Cocoa), lanceerbasis.

Merritt Island National Wildlife Refuge:

Oak Hammock wandelroute en / of autotochtjes langs Max Hoeck Creek en langs Black Point

Walt Disney World (ZW. van Orlando), ook Epcot Center, filmstudio's, en meer. Hotels op terrein Disney het gemakkelijkst. 5 dagen kaart wordt aanbevolen. Rustige periode: sept, okt, begin nov, begin dec, jan, mei.

Hobe Sound, duinen, zeeschildpadden, vogels.

Miami's South Beach, Art Deco Center,

Corkscrew Moeras aan state road 846, voor wandelen; schimmelkop-ooievaarsn e.a. beesten.

Vanaf Copeland tocht over de James scenic drive, vanaf state road 837, loopt tot Fakakatchee strand met veel orchideen.

Bij Key Largo: Jules Underwater Lodge. Te duur! In 1993 pp nacht $ 195.

In Kissimmee is er goed vlees te eten

Bone Valley Exposition: fossielen bij Bartow aan de US 17

Tijdsverschil met Florida is 6 uur. Amsterdam 16:00 dan FL 10:00 uur.

Volgens recent boekje is (voor twee personen) Motel + auto goedkoper dan camper! 

Autohuur : Alamo $ 129-179 per week. Komt nog bij 6 % tax en $10 per dag verzekering = $ 200 per week.

Motel 6 per nacht ca. $30-40. Andere wsch. duurder.  

RV kleinste bij Cruise America $ 723 (laag) $ 837 (hoogseizoen) per week. Camping per nacht ca. $20 = $ 940 /week

Gezien de onregelmatige afstanden tussen de Motel 6, is camper (motorhome) wsch. handiger (duurder).

Laag seizoen in Florida is: 17 Apr-26 Juni en 16 Augustus--17 December

Prijzen 1999

7 nachten (incl. 1000 mile) $ 900 (F 1890). Per campingnacht nog ca. $ 50

========================================================

De route: zie hierboven

Verslag:

Maandag 17 april-- Vertrek Hoorn 17 april met trein 10:04 uur. Vertrek A'dam 10:49. Aank.Schiphol 11:01.

Vertrek Schiphol dd.17 april met Continental Airlines om 13:20 uur (CO 071).

Aankomst vliegveld Newark (13:20). Van ca.14:00 tot 19:00 tijd om wat van New York te zien (Statue of Liberty en .....). Aanwezig 19:00 voor vertrek 20:15 naar Miami (CO 085). Aankomst vliegveld Miami (±12 uur 's nachts). Red Roof Inn Airport Hotel tel. Taxi naar hotel. (voucher) tel.(305)8714221. (F 98).

We vertrokken met de taxi ruim op tijd. Bij het inchecken op Schiphol bleek dat er geen raamplaatsen beschikbaar waren. Maar er was wel met de extra beenruimte voor Sonja rekening gehouden. Sonja zat aan het gangpad en we zaten op de achterste rij van 2-4-2. Het toestel was een DC-10 met 242 zitplaatsen. De piloot zei dat de vlucht wat korter zou duren dan gepland, omdat de wind mee zat. We konden van Nederland iets zien en daarna niets meer omdat we boven de wolken vlogen. Om 13:55 gingen we de lucht in toen het vliegtuig 300 km per uur reed. Snelheid en afstanden waren mooi te zien op de monitoren die op verschillende plaatsen hingen. Onderweg waren er films te zien en bij aankomst weer vluchtgegevens.

Om 14:45 kwamen ze langs om te vragen wat we wilden drinken. Om ca. 15:45 werd het "warme eten" bezorgd. Dat stelde niet veel voor. Na vele uren vliegen zagen we beneden ijsvelden en rotsen. Dat was een gedeelte van Canada en Noord-Amerika.

Om 21:10 (15:10 plaatselijke tijd) landden we op Newark. Het is een hele drukke luchthaven met 3 grote terminals. Eerst moest de bagage van de band gehaald worden en bij een balie afgeleverd, wat hoogst ongebruikelijk is bij een doorgaande vlucht. Daarna moesten we met de monorail naar een andere terminal rijden. Nadat we eerst een tijdje in een verkeerde rij gestaan hadden (ik wilde wat informatie), kregen we van een vriendelijke man te horen dat het niet mogelijk was iets van New York te gaan zien omdat het net spitsuur was en we dus te weinig tijd hadden. Dus wandelden we maar wat over de luchthaven en aten en dronken wat. Tijdens het eten zat er een vrouw naast ons die niet helemaal "tof" was. Ze vertelde wat warrige verhalen. Later (toen we ergens anders zaten) kwam ze weer langs om met balpennen te leuren. Wat opviel was het grote aantal Joden. Ook in het vliegtuig naar Miami zaten er tientallen, misschien was er een Joods congres.

En ook viel op dat (bijna) al het bedienend personeel en degene die het mindere werk deden Spaans spraken. Toen, na vele uren wachten eindelijk onze vlucht op de borden kwam te staan, probeerde ik bij de balie in te checken maar dat kon pas na weer een uur wachten, omdat onze vlucht een flinke vertraging had opgelopen (naar later bleek bijna een uur). Uiteindelijk zaten we in een klein vliegtuig (DC-??  met ca. 100 zitplaatsen). Het vertrek duurde weer een tijd omdat er voor de startbaan een file vliegtuigen stond. Om de minuut of sneller vertrok er weer een vliegtuig. Toen we uiteindelijk startten (21:40), zagen we dat er achter ons al weer een flinke rij stond.

Onderweg kwamen ze een keer langs om te vragen of we wat wilden drinken (met een zakje pinda's). Daarna probeerden we maar wat te slapen. Bij de landing in Miami (23:59) was de verlichte stad mooi te zien. De bagage hadden we snel en omdat ik geen zin had om moeite te doen om het hotel te vragen of ze ons kwamen ophalen, liepen we naar de taxi's. Degene die de taxi's dirigeerde vertelde dat we geen gele maar een blauwe taxi moesten hebben. Na een paar minuten rijden waren we er ($8.10 = F 19.50). Na inchecken moesten we over een paadje met aan beide zijden palmen en bloemen naar een ander gebouw en met de lift naar de bovenste (5e) verdieping.   Het was een mooie kamer met 2 grote bedden. Na nog even een telefoongesprek gehad te hebben met Renske en Waldo ($10.23 = F 24.50) gingen we doodvermoeid slapen.

Dinsdag 18 april -- (ontbijt??) en Alamo auto ophalen (voucher 59821/34407).

Autohuur bij Alamo (Gold ). F 2x 440+2x93= F 1066. Inleveren op 4 mei om 11 uur. Naar vliegveld met busje van Alamo.

Bezoek South Beach, Art Deco Center. Dan doorrijden naar Key Largo (proberen Sea Trail motel 98620 Overseas Hwy, of Sunset Cove Motel, 99630 Overseas Hwy). ± 100 km. Hotel + eten ca. $ 100.

De volgende morgen gingen we om half 9 ontbijten. Buiten waaide een warme wind. Met een paar koffiebroodjes en slappe koffie konden we buiten naar landende vliegtuigen kijken. Daarna moesten we met de bagage 1/2 uur wachten tot het busje van het hotel ons naar het vliegveld bracht, waar een ander busje ons naar het autoverhuurbedrijf zou brengen.

Daar stond een lange rij te wachten op een auto. Na bijna een uur werden de papieren in orde gebracht en kon ik in vak 12 de auto halen. Omdat ik dacht dat ik een Pontiac zou krijgen, was er even verwarring maar de Chevrolet Monte Carlo bleek toch voor ons te zijn. Ik moest nog even vragen hoe de stoel en het stuur versteld werden en waar de handrem zat (dat bleek een voetrem te zijn).

Daarna reden we naar het Art-Deco district in Miami Beach. Het zag er leuk uit maar omdat we nergens konden stoppen of parkeren, was het niet mogelijk foto's te maken of te filmen. Dus reden we even later op weg naar de Key's. Eerst was het een typisch Amerikaanse weg met veel stoplichten en langs de kant winkels, autodealers, eetgelegenheden en kerken. Daarna reden we tussen de moerassen en struiken (deel van de Everglades). Daar zagen we de eerste roofvogels en reigers. Toen stonden we in een file die ontstaan was omdat verderop twee zware ongelukken waren gebeurd. De ene na de andere auto keerde om en reed terug. De bestuurders van de sporadische auto's die van de andere kant kwamen vertelden dat het nog wel twee uur kon duren voordat de weg vrij was. Omdat we toch verder wilden, moesten we wachten. We konden het onderweg gekochte broodje op ons gemak opeten. Uiteindelijk reden we toch langs de twee plekken des onheil en zagen een paar flink verkreukelde auto's.

In Key Largo probeerde ik eerst bij de Kamer van Koophandel (in Amerika vaak ook een visitor center) info te krijgen over hotels. Alleen de allerduurste waren nog beschikbaar. Bij het (goedkope) Sea Trail motel, dat ik op het Internet gevonden had, stond een bordje dat er geen plaatsen meer beschikbaar waren. Uiteindelijk namen we bij Travellodge maar een kamer van $ 110 (F 264). Toen ik terug reed naar het Sea Trail motel om te vragen of ze de volgende dag wel plaats hadden, zei de eigenaar dat ze nu wel plaats hadden maar de volgende dag niet. Toen we weg reden zagen we dat hij het bordje met no vacancy weghaalde. Gezien de ligging van het motel (tussen twee drukke wegen in de middenberm) en de entourage denk ik dat we niet rouwig hoefden te zijn dat het niet doorging. We kochten in een supermarkt annex apotheek een tube met hot-cold. Bij een vorig bezoek aan de VS hadden we ook zoiets gekocht en het hielp goed tegen spierpijn. In de supermarkt ernaast kochten we wat flesjes bier en wat nootjes en deden daar ons avondmaal mee. Bijtijds gingen we naar bed omdat zo'n eerste dag, en ook door de warmte, toch wel vermoeiend was geweest.

Woensdag 19 april-- bezoek Everglades en naar Flamingo. Terug naar hotel. ± 240 km. Hotel + eten ca. $ 100

De volgende morgen konden we koffie zetten met het apparaat op de kamer en ontbijten met (zoete) koffiebroodjes, cake'tjes en jus d'orange. Daarna vulden we onze drinkflessen met ijsblokjes om in de koelbox te zetten. Ondanks het geschreven verzoek bij de ijsmachine om niet teveel te pakken zodat anderen ook nog wat hadden, waren er mensen die een grote kist vulden om in de pick-up te zetten. Dan vertrokken we richting Key West. Ik had i.v.m. het dure motel de route planning wat omgegooid. De weg over de Key's was wat saai. Op de eilanden reden we tussen de mangrove bossen en de dorpen zijn ook allemaal hetzelfde. Rommelig, veel watersport en motels. Tussen de eilanden zijn korte of soms zeer lange bruggen. Bij een ervan stopten we en even later vlogen de pelikanen vlak langs ons, om even verder in zee te duiken op zoek naar vis. Ook zagen we een enkele witte reiger. Onderweg tijdens de hele reis zagen we veel zeearenden op het nest met jongen. Volgens de krant ging het weer goed met de zeearenden, nadat ze bijna uitgestorven waren.

De hele weg was tweebaans met in de dorpen soms 4-baans. De maximum snelheid is in de dorpen (ook elders in Florida) 45 mph (72 km/uur), daarbuiten soms 55 mph (88 km/uur). Op de snelwegen 60 mph (96 km/uur en het hardst reden we op de Interstates met 75 mph (120 km/uur). Meestal wordt er op de teller dan 5-10 mph harder gereden. Zo duurde de reis naar Key West (het Zuidelijkste puntje van de VS en ca. 150 km van Cuba verwijderd) toch nog lang. Er stonden wat huisjes in Victoriaanse stijl, sommige verwaarloosd. Er was helaas geen plek te vinden om legaal te parkeren.

Toen we bij de ingang van een oude marine-basis kwamen betaalden we $5 (F 12) en mochten het terrein op. Het was omstreeks 1850 gebouwd en diende om de haven te beschermen. Er stonden nog wat oude kanonnen en verder werd er veel gerestaureerd. Vanaf het dak was Cuba niet zo ver weg maar we zagen het niet liggen. Na in een bos bij een klein strandje wat gegeten te hebben, reden we de Key' s weer terug. Onderweg stopten we nog bij een State Park, maar afgezien van een toiletgebouw was er niet veel te zien We reden verder naar Homestead. Bij het visitor info center kregen we informatie over de Everglades, goedkope motels (we namen de Comfort Inn die toch nog $ 88.88 voor twee dagen kostte =F 213) en waar we konden eten. Na opfrissen liepen we naar het Mutineer restaurant en kregen met de bon van het visitor center als welkom een glaasje wijn en een glas bier. We aten er lekker.

Donderdag 20 april-- vertrek naar Key West en weer terug. Daarna door naar Fort Meyers (eerste planning was anders, maar dit kwam beter uit). Motel 6,  Kathy; tel.941-656-5544; US Hwy 41 at Marinatown, 3350 Marinatown Ln) (400 km). Hotel + eten ca. $ 200.

De volgende dag, na het ontbijt met geroosterd brood ed. reden we naar de Everglades. Vlak nadat we de gevangenis gepasseerd waren, reden we het terrein van de alligator farm op. We moesten wachten tot ze om 9 uur de deur open deden. We kochten kaartjes voor een boottochtje ($ 21= F 50) en konden tijdens het wachten de kweekbakken zien van de alligators. Een jongetje had uit een automaat wat brokjes gekocht en gooide dat naar ze toe. De beesten in het water hapten wel, die op de kant deden niets. Wel een paar vogels die, als de brokjes niet te dicht bij de bek van de alligators lagen, ze snel oppikten. Toen konden we in de boot stappen.

Het was een plat bootje met een paar banken achter elkaar. Achterop zat de bestuurder in een hoge stoel en vlak achter hem zat de grote propeller motor. Sonja stootte zich bij het instappen en kreeg een snee en een blauwe plek op haar been. Eerst voer het bootje langzaam door een breed kanaal. Zo nu en dan zwom er een alligator voorbij of een schildpad. We zagen een grote alligator op de kant liggen. Nog wat verder zwom een flinke alligator. De bestuurder gooide handen vol eten in het water en vertelde dat dat de catfish zou aantrekken, waarna de alligator wel een vis zou pakken. De vissen kwamen inderdaad in overvloed aanzwemmen, maar de alligator liet zich niet zien.

Toen moesten we de watjes, die we bij het instappen gekregen hadden, in de oren stoppen en kwam een spectaculair stukje varen (bijna vliegen). Met grote snelheid voeren we door smalle slootjes en als het water wat breder werd liet de bestuurder de boot plotseling draaien (soms wel 360 graden). Dat zorgde voor veel opspattend water! De mensen op de voorste bank kregen de meeste spatten over zich. Vlak daarna waren we op het vertrekpunt en was het voorbij.

Toen konden we nog een slangenshow bijwonen. Onderweg er naar toe liep een man in een camouflagepak met een karretje waarop wat kisten stonden. Dat bleek de "slangenman" te zijn. Toen iedereen in een soort amfitheater op de banken zat, trok hij in de vijver achter hem, waarin wat alligators zaten, de stop uit de bodem. Hij kwam daarbij zo dicht bij de alligator dat deze (kwaad of bang?) begon te blazen. Daarna deed hij telkens een deurtje van een van de kisten open, haalde er een slang uit vertelde er wat over en deed de slang terug. Een aantal uit het gebied van de Everglades en een aantal uit de rest van de wereld. Tenslotte haalde hij een grote zware slang tevoorschijn en vroeg of iemand hem om de hals durfde te dragen. Toen een dame die dat durfde het beest om de hals had en het beest al een paar keer aan haar gezicht "gesnuffeld" had, liep de "slangenman" naar de uitgang (om wat dollars fooi te vergaren) en was de show voorbij. De dame met de slang begon steeds ongelukkiger te kijken, totdat iemand anders de slang overnam.

Na nog wat rondgekeken te hebben bij de andere reptielen en Sonja een pleister op haar been had gekregen in het winkeltje, vertrokken we weer richting Flamingo (uiterste puntje van de Everglades). De toegang was $ 10 = F 24). Er volgde een wat saaie weg tussen mangrovebossen. Een enkele keer zagen we een schildpad aan de kant van de weg lopen. In de open stukken met wat water zagen we veel witte reigers. Maar als we stopten om te filmen waren ze meteen weg. Een keer zag ik een wasbeertje nog net in de bosjes wegduiken. Toen we in de verte een hoop roofvogels zagen rondcirkelen, bleek dat in de berm een dood beest lag, waarop een paar gieren zaten. Ze waren een beetje aan het vechten wie het eerst erbij mocht. In de bomen verderop zaten nog meer gieren te wachten.

In het visitor center bekeken we wat informatie materiaal en zagen een film over de Everglades. Het blijkt dat de Everglades ontstonden als een delta van een groot meer dat verderop lag. Toen de mensen het water uit het meer gingen gebruiken om de akkers te bevloeien enz. dreigde de Everglades op te drogen en daarmee te verdwijnen. Uiteindelijk werden de Everglades tot Nationaal Park verheven en wordt een bepaald deel van het water uit het meer doorgelaten. Er komen 300 verschillende soorten vogels voor en nog vele andere dieren.

Op weg naar Flamingo konden we verschillende zijwegen inslaan, die dan eindigden op een parkeerplaats bij een plek waar wat te zien is. Zo zagen we nog een grote kolonie ibissen, dobberende pelikanen, een soort gieren, waterhoentjes en schildpadden. En we hoorden regelmatig brulkikkers (denk ik, het kunnen ook kwakvogels geweest zijn). In Flamingo bleek dat er geen rondvaartboot meer zou vertrekken. Dus kochten we maar een sandwich en reden terug naar de ingang van het park.

Daarna stopte ik nog een keer bij een paar vrachtwagens vol met gele vruchten en vroeg wat het waren. Het bleken een soort kalebassen te zijn (ook Gooseneck genoemd omdat de vorm er een beetje aan deed denken). Ze moeten worden gekookt en kunnen dan met wat boter worden gegeten. Ook zagen we velden met (laag groeiende) tomaten. Het oogsten ging wat ruw, want we zagen er heel wat op de grond liggen. We bezochten nog even een winkelcentrum met (dure) merkartikelen, maar dat stelde (afgezien van de entourage) niet veel voor.

Vrijdag 21 april 

Op Vrijdag vertrokken we na het ontbijt richting Fort Meyers. Eerst reden we een verkeerde weg in. Boven een kruispunt hangt meestal een bord waar de naam op staat van de weg die gekruist wordt. Maar borden die naar een andere plaats verwijzen zie je niet zo veel. Toen ik iemand voor zijn huis zag staan, ging ik de weg vragen. Hij bleek alleen Spaans te spreken en riep zijn kinderen erbij. Met behulp van de kaart kwamen we er uit.

Daarna reden we een wat saaie weg door een stuk van de Everglades. Onderweg waren er heel wat mogelijkheden om een tochtje met een airboat te maken. Daarna kwam een weg met aan weerszijden bomen en aan de rechterkant een kanaaltje. Als er een brug gepasseerd werd of als de weg wat breder was, stonden er mensen te vissen. Op een gegeven moment zagen we een dode alligator aan de kant liggen. We stopten waar het mogelijk was en liepen terug om te filmen dat deze beesten de weg over staken, soms met slecht gevolg. Het beest was dwars over de kop gereden en ook op andere plaatsen gewond. Geen leuk gezicht.

Toen we terug liepen naar de auto zagen we in het kanaaltje twee alligators zwemmen. En toen we daarna nog een paar keer stopten, zagen we nog heel wat meer. Ook veel mooie vissen, sommige wel 50 cm groot. En schildpadden. In de bomen zaten aalscholvers die zich lieten drogen. Toen we vanaf een bruggetje een alligator filmden bleek een andere minder dan een meter van ons vandaan half op de kant te liggen! Als je zag hoe snel ze in een beweging zich konden omdraaien, realiseerde je je dat ze met dezelfde snelheid ook naar ons konden komen. In sommige bomen zaten parasitaire planten met mooie bloemen die wel op orchideeën leken.

We stopten nog bij een fotostudio, waar grote mooie foto's te koop hingen die in de Everglades genomen waren. Ze waren wel prijzig (sommige meer dan $ 1500 = F 3600). In de vijver naast de studio zwommen veel alligators. Later zagen we langs de kant van de weg nog een kaak liggen van een alligator met mooie tanden. Maar omdat er ook nog wat stukken rottend vlees aan zaten, lieten we hem maar liggen.

Uiteindelijk reden we Naples binnen. Zo te zien een stadje waar veel rijke mensen wonen of komen. Toch ziet de omgeving er soms rommelig uit. Tussen Naples en Fort Meyers gingen we even op het strand keken. Maar toen we op een weg reden met aan een kant huizen tussen de weg en de zee (Golf van Mexico) bleek het moeilijk het strand te bereiken. Als er een bordje stond dat er toegang tot het strand was, waren alle parkeerplaatsen bezet. Eindelijk stopten we op een parkeerplaats bij een restaurant (mocht eigenlijk niet) en liepen naar het strand. Het was erg smal en vol met mensen. Zo nu en dan vloog er een pelikaan over en dook dan in zee. Sonja ging nog even langs de vloedlijn zoeken naar schelpen, maar de oogst viel tegen.

Wat later reden we Fort Meyers binnen. Het is een flinke stad met veel verkeer. We zochten tussen alle borden van motels, hotels en eetgelegenheden naar het bord van Motel 6. De kamerprijs viel tegen ($ 54.50 incl. tax = F 131). We kochten ook een telefoonkaart, omdat we vanaf de kamer niet rechtstreeks konden bellen. Maar ook met de kaart lukte het niet en uiteindelijk maakte de baliemedewerker met onze kaart de verbinding met tante Wies die jarig was. Daarna gingen we nog even in het zwembadje en lieten ons door de zon drogen. We aten bij het restaurant van Bob Evans. Er zaten voornamelijk oudere mensen te eten. Sonja nam kip en ik catfish. De kip viel tegen, de vis was lekker. De jongen die ons bediende vergat Sonja haar salade te geven. Die kregen we in een "doggy-bag" mee. 's Avonds keken we nog wat TV.

Zaterdag 22 april--vanaf Fort Meyers 's morgens vroeg ! op, op strand bij Sanibel Island schelpen zoeken (beste bij Turner Beach). Dan vertrek verder naar Venice ( 80 km)(Motel 6, tel. 941-4858255 ) (80+80 km). Hotel + eten ca. $ 100.

We moesten vroeg op om schelpen te zoeken (de mooiste zijn het snelste weg). Omdat de buren kennelijk nog eerder weg moesten dan wij werden we al om 6 uur wakker. Na bij het ontbijt (met onze eigen koffie) vertrokken we.

Toen we over een brug in Fort Meyers gingen, zagen we in de verte al de brug naar het eiland Sanibel. Maar het duurde toch nog een tijd voordat we het eiland naderden. Toen ik bij een benzinepomp met de creditcard wilde betalen lukte het niet. Terwijl ik de vorige dag er wel het motel en de telefoonkaart mee kon betalen. Gelukkig had ik nog wat contant bij me.

Nadat we $3 tol (F 7.20) betaald hadden, mochten we de brug over naar het eiland. Het was weer een woongebied voor zeer rijke mensen, dat zagen we aan de huizen en de entourage. De weg langs de kust was weer bezet met huizen en hotels, zodat we het strand niet opkonden. Zodra we een parkeerplaats vonden waar nog een plekje vrij was gingen we het strand op. Het was smal en in de schelpenbanken lagen niet zo veel mooie als in het boekje over Florida gesuggereerd werd. En als we een mooie zagen, was ie meestal kapot. We zagen ook leuke vogels over het strand lopen. Waarschijnlijk strandplevieren. Ook een enkele keer een ibis en een pelikaan. Toen we genoeg van het strandje kregen, vertrokken we maar weer, ook al om geen boete te krijgen, want eigenlijk mochten we er zonder sticker niet staan.

We vonden een andere grote parkeerplaats. Daar moest $ 0.75 (F 1.80) per uur betaald worden. Ik had geen quarters en stopte er een dollar in, ondanks de waarschuwing dat er geen wisselgeld werd gegeven. Maar we kregen wel extra parkeertijd voor dat extra kwartje. Het strand was een stuk breder maar de schelpen vielen tegen. Er liepen veel meer mensen te zoeken. Daarna reden we door naar Captiva Island. Ook daar zagen we geen kans het strand te bereiken en besloten we terug te gaan. Bij de bibliotheek vroeg ik of het mogelijk is een e-mail te versturen. Dat kon, maar niet zo als ik wilde vanaf floppy. Dus reden we even later op de 41 richting Venice. Toen ik zag dat er een Kamer van Koophandel was, gingen we inlichtingen vragen. Het kantoor lag achter een enorm grote winkel waar schelpen en andere souvenirs verkocht werden. Er waren zelfs Kerstartikelen te koop! De KvK bleek gesloten.

Het rijden met de auto was heel plezierig. De stoelen zaten lekker en de bestuurdersstoel was in alle standen elektrisch verstelbaar. De auto was tweedeurs. Met automaat, dus schakelen ging met de hand alleen van parkeerstand naar achteruit of rijden. Voor steile heuvels (de hoogste in Florida is misschien 10 meter!) waren er twee extra versnellingen. In de stand D (rijden) moest de rem ingetrapt blijven, zo gauw deze los gelaten werd, gleed de auto naar voren. Verder was er natuurlijk airconditioning (hebben we vaak aangehad) die de auto een behaaglijke temperatuur gaf. Er was ook cruisecontrole zodat, als een bepaalde snelheid bereikt was, deze met een knopje op het stuur vastgezet kon worden en geen gas meer gegeven hoefde te worden. De bestuurder zit dan als in een luie stoel. Als je harder wilde kon dat met het knopje op het stuur en als geremd werd was de cruisecontrole uitgeschakeld. De ramen konden elektrisch open. De motor was bijna geruisloos, alleen de banden waren te horen. Wat tegen viel, was dat de kofferdeksel wat "blikkerig" dicht ging en dat het dekseltje van de benzinetank van buitenaf te openen was. Maar dat komt waarschijnlijk omdat er weinig benzine gestolen wordt omdat de prijs zo laag is. We betaalden voor de normale benzine tussen $1.35 en $1.45 per gallon. Ofwel ca. F 0.87 per liter! Super en diesel waren wel wat duurder. Vlak voor Venice aten we in de supermarkt Wallmart een lekkere hamburger met frites. En de grote beker frisdrank die er bij hoorde konden we voordat we weggingen nog een keer vullen. Het motel 6 was weer net als alle andere en even later lagen we weer in het zwembadje.

Zondag 23 april-- 1e Paasdag bij Venice beach haaientanden op strand zoeken. Hotel + eten ca. $ 100.

 's Morgens na het Paas-ontbijt met cake en koffie gingen we richting strand. Het was nog niet zo druk en we vonden meteen een parkeerplaats. Er was een strandwacht aanwezig en toen ik vroeg waar de fossiele haaientanden gevonden werden, wees hij op het strand en zei: overal. Dus begonnen we tussen de schelpen naar fossiele tanden te zochten. Maar of er lagen er weinig of ze waren al door anderen opgeraapt, want het duurde lang voordat ik mijn eerste tandje vond.

Er waren mensen met een groffe zeef aan een stok bezig. Ze haalden een lading schelpen het strand op en konden dan op hun gemak zoeken. Naar later bleek, zochten ze ook naar zandvlooien (een soort garnaal) die ze als aas voor het vissen gebruikten. Zo nu en dan vonden we toch een tandje (soms maar 1/2 cm groot). Toen door de vloed het strand steeds smaller werd, vertrokken we naar het volgende strand. Het was een flink stuk rijden en toen we er aankwamen bleek het zo smal en lagen er al zoveel mensen te zonnen (25 °C) dat we besloten wat verder terug te rijden. Ook toen konden we goed parkeren en liepen in de brandende zon te zoeken. Het begon waarschijnlijk weer eb te worden en op sommige plaatsen vonden we meerdere (kleine) tandjes. Sonja pakte nog steeds mooie schelpen op. Ze kon wat moeilijk lopen met haar aardappelbeen :-) en de enkel. Na wat rusten op het warme zand gingen we terug. In zee schoten grote jachten snel voorbij en voeren er wat waterscooters. We zagen ook hoe moeilijk het is om die vanaf het strand door de branding de zee in te krijgen en er dan op te klimmen.

We passeerden een groep van wel 20 meeuwen die zaten te wachten tot het eb werd. Ook liep er een ibis in de vloedlijn naar eten te zoeken en zwommen er een aalscholver en een pelikaan in zee. Hoewel het Paaszondag was konden we in een supermarkt een fles aftersun kopen, want we waren op verschillende plaatsen flink verbrand. We aten bij Perkins family restaurant. Ook hier zaten naar verhouding veel oudere mensen.

Onderweg was ook al steeds opgevallen dat er zoveel omheinde woonoorden met eigen bewakingsdienst zijn. Dat komt omdat veel (rijke) Amerikanen na pensionering naar Florida verhuizen vanwege het klimaat. Waarschijnlijk gingen ze dan in de heetste maanden juli en augustus op vakantie naar het Noorden.

's Avonds tijdens de koffie zaten we soms te rillen, terwijl schouders, voeten, knieholten en ellebogen nog heet aanvoelden. Te veel zon gehad dus. We sliepen slecht door de pijn.

Maandag 24 april-- 2e Paasdag rustdag vanaf Motel 6 in Venice (strand? Nee dus want we waren te veel verbrand). Hotel + eten ca. $ 100.

 We besloten niet meer naar het strand te gaan, hoewel de lucht nu licht bewolkt was. We reden naar Sarasota (ca. 30 km) om te proberen een E-mail te verzenden.

Eerst gingen we naar een bank om wat Nederlands geld te wisselen. De Bank #1, is zeer luxe maar geld wisselen doen ze niet. Ze verwezen naar de Bank of America. Die verwees weer door naar de Suntrust Bank. Daar kon gewisseld worden maar dat zou dan $ 5 of 5 % kosten. We besloten maar wat geld uit de automaat te halen. Er kon maar $100 per keer worden opgenomen en toen ik het voor de tweede keer probeerde werd dat geweigerd.

Onderweg kwamen we langs een bibliotheek en hoorde ik dat het mogelijk was een E-mail te versturen. Ik haalde Sonja op om de zeer grote en luxe bibliotheek te laten zien. Beneden kunnen de boeken geleend en gelezen worden. Op de bovenverdieping staan overal computers met internet aansluiting die gratis gebruikt mogen worden (wel 30). Ik moest eerst bij Yahoo een E-mail account openen. Daarna verstuurde ik de mail naar Akzo Nobel met de vraag het naar allerlei andere adressen door te sturen. Ik kon ook nog mijn eigen pagina bekijken en die van Waldo en Renske. Het antwoord formulier werkte niet. Toen ik daarna bij Yahoo zag dat er ook nog een paaskaart verstuurd kon worden, deed ik dat. Door de pijnlijke ledematen besloten we terug naar het motel te gingen. Onderweg kochten we nog een fles met Aloe-gel om de pijn te verzachten.

Dinsdag 25 april--vertrek naar Lakeland (Motel 6 , tel.941-682-0643) (140 km). Hotel + eten ca. $ 100.

De volgende dag reden we eerst naar Bradenton. Ik had in de gouden gids gezien dat er een winkel was met zelfbrouwartikelen. Omdat we in de buurt van de bibliotheek van de vorige dag kwamen, besloten we langs te gaan. Ik kon nu de mail vanaf floppy verzenden met wat plaatjes erbij. En er was al antwoord van een collega bij Akzo. Hij vertelde dat het weer in Nederland ook wat beter was geworden en vroeg waar Sarasota lag. Ik stuurde maar weer een antwoord. Toen we het winkeltje in Bradenton gevonden hadden, bleek deze voorgoed gesloten te zijn. Dus reden we naar Lakeland. We reden soms tussen enorme boomgaarden door met citrusvruchten (op de autokentekenplaten van Florida staat ook vaak een sinaasappel). Soms lagen onder de boompjes nog sinaasappels en een enkele hing nog in de boom. Ook zaten er vaak al groene kleine vruchtjes in. Toen we door een dorp reden, zagen we naast een vuilnisbak een doos met iets glimmends. Het bleken trofeeën van een honkballer te zijn. De naamplaatjes waren er afgehaald, maar verder zijn ze wel leuk. We namen er een paar mee om iemand in Nederland er een plezier mee te doen.

Woensdag 26 april--bezoek (50 km) (Tampa, BrewShack, W. Waters Ave, deze was permanent gesloten). Bezochten brouwerijen. Hotel + eten ca. $ 100.

 We reden dezelfde weg terug zoals we vanaf Tampa gekomen waren. Het laatste stuk ging via de snelweg I4. We moesten vlakbij Bush Gardens afslaan en zagen daar de grote rij auto's die stond te wachten om het attractiepark binnen te gingen. We konden, toen we voor het stoplicht stonden te wachten, een enorm grote achtbaan zien. Het rijtje karretjes ging langzaam omhoog en dan met een reuzevaart naar beneden, onderweg een paar kurkentrekker bewegingen makend.

Toen we bij de Yuenling brouwerij aankwamen om 5 over 10 waren we wat te laat. Er stonden maar weinig auto's op de parkeerplaats. Binnen stonden 2 dames ons op te wachten om de rondleiding te geven.Toen ze zagen dat Sonja moeilijk liep en de reden hoorden, gaven ze blijk van groot medeleven. Zoals altijd in Amerika wat overdreven. Toen ik vertelde zelf bier te brouwen en veel sterker dan hun bieren waren ze dol enthousiast. We kregen uitleg over de oorsprong van de brouwerij (gestart door een geëmigreerde Duitser). Daarna werden we naar het brouwhuis gebracht, waar de brouwer juist bezig was. Hij kon me veel meer vertellen en laten zien dan de (vriendelijke) dame. Ik kreeg een uitgebreide uitleg over het persfilter en het brouwproces. Daarna zagen we de rest van de brouwerij en mochten we wat bieren proeven.

De dame bleek uit Engeland (Londen) te komen en vanwege het klimaat en de drukte niet terug te willen. We kregen 6 flesjes bier mee en een zak ijs om ze koel te houden. We gingen op zoek naar een winkel met zelfbrouwartikelen. Daar kocht ik een schrootmolen (soort wals). Wel wat prijzig, maar het is de beste die momenteel te koop is.

Vandaar gingen we naar de Ybor brouwerij. De rondleiding stelde niet veel voor. De brouwerij is gevestigd in een voormalige sigarenfabriek. Het bier dat we te proeven kregen was redelijk maar veel te koud. Een van de bezoekers was een verpleegster. Toen ik haar advies vroeg over Sonja's verbrandde voeten zei ze dat we er Aloe-sap op moesten doen. Dat deden we al. We kochten onderweg nog wel een doosje Motrin (pijnstiller, schijnt beter te werken dan paracetamol).

Toen we gingen eten probeerden we eerst een tent naast het motel. Om niet te hoeven lopen legden we de 100 meter af in de auto. Binnen leek het net Mc.Donalds en de menu's zagen er niet zo appetijtelijk uit. We staken de weg over en gingen een ander restaurant in. Het zag er wat vies uit, bij de ingang lagen allemaal pindadoppen op de grond. Maar toen zagen we ook bakken met doppinda's staan en bleek het de bedoeling om tijdens het wachten pinda's te eten en de doppen op de grond te gooien. En overal waar je keek lagen de doppen op de grond. Ook op de tafeltjes stonden emmertjes met pinda's.

We bestelden een biertje, een groot en een klein glas. Toen het gebracht werd kregen we van elk twee. Het bleek "happy hour" te zijn. Sonja bestelde primeribs en ik "the catch of the day", wat zalm bleek te zijn. Eerst werd de salade geserveerd en het is de bedoeling deze op te eten voordat de rest van het eten komt. Het eten was lekker en de jongen die ons bediende erg vriendelijk. Hij kwam regelmatig vragen of alles naar wens was of dat we nog iets nodig hadden. Als iets op is wordt het bord meteen van tafel gehaald en toen we klaar waren, was de rekening er ook snel. Natafelen kennen ze in Amerika niet. Er stond bij de ingang al een kleine rij te wachten tot er weer een tafeltje vrijkwam. De meeste mensen stonden wat pinda's te pellen. Wij hoefden alleen de (drukke) weg over te steken en waren weer in ons motel.

Donderdag 27 april--vertrek naar Orlando. Motel 6 en bezoek Sea World. Gainesville. (motel 6 ) en Waldo ?? Hotel + eten ca. $ 100.

Onderweg naar Orlando passeerden we Kissimee. Volgens het boekje is de plaats bekend om zijn goede en grote biefstukken. En we zagen inderdaad veel koeien. Het stadje zelf stelde niet veel voor. We liepen door een winkelstraat op zoek naar een winkel waar ansichtkaarten werden verkocht, maar we vonden niets. Op weg naar de bibliotheek kwamen we langs een monument. Van alle Amerikaanse staten is op een zuil wat informatie te vinden.

De bibliotheek was dicht, maar vlakbij was een markt. Er werden allerlei producten van het land verkocht, vaak in kleine bakjes. Op weg naar Orlando vonden we een supermarkt waar wel kaarten werden verkocht. Bij weer een andere winkel kochten we de benodigde postzegels en liepen door het overdekte winkelcentrum. Het was lekker koel binnen, mooi ingericht en we aten wat bij de Chinees.

Dan verder naar Orlando. Het werd ongelooflijk druk op de weg en het leek wel Las Vegas met al zijn reclame, verlichting en drukte. Toen we de borden zagen van Sea World besloten we te proberen alvast kaartjes voor de volgende dag te kopen. Toen ik de parkeerplaats opreed, legde ik bij de kassa uit wat we wilden. We kregen een tijdelijk parkeerkaartje en reden de enorme parkeerplaats op. Vlak bij de kassa's parkeerden we en kochten de kaartjes. Ik kreeg nog leeftijdskorting ook. En omdat ze een actie hadden waren de kaartjes twee dagen geldig. De kaartjes waren wel prijzig ($ 45 en 42 = F 108 en F 100). We besloten om alvast maar wat te bekijken en daarvoor moest bij een loket een foto van ons gemaakt worden die dan op het entreebiljet kwam. Omdat het park niet zo groot was als we dachten hadden we al gauw meer dan de helft gezien. Inclusief een show met zeeleeuwen en otters, de show met de orka's en om half 10 's avonds de vuurwerk- en lasershow.

Door het park heen viel de drukte wel mee, maar bij de shows waren de tribunes praktisch steeds vol. We zagen een aquarium met roggen, die zo dichtbij zwommen dat ze geaaid konden worden. En een andere bak waarin een dolfijn met z'n jong rondzwom. En een groot zwembad met rotsen, waar zeeleeuwen en robben rondzwommen of op de kant geklommen waren. Bij een stalletje waren bakjes met een paar visjes te koop voor $3 (F 7.20), die dan naar de beesten gegooid konden worden. Vooral kinderen gooiden nog al eens mis en die visjes werden dan snel opgegeten door de reigers en pelikanen. Het volgende aquarium was van de manatee (zeekoe). Ze komen (kwamen?) in Florida ook in het wild voor, maar wij hebben ze niet gezien. Het was ook mogelijk bij alle aquaria naar beneden te gaan om zo de dieren onder water te kunnen zien zwemmen. We zagen een show met zeeleeuwen en otters. Het is onvoorstelbaar wat ze de dieren allemaal hebben weten te leren. Als dank kregen ze steeds wat vis. De volgende bak zat vol haaien. Eerst zagen we de kleintjes, maar er was ook een rolvoetpad. Toen we daar op stonden, zagen we grote haaien links, rechts en boven ons.

We zagen in het publiek ook de Nederlandse voetballer/trainer Jan Wouters met familie.

We bezochten ook het paviljoen van Anheuser-Busch. Het is een van de grote sponsors van het park. We bezochten de lezing over bierbrouwen. Het ging erg snel en oppervlakkig. Aan het eind was er een kleine proeverij. Het enige leuke was eigenlijk het verschil te proeven tussen een vers en een (kunstmatig) verouderd bier. Dat smaakte een beetje naar karton/papier. Toen een van de bezoekers aan het eind een makkelijke vraag goed beantwoordde kreeg iedereen een certificaat mee. Typisch Amerikaans! Aan de bar konden van alle bieren kleine monstertjes geproefd worden. En bij een andere bar kon een gratis groter glas bier gekregen worden. Officieel maar twee glazen per persoon per dag, maar daar was nauwelijks controle op.

Tussen alle grote attracties stonden stalletjes met eten, drinken, souvenirs enz. Toen ik een flesje water wil kopen ($ 2.50 = F 6 !!), bleek dat ik te weinig geld bij me had. Maar de verkoopster vond dat kennelijk zielig en ik kreeg het flesje gratis.

De show met de orka's was spectaculair. Voordat de show begon, was een TV camera allerlei opnamen van het publiek aan het maken, die dan meteen op een groot scherm te zien waren. Wij kwamen ook nog even in beeld. Soms werd er (geschreven) commentaar bij gegeven. Ze lieten de (grote) dieren allerlei trucjes doen.

En nadat opnieuw gewaarschuwd werd dat de voorste 12 rijen wel eens flink nat konden worden, lieten ze de orka's grote sprongen maken waarbij ze met hun staart zulke klappen op het water maakten dat inderdaad grote hoeveelheden water het publiek in gingen. De trainers lieten zich voortduwen door de orka's en soms werden ze wel 10 meter de lucht in gegooid, terwijl de orka's ook bijna geheel rechtstandig het water uitkwamen. Na de show liep iedereen naar het volgende stadion en ook dat was uiteindelijk bijna geheel gevuld. Precies om half 10 begon de vuurwerk- en lasershow. Eerst flinke knallen, dan siervuurwerk en in de rook en in een watergordijn allerlei voorstellingen met laser. Een mooi sluitstuk voor de dag.

Onderweg naar de parkeerplaats bedachten we dat het wel zonde zou zijn als we toch parkeergeld zouden moeten betalen, maar we konden zo wegreden. Toen moesten we in het donker en het drukke verkeer de juiste weg terug vinden, wat lukte.

Vrijdag 28 april--bezoek Sea World. Hotel + eten ca. $ 100.

 's Morgens gingen we eerst op zoek naar een winkel in zelfbrouwartikelen. Ik had er al eens (per post) een koeler gekocht. De winkel ligt aan een lange weg die in noord en zuid verdeeld is. Dat had ik eerst niet in de gaten, maar toen we het nummer gevonden hadden bleek dat we nog wel 10 km moesten rijden voordat we echt ter plekke waren. Het bleek een slijterij te zijn met wat brouwerijartikelen. Veel minder dan ik verwacht had. Dus reden we weer naar Sea World. Ik vertelde bij de kassa dat we kaartjes voor de volgende dag wilden kopen en na enige aarzeling kregen we weer tijdelijke kaartjes. Zo hadden we in ieder geval $12 (F 29) bespaard! We bezochten nog een keer de show met de orka's om te filmen en foto's te maken, maar omdat we aankwamen toen de show al begonnen was konden we niet dichtbij genoeg zitten en bleven maar staan. De show was wat anders dan de avond tevoren maar ook spectaculair.

We bezochten ook de Wild Artic show. We sloten aan bij de rij die de tocht in een helikopter ging maken. Aan het begin van de rij stond een apparaatje waarmee de lengte van kinderen gemeten werd. Als ze te klein waren moesten ze (met hun ouders) de voettocht maken. Binnen werd nog een keer de suggestie gewekt dat we met een helikopter gingen. Toen gingen we de filmzaal in en moesten we in de stoelen de riemen vastmaken. Na een laatste waarschuwing ging het licht uit en zagen we dat we in een helikopter opstegen. We voelden het ook in de stoelen. We werden heen en weer geschud en vooral als het toestel scherpe bochten maakte, of snel daalde of omhoog ging was het geen prettig gevoel. Toen we uiteindelijk geland waren en de filmzaal verlieten bleef het misselijke gevoel lang voelbaar.

We kwamen bij in het Anheuser paviljoen. Met gratis bier aten we wat. Daarna gingen we nog filmen en fotograferen bij het voeren van de zeeleeuwen. Daarna verlieten we het park weer, gingen lekker eten bij Perkins en terug naar het motel. Daar zagen we in een TV show hoe twee mensen ieder een dure Jaguar wonnen die ook nog eens $75000 in de kofferbak had liggen.

Zaterdag 29 april--vertrek via Ocala naar Gainesville. (160 km). Mark bellen  . Flesjes bier afgeven. Hotel + eten ca. $ 100.

 We gingen op weg naar Gainesville. Het viel best mee Orlando te verlaten via de drukke wegen. Wat later reden we door het Ocala National Forest en kochten langs de weg wat vers gebrande pinda's. In het park zagen we langs de kant van de weg een dood dier liggen met wel zes gieren erbij. Toen ik terug reed, kwam ik kennelijk te dicht bij en vlogen ze de bomen in. Omdat het dier vlak langs de weg lag besloot ik het wat verder van de kant te trekken in de hoop dat de gieren dan weer terug zouden komen. Met een gevonden touwtje dat ik om de poot van het hert vastmaakte trok ik het beest weg. Maar dat had de gieren helemaal bang gemaakt en ze cirkelden nu hoog in de lucht.

Een eind verder zagen we op een bord dat er een vlooienmarkt was. Het eerste deel was groente en fruit. Dan allemaal stalletjes met veel kitsch. En dan stalletjes met echte troep. Er was ook een stalletje waar we wat kentekenplaten te koop zagen. Ze kostten vanaf $1, afhankelijk van de kwaliteit. Ik zei dat ik er een van New Jersey zocht. Die bleek $3 te kosten. Toen ik hem weer wilde terug leggen, mocht ik hem voor $2 (F 4.80) hebben. Dat deed ik dan maar. Sonja kon nog ergens een sneeuwuiltje kopen.

Wat later reden we Waldo binnen. Het is een klein plaatsje waar aan het begin staat dat er totaal geen drugs getolereerd worden. Overal kwamen we de naam Waldo tegen. Ik had op Internet gezien dat er een vlooienmarkt was, maar die konden we niet vinden. Onderweg kochten we in een supermarkt voor de verandering eens een fles Californische wijn. In het motel belde ik weer met Mark Tumarkin (waarmee ik via internet kennis had gemaakt) maar ik kreeg weer het antwoordapparaat. Maar in het telefoonboek vond ik zijn adres en we besloten langs te gaan en eventueel de flesjes Nederlands bier die ik voor hem meegenomen had bij de buren af te geven. Het adres bleek niet zo moeilijk te vinden, maar er werd niet gereageerd op het kloppen op de deur (er hing een briefje dat de bel stuk was). Dus belde ik bij de buren en gaf daar de flesjes af met een briefje erbij. Toen ik 's avonds op zoek ging naar een winkel waar een kurkentrekker te koop was en Sonja onder de douche stond, ging de telefoon. Toen ik terug belde, bleek dat we Mark net gemist hadden. We werden uitgenodigd door zijn vrouw om de volgende dag het ontbijt mee te maken, maar we zeiden dat we iets later zouden komen. Mark was naar de bierbrouwclub, maar ik had geen zin om daar ook heen te gaan. Dan na wat pinda's, Californische wijn en verse aardbeien uit Californie en een slechte film gingen we slapen.

Zondag 30 april--vertrek naar Orlando. Hotel + eten ca. $ 100. (100 km).

Koninginnedag. Hebben ze in de USA nog nooit van gehoord! We reden eerst naar Mark Tumarkin. Onderweg kochten we nog wat water en een bosje bloemen voor zijn vrouw. De bloemen waren schrikbarend duur of lelijk en verwelkt. Toen ik aanklopte deed Anne (zijn vrouw) open en verwelkomde ons hartelijk. Ook het hondje kwispelde en de kleindochter praatte voluit. Mark vertelde over de reis naar Afrika die ze eerdaags gingen maken om hun dochter te bezoeken die daar in de verpleging werkte. Daarna liet hij mij zijn brouwinstallatie zien (iets primitiever dan de mijne), waarbij ook een paar koelkasten horen waar hij bij lagere temperatuur kon vergisten. Hij gebruikte net zo'n graanmolentje als ik net gekocht had en was daar zeer tevreden mee. Hij brouwde nu zo'n 5 jaar en bijna net als ik, met dat verschil dat hij altijd buiten brouwde. Sonja werd door Anne en hun kleindochter mee naar een andere schuur genomen, waar een paar flinke ovens stonden. Anne maakt siervoorwerpen van glas die ze in de oven bewerkt.

Ik kreeg van Mark een flesje zelf gebrouwen bier, een zelfgemaakte mede en een commercieel flesje bier mee. Daarna namen we afscheid. Op weg naar Orlando zagen we een uitkijkpost over een moeras. Omdat er aan de weg gewerkt werd, was deze afgesloten maar het lukte toch om er op te klimmen. Afgezien van wat vogels zagen we niets. Ook de alligators waarvoor gewaarschuwd werd lieten zich niet zien. Wat verder zaten twee visarenden op het nest. Maar we stopten weer te dichtbij want ze vlogen weg. We stopten in een klein dorpje dat historisch moest zijn. Er stonden inderdaad wat huizen uit ca. 1880. En verder veel antiekwinkeltjes waar we toch niets konden kopen wegens ruimtegebrek. En een winkeltje met snuisterijen waar ook Kerstartikelen te koop waren. Een omgekeerde kerstboom moest $200 (F 480) kosten! We deden er wel een aardig ideetje op voor een kerstversiering. Na een pistache-ijsje reden we verder. Het was volgens de kaart een mooie weg, wat betekende dat er aan beide zijden groen te zien was. Op een gegeven moment dacht ik een bijzonder beest gezien te hebben. Het bleek een kat te zijn die, elke keer als we iets riepen, antwoord gaf.

Toen ik onderweg een bord zag met de naam van een park, besloten we wat te gaan wandelen. We konden de auto gelukkig in de schaduw parkeren. De wandeling was bijna 5 km. Het pad was meestal beschaduwd door bomen dus dat liep lekker. We hoorden overal vogels en krekels. Op een gegeven moment konden we een pad opgaan dat niet in de schaduw lag. Het ging waarschijnlijk naar een uitzichtpunt. Maar halverwege gingen we door de hitte terug. Toen zagen we iets vliegen. Het leek een klein vogeltje maar bleek een grote sprinkhaan te zijn. Terwijl we het bospad terug liepen zagen we meer vogeltjes. Een stel dat geheel rood gekleurd was en een wat grotere vogel met een vuurrode kop. Het leek wel een soort specht. Op de parkeerplaats stond ook een politieauto, waarin de agent een boekje zat te lezen.

Weer een stuk verder kwamen we het hert tegen dat ik verder de berm in had getrokken. We stopten nu wat verder weg, maar de gieren vlogen toch weer in de bomen. Van het hert was al niet veel meer over. Onderweg aten we nog bij Pizza Hut een enorme pizza. De salade konden we zelf samenstellen. Eerst dachten we nog dat we een paar stukken konden meenemen, maar alles ging op. Bij een benzinepomp zagen we telefoons en belden Waldo en Renske. Toen ik daarna tante Betty wilde bellen klopte het nummer niet. Dus moesten we de volgende dag Waldo weer bellen. Toen we Orlando binnen reden was ik bang dat we weer flink moesten zoeken. Maar ik herkende een paar straatnamen en we waren zo bij het motel. We kregen de kamer naast die we de vorige keer hadden. Sonja begon al een paar dingen in te pakken want het einde van de reis naderde.

Maandag 1 mei-- Via Heart's Home Beer, 5824 North Orange Blossom Trail tel.800-392-8322). International Drive. (Motel 6, tel.407 351-6500).(100 km). Bezoek Titusville en Kennedy Space Center. Hotel + eten ca. $ 100.

De volgende morgen reden we via een lange weg naar het Kennedy Space Center (KSC), vroeger Cape Canaveral. Onderweg moesten we $0.75 en $ 1.25 (F1.80 en F3) tol betalen. Toen we vlak bij waren zagen we een grote raket en een space-shuttle ernaast. Op de parkeerplaats was nog ruimte genoeg. Later vertelde een buschauffeur dat in het hoogseizoen per dag wel 10.000 bezoekers komen. We kregen een schema met alle activiteiten en de tijd waarop ze te zien waren. We zagen 3 films in Imax theaters (enorm grote filmdoeken en overal geluid).

Bij de eerste "First City in Space" kregen we bij de ingang een bril uitgereikt. Daarmee was de film in 3 dimensies te zien. Het verhaal ging over een stad in de ruimte waar wel 10.000 mensen wonen. De Amerikanen kunnen het nog steeds niet hebben dat de Russen al zo'n tijd hun MIR hebben. Later konden we in het echt zien hoe er samen met andere landen gebouwd werd aan de onderdelen van een ruimtestation. Rusland doet ook mee, maar bouwt de onderdelen in Rusland zelf. Dit jaar gaan de eerste onderdelen de ruimte in en het project moet in 2003 klaar zijn.

Een andere film "The Dream is Alive" ging over de voorbereidingen voor de eerste vlucht naar de maan en de landing op de maan. Er zaten veel stukken film in die door de astronauten zelf gemaakt waren. De laatste film ging over de MIR en de samenwerking die er nu is tussen de Amerikanen en de Russen. Daarna maakten we een bustour over het terrein. Op verschillende plaatsen konden we uitstappen, wat bekijken en weer op een andere bus stappen (ze vertrokken om de 10 minuten). Toen we een toren beklommen hadden waarin een raket motor was ingebouwd, konden we een deel van het grote complex overzien. In de verte konden we de space-shuttle zien die aan de raket vast zat. De lancering was al twee keer uitgesteld. Op het grasveld zagen we een wasbeer lopen op weg naar een vuilniscontainer. En Sonja zag hem even later weglopen met een grote pretzel. Tijdens de busrit konden we verschillende keren alligators, krokodillen, schildpadden en allerlei vogels zien. Het KSC ligt in een natuurgebied en beslaat daar maar 5 % van. Er schijnen ook slangen en poema's voor te komen.

We deden niet de tour door de Rocket Garden, maar wandelden er zelf doorheen. Er stonden allemaal verschillende voorbeelden van raketten. Ook de space-shuttle konden we van dichtbij en van binnen bekijken. En de enorme draagraket waarmee hij de ruimte wordt ingeschoten. 90 % van zijn gewicht bestaat uit brandstof. Er gaat wel 2500 ton brandstof in !! Terug naar de aarde kost geen brandstof want de shuttle gaat dan als een zweefvliegtuig naar beneden en komt met ca. 300 km/uur op de grond net als een gewoon vliegtuig. Maar omdat er geen motor in zit moet geremd worden met een parachute.

Ik informeerde nog even of de lancering van de Atlasraket die we wilden zien op schema lag en dat bleek het geval. Ik kreeg een kaartje mee waarop stond waar vandaan we het beste konden kijken en naar welke radiozender we moesten luisteren. Nadat we alles gezien hadden, reden we via een andere weg zonder tolheffing naar Orlando terug. We gingen meteen door naar het Epcot center om kaartjes voor de volgende dag te kopen. De truc op de parkeerplaats ging hier niet door en de kaartjes waren schrikbarend duur ($46 + 2.30 tax= F 116 per stuk !!). Dan terug naar het motel waar Sonja het vervolg van de film Sheherazade vertellingen kon zien.

Dinsdag 2 mei--bezoek Disney's Epcot Center. Hotel + eten ca. $ 100. (80 km). 's nachts vertrekken (01:30 en kijken bij Kennedy Space Center,(60 km) lancering Atlas raket tussen 2:27 en 5:23 uur)

We vertrokken om 8:15 naar Epcot. Het was niet zo ver weg, maar we wilden niet te laat komen door verkeersdrukte (het park ging om 9 uur open). De snelweg was wel druk, maar op de parkeerplaats viel het nog mee. Dat kwam omdat er een heleboel zeer grote parkeerplaatsen waren. We moesten $6 (F 14.40) parkeergeld betalen. Het viel ook mee met de drukte bij de kassa's. Bij binnenkomst zagen we eerst allemaal grote stenen waarop bij nader bekijken allemaal fotootjes van bezoekers stonden. Tegen betaling kon je je foto erbij laten zetten, wat we niet deden. Daarna liepen we een grote bol binnen waar vanaf het ontstaan de aarde tot op heden te zien was. We bezochten nog meer van dit soort attracties, waarbij vaak films te zien waren op een doek dat 360 graden beslaat. Als je recht voor je iets op je af had zien komen en dan achterom keek zag je het weer verdwijnen. Heel spectaculair. We bezochten ook de paviljoens van een heleboel landen. Maar dat viel vaak tegen.

Voor een Amerikaan zal het wel leuk zijn om zo kennis te kunnen maken met allerlei landen (Amerika, Engeland, Frankrijk, Duitsland, Italië, Marokko, Japan, China, Mexico, Canada en Noorwegen). Er waren overal restaurants en winkeltjes, maar die waren met de huidige dollarkoers veel te duur. In sommige paviljoens gingen we met een bootje langs allerlei bijzonswaardigheden. De paviljoens liggen langs een groot meer, waar rondvaartboten je van de ene naar de andere kant brengen. Later in de middag zagen we dat er voorbereidingen werden getroffen voor het vuurwerk. We kregen in het Duitse paviljoen uitgebreid uitleg over de vervaardiging van Hummel figuurtjes door iemand van de fa. Goebel (in het Engels). Ze zijn zo duur omdat de verschillende stadia van vervaardiging allemaal handwerk zijn.

In een van de paviljoens (gesponsord door Exxon) was een elektrische auto te zien. Grote delen zijn van plastic en er zitten enorm grote accu's in die wel meer dan de helft van het gewicht van de auto uitmaken. In een ander paviljoen (gesponsord door Nestle) ging de rondleiding in bootjes door allerlei kassen heen, waar veel hydrocultuur te zien was. We zagen komkommers, avocado's, bananen, rijst, sorghum, katoen enz.

In weer een ander paviljoen was te zien hoe het huis van de toekomst er uit komt te zien. Er zaten wat aardige dingen bij, maar het meeste is nu al te koop.

De bewegwijzering in het park was veel slechter dan in Sea World. Er stond nauwelijks aangegeven waar de volgende attracties waren en hoe we ze moesten bereiken. Tussen de bloemen en mooie bomen waren weer allerlei vogels te zien. Sommige brutale kwamen zelfs uit de hand eten. En Sonja heeft een specht een boom in zien klimmen. Gelukkig hadden we ons eigen eten meegenomen, want ook dat is in het park onbetaalbaar. Regelmatig zagen we de monorailtrein boven onze hoofden op weg naar een ander Disney park. Als we ergens zaten te rusten, viel op hoeveel erg dikke mensen en invalidenwagentjes langs kwamen. Een vreemde gewoonte van de bezoekers is het gooien van kleingeld in vijvers. In het park lag ik weet niet hoeveel aan kleingeld, ook op bladeren van waterlelies. Vooral centen en stuivers. Ook bij de motels vond ik vaak dollarcenten op straat.

Op een gegeven moment besloten we maar naar het motel te gaan voor een paar uurtjes slaap, omdat we de lancering van de raket willen zien. Na 3 uurtjes pakten we alles in de auto en vertelde ik bij de receptie dat we misschien nog terug kwamen. We reden richting Titusville (2 x tol betalen) en namen vlak daarvoor een andere weg dan een paar dagen eerder. Toen we een keer langs de kant van de weg stopten om even het kaartje te raadplegen, zagen we in het licht van de koplampen een klein wasbeertje. Ik moest een paar keer de weg vragen, wat lastig was zo midden in de nacht. De lancering kon tussen 02:27 en 05:23 plaatsvinden.

Toen we om ca. 02:40 het Jetty Park binnen wilden, moest er weer $3 (F 7.20) betaald worden. Langs het water stonden allemaal auto's geparkeerd. We sloten aan en hoorden van de bestuurder van de auto naast ons dat de lancering over ca. 15 minuten plaats zou vinden. Hij had een kortegolf radio aanstaan en kon de voorbereidingen voor de lancering goed volgen. De radiozender die wij bij KSC hadden opgekregen vertelde niets over de lancering. Toen we de man en de vrouw zagen uitstappen gingen wij ook de auto uit. Het laatste op de radio wat we hoorden, was dat het nog twee minuten duurde, dan was er radiostilte.

Opeens zagen we op het eiland aan de overkant een felle oranjekleuring van de hemel en begon ik te filmen. Even later werd het licht veel witter en dan zagen we de raket omhoog gaan. Of eigenlijk alleen het licht uit de motoren. Dan pas hoorden we het gebulder van de motor. Er waren wat wolken in de lucht, maar ik kon het afwerpen van de eerste trap nog zien. Daarna verdween het lichtje als een ster aan de hemel.

Toen we terug reden naar Orlando miste ik een afslag en dat koste minstens een half uur. We gingen toch weer terug naar het motel om nog een paar uurtjes te slapen. Nadat ik eerst een groot insect had doodgetrapt (later hoorde ik van iemand van de bestrijdingsdienst dat het een Amerikaanse kakkerlak was geweest) gingen we slapen.

Woensdag 3 mei-- dinsdag vroeg naar bed. Terug naar motel of verder naar (kijken op strand bij Hobe Sound? ) Lantana bij West Palm Beach (Motel 6  tel.561-585-5833).(260 km). Hotel + eten ca. $ 100.

Op weg naar ons laatste motel in Lantana probeerden we in Kissimee bij een bank Nederlands geld te wisselen. Bij de vierde ! bank (Colonial Bank) hadden we pas succes. Toen ik in het motel in Lantana vroeg om nog eens de creditcard te proberen, lukte het wel! Onderweg vulden we onze waterfles en een paar kopjes met water uit een automaat die voor $0.25 (F 0.60) bijna 4 liter zuiver water geeft. Het drinkwater in Florida (en grote delen van Amerika) is vies omdat er zoveel chloor in zit.

We zagen onderweg ook nog een paar mooie vogels (kraanvogels?) die snel in het hoge gras verdwenen. We konden in Lantana weer kiezen uit de bekende restaurants, maar al zoekend kwamen we er een tegen, met op het bord o.a. homemade. We parkeerden de auto naast twee politieauto's. Nadat we uitstapten stopte er weer een politieauto. Binnen was het voor Amerikaanse begrippen wel gezellig. Bij de tafeltjes waren leren banken en langs de wand stonden allemaal speciale versierde flessen. Sonja nam kip en ik vis. Het eten was lekker, het bier viel mee en ook de rekening.

We vroegen de weg naar het strand en dat bleek vlakbij. De oceaan is groot, maar het strand smal. We keken nog even bij een paar vissers. Ze vertelden dat ze snappers vingen. Ze lagen nog levend in een emmer. We reden terug naar het motel en Sonja begon voor de laatste keer in te pakken.

Donderdag 4 mei--vertrek 9 uur naar Miami (100 km) en auto inleveren bij Alamo (11 uur) en naar vliegveld. Aanwezig 12:00 uur. Vlucht naar NY 13:10 . Aankomst 16:12. Aanwezig 20:30 voor vertrek naar Amsterdam.

Na ontbijt (dit keer met zelfgekochte koffiebroodjes) pakten we de laatste bagage in. Daarna gingen we op weg naar Miami. Via de I95 (een vreselijk drukke 4-5 baans weg) reden we de stad in. In het foldertje van Alamo stond netjes aangegeven hoe we moesten rijden. Zodat we vroeger dan gepland bij het autoverhuurstation stonden. De auto werd even nagekeken en de bagage op een karretje gelegd. Die konden we zo naar het busje rijden, dat ons even later naar het vliegveld bracht. De chauffeur was blij met de fooi die we hem gaven. Waarschijnlijk krijgt hij niet zo vaak fooi. De balie van Continental Airlines was vlak bij de ingang. Dus dat scheelde weer sjouwen met die twee zware weekendtassen. De rij wachtenden was behoorlijk lang, maar even later zaten we te wachten tot we konden instappen.

Om 12:35 gingen we aan boord. We zaten weer aan het gangpad in een klein vliegtuig. De rechter kant heeft 3 stoelen, de linker 2. Aan het raampje naast ons kwam een dame te zitten die, naar later bleek, naar Manchester in Engeland moest. Om 13:15 gingen we de lucht in. Het eerste stuk was alleen boven water. Daarna zijn we gedraaid en vlogen een stuk over de Key's. We konden de weg goed herkennen waar we met de auto hadden gereden. Het volgende stuk was vanuit ons raampje alleen de oceaan te zien. Aan de andere kant zagen we de kustlijn.

We kregen eerst wat te drinken (sinaasappelsap en tomatensap). Bier, wijn en sterker kostte $4 (F 9.60). Daarna vlogen we over de oostelijke staten van de USA. Veel cultuurland en water. We kregen nog een broodje aangeboden met kalkoen of rosbief, nog wat te drinken en een klein zakje met worteltjes en M&M's. Later nog eens koffie. Toen we onze eindbestemming Newark naderden, was er meer bewoning te zien. Dankzij een dame voor ons die de naast haar zittende Duitsers het een en ander uitlegde, zagen we een stuk van New York, de bruggen over de Hudson rivier en (hoewel in de verte) het Vrijheidsbeeld. Dan landden we om 16:02 en verlieten het vliegtuig om 16:25. We lieten (bijna) iedereen voorgaan want we hadden geen haast.

De zware weekend tassen gingen dit keer automatisch door naar Amsterdam. We wandelden langs de winkeltjes en gingen door de controle. Een van onze handbagagetassen werd geïnspecteerd. Daarna konden we op een bank gaan zitten en een paar uur kijken naar de duizenden mensen die voorbij liepen. Elke keer als er een vliegtuig geland was of ging vertrekken, kwamen er honderden mensen langs. Uit allerlei landen.

Om 21:10 konden we weer instappen en gingen om 23:10 de lucht in (we hadden weer vertraging omdat mensen uit een ander toestel vertraging hadden. We hadden nu twee raamplaatsen naast elkaar, maar omdat onze stoelen niet en de stoelen voor ons wel ver achteruit konden, zaten we soms wat krap.

Het toestel was al na 10 minuten op 6600 meter hoogte en ging nog door naar 9100 meter. We zagen nog wat van het verlichte New York en daarna vlogen we over de Atlantische oceaan. Na wat eten werd verzocht de raampjes te blinderen en konden de mensen slapen of naar een film kijken. Wij deden het eerste.

Toen we boven Ierland vlogen werden er al veel mensen wakker en begonnen naar buiten te kijken. Het was dan al weer klaarlichte dag. Boven Engeland werd een ontbijt geserveerd en daarna moesten de stewardessen alweer haast maken om de rommel op te ruimen, omdat we de Nederlandse kust al weer naderden. We kwamen iets ten noorden van Scheveningen Nederland binnen (we konden de pier zien) en konden daarna de kassen in het Westland en de zeilbootjes bij Aalsmeer zien.

Vrijdag 5 mei aankomst Schiphol 11:20. Vertrek met trein ( 1 over half en heel) naar Hoorn.

Even later reden we over de landingsbaan op Schiphol (11:35 Nederlandse tijd). De bagage hadden we snel, ondanks dat we het vliegtuig als laatste verlieten. De douane was even een hapje eten, zodat we met ons karretje snel op het treinperron stonden.

De trein ging 4 minuten later naar Sloterdijk en daar moesten we 10 minuten wachten op de trein naar Hoorn. Toen ik in Hoorn een taxi wilde regelen hoorden we de buurvrouw Joke roepen dat we met haar mee konden. Om 13:45 stonden we voor onze deur. Thijs begroette ons en we konden gaan uitpakken en de post doornemen.

We hebben gevlogen ca. 11.748 km en met de auto 3407 km gereden (271.47 liter benzine = 1:12.5).

========================================================================================

Florida (afk: FL of Fla.), staat, in het uiterste Z.O. van de Verenigde Staten van Amerika, 151.939 km2 (Nederland 41.547 km2 ), waarvan ca. 11.000 km2 water, met 13 miljoen inw.; hoofdstad: Tallahassee.

  1. Fysische geografie

De staat bestaat in hoofdzaak uit een schiereiland tussen de Atlantische Oceaan en de Golf van Mexico. Dikke kalksteenformaties, overdekt door sterk uitgeloogde zanden, vormen de ondergrond van het schiereiland. Karstverschijnselen veroorzaken de aanwezigheid van vele meren, terwijl de afwatering, mede door het geringe reliëf (15–30 m hoog; hoogste punt 100 m), betrekkelijk slecht is. Het grootste meer is het Okeechobeemeer, 1900 km2, 3,5 m diep. Grootste rivier is de 460 km lange St.-Johns. Vooral het zuiden kent veen- en moerasgebieden, met name de Everglades (deels nationaal park). De kusten zijn vlak. In de Floridastraat, die de Atlantische Oceaan met de Golf van Mexico verbindt, liggen voor Florida's kust de zgn. Florida Keys, een keten van ca. 50 koraaleilanden, voor het merendeel door een ruim 200 km lange weg met elkaar en met het vasteland verbonden. Het klimaat heeft een nagenoeg semi-tropisch moessonkarakter, met vochtige, warme zomers en droge, zeer zachte winters. Qua plantengroei en fauna vormen Oost- en Zuid-Florida een brug naar het Caribische gebied. In en om de rivieren is de planten- en dierenwereld min of meer tropisch, met o.a. de Mississippi-alligator, zwarte beer of baribal, poema, witstaarthert en kalkoen (alle beschermd), de rode lynx ( ‘bobcat’), wasbeer, Virginiaanse buidelrat, pelikanen, reigers, gifslangen en schildpadden.

  1. Bevolking

 De gemiddelde bevolkingsdichtheid bedraagt 76 inw. per km2. Van de bevolking woont ongeveer 85% in de stedelijke gebieden. De grootste bevolkingscentra zijn: Jacksonville, Miami, Tampa en St.-Petersburg.

  1. Economie

De economische ontwikkeling begon eind 19de eeuw, toen Flagler en andere financiers uit het noorden spoorwegen aanlegden en hotels bouwden ter wille van het toerisme. Toen in 1888 rijke fosfaatvelden ontdekt werden, was, mede door ingevoerde kali, ontginning van de schrale zandgronden mogelijk. De ontwikkeling der grote steden in het noorden en oosten van de Verenigde Staten gaf het warme Florida een afzetgebied voor zijn vroege verse groenten en fruit; deze ontwikkeling werd gestimuleerd door sneller transport en betere conserveringsmogelijkheden. Belangrijkste landbouwproduct is de citrusvrucht. Voorts aanzienlijke (melk)vee- en pluimveeteelt.

Toerisme is de belangrijkste bestaansbron (meer dan 20 miljoen toeristen per jaar), vooral aan de oostkust (Palm Beach, Miami Beach, Fort Lauerdale, Dayton Beach). Toeristische attracties zijn o.m. het Walt Disney World Park bij Orlando, het Kennedy Space Center op Cape Canaveral, de Cypress Gardens bij Winter Haven en de nationale parken Everglades en Biscayne in het zuiden. Vele renteniers vestigden zich in Florida, met name aan de rustiger westkust.

Industrie is na toerisme het belangrijkste bestaansmiddel. Luchtverontreinigende industrieën worden in verband met het toerisme zoveel mogelijk geweerd. De vestiging in 1949 van het astronautisch centrum bij Cape Canaveral versterkte de industrialisatie aan de Atlantische kust, met o.a. fabrieken voor elektronica en vliegtuigapparatuur (West Palm Beach).

Aan de Golfkust is Tampa behalve centrum van de sigarenindustrie (Noord-Florida produceert tabak) een van 's werelds grootste producenten van ingeblikte zuidvruchten. Pensacola heeft belangrijke kunstvezelindustrie; in de nabijheid ligt Eglin Air Force Base, een enorme luchtmachtbasis. Ook zijn visserij in de Golf van Mexico en bosbouw (papierindustrie) van belang. Voorts neemt Florida eenderde van de wereldproductie van fosfaat voor zijn rekening en is het een groeiend internationaal financieel centrum voor het Caribische gebied.

  1. Geschiedenis

Oorspronkelijk vormde Florida het hele gebied van Straat Florida tot aan de Chesapeakebaai. Het werd ontdekt in 1513 door Juan Ponce de León en vervolgens bereisd door Narváez (1528), De Soto (1539–1542) en vele anderen daarna. De eerste definitieve vestiging volgde in 1565 in St.-Augustine door Pedro Menendez de Avilés. Deze moordde een Franse kolonie onder leiding van Ribault en Laudonnière geheel uit; de ontsnapte Laudonnière schreef hierover zijn beroemde Histoire notable de la Floride (1586). In 1586 landde Francis Drake in per week

Florida en verwoestte St.-Augustine. In 1607 vestigden de Engelsen zich in Virginia, waardoor Florida beperkt werd tot alleen het zuidelijke deel van de oostkust. De Engelsen trokken steeds verder naar het zuiden (1670, Charleston; 1733, Savannah) en daardoor werd de Spaanse positie onhoudbaar. In 1763 werd het gebied aan Engeland afgestaan. Dit verdeelde het in Oost- en West-Florida. In 1783 werd Florida weer teruggegeven aan Spanje, omdat Engeland in elk geval Gibraltar wilde behouden. Het bleef Spaans tot 1821. In 1819 werd Spanje bij het Adams-Onis-verdrag gedwongen Florida aan de Verenigde Staten af te staan, nadat Andrew Jackson er in 1818 was binnengevallen. In 1821 trokken de Spanjaarden officieel weg. Het gebied werd nu een territorium van de Verenigde Staten. Het plotseling binnendringen van talrijke blanken betekende een conflict met de Indianen, wat leidde tot de langdurige Seminolenoorlog (1835–1842) (zie Seminolen). In 1845 werd Florida een staat (de 27ste) van de Unie. Na de Amerikaanse Burgeroorlog, waarin Florida aan de zijde van de Zuidelijken stond, ontwikkelde Florida zich vrij snel tot een voorspoedig gebied, dat evenals de andere zuidelijke staten op politiek terrein steeds democratisch was. Na de Tweede Wereldoorlog wonnen de republikeinen geleidelijk aan meer en meer terrein. In 1966 werd voor het eerst een republikeinse gouverneur benoemd. In het algemeen was het verzet tegen de rassenintegratie er vrij sterk, een gegeven dat zich nog steeds uit in periodiek terugkerende onlusten (Miami, 1988). In 1992 veroorzaakte de orkaan Andrew enorme schade in Florida. Er vielen tientallen doden en ongeveer 160.000 mensen raakten dakloos.

Laatst bijgewerkt: 9 Mei 2000 en maart 2017

'